ECLI:NL:RBGEL:2024:4163

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 juli 2024
Publicatiedatum
3 juli 2024
Zaaknummer
AWB-23_6207
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de rechtmatigheid van de evenementenvergunning voor de kermis in Zutphen met betrekking tot geluidsoverlast voor omwonenden

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de evenementenvergunning die de burgemeester van Zutphen heeft verleend voor de kermis in 2023. Eiser, een omwonende, klaagt over geluidsoverlast van een grote attractie nabij zijn woning. De rechtbank heeft op 13 juni 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en de gemachtigden van de burgemeester en de vergunninghouder aanwezig waren. De burgemeester had eerder het bezwaar van eiser gegrond verklaard, maar de vergunning in stand gelaten met aanvullende motivering en maatregelen.

De rechtbank concludeert dat de burgemeester aan de belangen van de kermis redelijkerwijs doorslaggevend gewicht heeft kunnen toekennen. De burgemeester heeft toegelicht dat er binnen de gemeente een groot draagvlak is voor de kermis op de huidige locatie en dat er maatregelen zijn genomen om de geluidsoverlast te beperken, zoals het plaatsen van geluidsschermen en het positioneren van attracties op grotere afstand van de woning van eiser. Eiser heeft echter aangevoerd dat de overlast onduldbaar is, maar de rechtbank oordeelt dat de burgemeester voldoende heeft gemotiveerd dat de overlast aanvaardbaar is.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak benadrukt de afweging van belangen tussen de omwonenden en de organisatie van de kermis, waarbij de rechtbank de maatregelen van de burgemeester als adequaat beschouwt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 23/6207

uitspraak van de enkelvoudige kamer van

in de zaak tussen

[eiser], uit [plaats], eiser

en

de burgemeester van Zutphen

(gemachtigde: [naam gemachtigde 1]).

Als derde-partij neemt aan de zaak deel: de gemeente Zutphen, vergunninghouder

(gemachtigde: [naam gemachtigde 2]).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de verleende evenementenvergunning die de burgemeester op 10 juli 2023 heeft verleend voor de kermis in [plaats] van 30 augustus 2023 tot en met 3 september 2023.
1.1.
Met het bestreden besluit van 17 augustus 2023 heeft de burgemeester het bezwaar van eiser gegrond verklaard, en met een aanvullende motivering en nadere maatregelen de verleende vergunning in stand gelaten.
1.2.
De burgemeester heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 13 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van de burgemeester en de gemachtigde van vergunninghouder.

Totstandkoming van het besluit

2. Jaarlijks vindt eind augustus/begin september in [plaats] de kermis plaats op de [locatie 1], [locatie 2] en [locatie 3]. Eiser woont aan de [locatie 1] en ervaart – kort gezegd – erg veel (geluid)hinder van de kermis, met name omdat grote attracties dichtbij de gevel van zijn huis zijn geplaatst. Eiser heeft eerder al bezwaar gemaakt tegen de verleende evenementenvergunningen voor de kermis van 2021 en 2022. Met besluiten van 15 november 2021 en 8 november 2022 heeft de burgemeester die bezwaren ongegrond verklaard. De door eiser hiertegen ingediende beroepen zijn door deze rechtbank gegrond verklaard, waarbij de rechtbank heeft bepaald dat de rechtsgevolgen van de besluiten in stand blijven. [1]
2.1.
Op 2 mei 2023 is door vergunninghouder een evenementenvergunning aangevraagd voor de kermis van dat jaar. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen [2] en de evenementenvergunning geschorst. De voorzieningenrechter is van oordeel dat zonder nadere motivering danwel nadere maatregelen om de geluidsoverlast te beperken er geen attractie uit de categorie “grote attractie”, zoals de Deca Dance of de Happy Shaker, op minder dan 5 meter van de woning van eiser geplaatst mag worden. Bij het bestreden besluit heeft de burgemeester het bezwaar met een nadere motivering ongegrond verklaard.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt de rechtmatigheid van de verleende evenementenvergunning voor de kermis van 2023. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
4. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
5. Vaststaat dat de door eiser ervaren overlast van de kermis in [plaats] al een aantal jaar tot procedures bij en uitspraken van de rechtbank heeft geleid (zie rechtsoverweging 2). De rechtbank zal daarom in haar overwegingen ook ingaan op de maatregelen die op de zitting door de vergunninghouder zijn aangekondigd voor de kermis van dit jaar.
De nadere motivering van de burgemeester in het bestreden besluit
6. De burgemeester heeft toegelicht dat er binnen de gemeente een groot draagvlak is om de kermis te laten plaatsvinden op de huidige locatie. De gemeenteraad heeft ook op
8 juli 2019 unaniem besloten om de jaarlijkse kermis op de markten te houden. Het belang van een mooie en aantrekkelijke kermis weegt daarom zwaarder dan eisers belang bij het gevrijwaard blijven van geluidsoverlast van de kermis. Volgens de burgemeester wordt de attractiviteit van de kermis bepaald door de groot vermaak attracties. Vanwege de beperkte ruimte op de markten kunnen er daarvan maar een beperkt aantal worden geplaatst, namelijk aan beide uiteinden van de kermis. Het wegvallen van één van deze locaties zal verstrekkende gevolgen hebben voor de uitstraling en aantrekkingskracht van de kermis. Het groot vermaak draagt in grote mate bij aan de verblijfsduur van de kermisbezoekers. Verplaatsing van de Deca Dance is niet wenselijk en niet mogelijk vanwege de afmeting van deze (en vergelijkbare attracties) en de vrij te houden route voor hulpdiensten.
De overlast die eiser ondervindt van de plaatsing van een groot vermaak attractie is na afweging van alle belangen volgens de burgemeester aanvaardbaar. Tegelijkertijd worden de volgende aanvullende maatregelen genomen om de geluidsoverlast in eisers woning verder te reduceren:
- plaatsing van geluidsschermen tussen de attractie en eisers woning. Deze reduceren het geluid met 17 tot 20%, waardoor aannemelijk is dat het geluidsniveau in de woning onder de 50 dB(A) komt te liggen en
- plaatsing van de groot vermaak attractie op een grotere afstand. De afstand van de hoek van de gevel van eisers woning is dan zo’n 2,5 tot 3 meter.
De beroepsgronden
7. Eiser voert aan dat er nog steeds sprake is van onduldbare geluidshinder door de muziek, de aandrijving, gillende bezoekers en zeer hinderlijke lichtflitsen. Ter onderbouwing daarvan wijst hij op een geluidsmeting op 2 september 2023 in zijn woonkamer door een deskundige. Het gemiddelde daarvan bedroeg weliswaar 48 dB(A), maar nadere analyse wijst uit dat in dat gemiddelde een groot aantal pieken zitten tot wel 57,7 dB(A). De aanvullende maatregelen zijn, gelet op de resultaten van deze geluidsmeting, onvoldoende. Ook is de door eiser geraadpleegde deskundige van mening dat de geplaatste geluidsschermen een nauwelijks waarneembaar effect hebben.
Eiser blijft bij het standpunt dat sprake is van een gebrekkige afweging van de belangen van omwonenden en dat het belang van de kermis in z’n algemeenheid tanende is, maar dat de attracties wel steeds spectaculairder worden. Hij wijst erop dat de kermis leidt tot kosten aan zijn kant en groot persoonlijk ongemak. Ook is sprake van tekortschietende handhaving en schending van rechtsbeginselen en verwarring van bevoegdheden.
Eiser verzoekt de rechtbank om de burgemeester te verplichten een degelijk onderzoek te doen naar de geluidseffecten van de kermis en een dwangsom op te leggen van € 100.000 voor iedere keer dat de kermis op de markten wordt gehouden.
Is sprake van onduldbare overlast?
8. Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) in eerdere uitspraken heeft overwogen, valt op objectieve gronden niet vast te stellen wanneer een omwonende door een evenement onduldbare geluidhinder ondervindt. [3] Het oordeel of geluidhinder al dan niet aanvaardbaar is, is afhankelijk van het antwoord op de vraag of de burgemeester aan de belangen die zijn gediend met de activiteit die dat geluid veroorzaakt redelijkerwijs doorslaggevend gewicht heeft kunnen toekennen. Verder heeft de Afdeling overwogen dat ook wanneer moet worden geoordeeld dat een omwonende aanzienlijke geluidshinder zal ondervinden indien de maximaal vergunde grenswaarde volledig zou worden benut, dat niet noodzakelijkerwijs hoeft te leiden tot het oordeel dat deze hinder onaanvaardbaar is. [4]
9. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van onduldbare overlast, omdat de burgemeester aan de belangen die zijn gediend met de kermis redelijkerwijs doorslaggevend gewicht heeft kunnen toekennen en dat met de aanvullende motivering in het bestreden besluit ook voldoende heeft gemotiveerd. De burgemeester heeft toegelicht dat er beperkte ruimte is op de markten en dat er mede daarom geen andere keuze is dan een lintopstelling. Juist door de lintopstelling van de kermis is het van groot belang dat er een ‘loop’ komt van bezoekers. Dat kan alleen bereikt worden door aan de uiteinden van de kermis een grote attractie te plaatsen. Bezoekers van de kermis verwachten dat ook. Als hiervan wordt afgezien zal dat negatieve gevolgen hebben voor (het voortbestaan van) de kermis. Los daarvan is de ruimte op de markten zo beperkt dat er voor de grote attracties alleen ruimte is aan beide uiteinden van de markten. Daarbij speelt ook een rol dat er op het hele kermisterrein een route van drie meter moet vrij blijven voor de hulpdiensten en de bereikbaarheid van omliggende bebouwing. Daarmee heeft de burgemeester het belang van deze opstelling en de positionering van de grote attracties voldoende toegelicht.
9.1.
Dat betekent dat er in de nabijheid van eisers woning een grote attractie mag worden geplaatst en dat eiser daarvan overlast zal ervaren. Vaststaat dat de afgelopen jaren het geluidsniveau van de muziek van de attracties al is verlaagd naar 75 dB(A). Een verdere verlaging is niet reëel. Het muziekgeluid is op woensdag ingeregeld en uit het geluidsmeetrapport kermis [plaats] 2023 (het rapport) van 1 september 2023 blijkt dat het muziekgeluid onder die norm blijft. Dat er niet wordt gehandhaafd, zoals eiser stelt, volgt de rechtbank niet. De burgemeester heeft ter zitting toegelicht dat er in het weekend van de kermis twee controles plaatsvinden.
Zoals eiser terecht stelt, is er naast muziekgeluid ook overlast door gegil en geschreeuw van bezoekers van de kermis en gebruikers van de attracties en van de aandrijving van de attracties. In de woning van eiser heeft op 30 augustus 2023 op verzoek van de burgemeester een meting plaatsgevonden, waarbij een geluidsniveau is gemeten van 43,8 en 49,6 dB(A) LAeq. Beide waardes liggen onder de streefwaarde van 50 dB(A) LAeq. Eiser heeft op 1 september 2023 door [adviesbureau] in zijn woning een geluidsmeting laten uitvoeren. Daarbij is een geluidsniveau gemeten van 48,0 dB(A) LAeq. Ook op die dag werd de streefwaarde dus niet overschreden. De gemeten pieken doen daar niet aan af, nu het gaat om het equivalent geluidsniveau (LAeq) dat gaat over een bepaalde periode.
9.2.
Naar aanleiding van de uitspraak van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester aanvullende maatregelen genomen. Er zijn geluidsschermen geplaatst voor eisers woning en de grote attractie (in 2023 de Deca Dance) op het pleintje naast eisers woning is op grotere afstand (zo’n 2,5 tot 3 meter) van de gevel van eisers woning geplaatst. Ook voor de plaatsing van de grote attractie op het pleintje geldt volgens de burgemeester dat de ruimte beperkt is, dat er rekening moet worden gehouden met de vrije doorgang voor hulpdiensten en met de aanwezigheid van een brandweerput op het pleintje. Ook hier is een andere plaatsing praktisch niet mogelijk. Met deze aanvullende maatregelen heeft de burgemeester in voldoende mate rekening gehouden met eisers belang om verschoond te blijven van onduldbare overlast. Nu de meetresultaten uitwijzen dat het geluidsniveau in de woning van eiser onder de streefwaarde blijft, is de vraag hoe effectief het geluidsscherm is, niet relevant.
Ter zitting is door de vergunninghouder met betrekking tot de kermis van 2024 nog het volgende toegelicht. In verband met het aandrijfgeluid van de Shaker die altijd voor eisers woning is geplaatst, is er nu voor gekozen om in plaats van de Shaker het Funhouse voor de woning te plaatsen. Dit is een andere attractie zonder aandrijfgeluid en de verwachting is dat het Funhouse voor eiser minder geluidsoverlast veroorzaakt. Ter zitting is door vergunninghouder bevestigd dat deze gewijzigde opstelling blijft, als blijkt dat het Funhouse inderdaad minder overlast geeft.
9.3.
Resumerend is de rechtbank van oordeel dat de burgemeester aan de belangen die zijn gediend met de kermis redelijkerwijs doorslaggevend gewicht heeft kunnen toekennen en dat ook voldoende heeft gemotiveerd. De rechtbank is verder van oordeel dat er wat betreft opstelling niet meer mogelijk is dan wat nu (en in het kader van de kermis van 2024) is gedaan. Het alternatief is dat er geen evenementenvergunning voor de kermis op de markten meer kan worden verleend. Dat gaat de rechtbank te ver gezien alle betrokken belangen van onder meer kermisexploitanten en kermisbezoekers, en is ook in strijd met het besluit van de gemeenteraad om de markten als locatie voor de kermis aan te wijzen.
9.4.
Eisers verzoek om de burgemeester te verplichten een degelijk onderzoek te doen naar de geluidseffecten van de kermis en een dwangsom op te leggen van € 100.000 voor iedere keer dat de kermis op de markten wordt gehouden, kan gelet op het voorgaande niet worden gehonoreerd. De burgemeester heeft naar het oordeel van de rechtbank voldoende maatregelen getroffen, heeft de afgelopen jaren geluidsmetingen verricht om de geldende normen te handhaven en heeft ter zitting aangegeven dat ook dit jaar weer te zullen doen. De rechtbank heeft geen reden om daar aan te twijfelen.

Conclusie en gevolgen

10. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.H.M. Steigenga-Gerritsen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Uitspraak van 1 augustus 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:4424.
2.Uitspraak van 1 augustus 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:4417.
3.Zie ABRvS 15 mei 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1566, en ABRvS 10 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2346.
4.Zie ABRvS 11 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1245.