Uitspraak
Quality Dental B.V.
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering en het verweer in conventie
Primairvoor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst eindigde per 8 januari 2023,
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over de beëindiging van een arbeidsovereenkomst tussen Quality Dental B.V. en een mondhygiëniste, aangeduid als [ged in conv/eiser in reconv]. De arbeidsovereenkomst, die op 1 september 2014 was aangegaan, werd beëindigd met wederzijds goedvinden per 1 juni 2023, zoals vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. De werkgever, Quality Dental, stelde dat de arbeidsovereenkomst eerder was geëindigd op 8 januari 2023, omdat [ged in conv/eiser in reconv] een eenmanszaak had opgericht en daarmee de bepalingen van de vaststellingsovereenkomst had geschonden. De kantonrechter moest de bepalingen van de overeenkomst uitleggen aan de hand van de Haviltex-norm, waarbij de bedoelingen van partijen centraal stonden. De rechter oordeelde dat de uitleg van Quality Dental niet kon worden gevolgd, omdat de tekst van de overeenkomst niet voor meerdere uitleg vatbaar was. De kantonrechter concludeerde dat [ged in conv/eiser in reconv] niet in strijd had gehandeld met de overeenkomst en dat de arbeidsovereenkomst op 31 mei 2023 was geëindigd. Quality Dental werd veroordeeld tot betaling van het vergoedingsbedrag en openstaande vakantiedagen aan [ged in conv/eiser in reconv].