ECLI:NL:RBGEL:2025:1855
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een boetebesluit op grond van de Wet arbeid vreemdelingen met betrekking tot een overtreding en de evenredigheid van de opgelegde boete
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland wordt het beroep van eiseres tegen een boetebesluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid behandeld. De minister had eiseres een boete van € 8.000 opgelegd wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Na bezwaar werd de boete verlaagd naar € 6.000, en uiteindelijk in beroep door de minister vastgesteld op € 2.000. Eiseres betwist de boete en stelt dat de opgelegde sanctie onevenredig is, gezien de omstandigheden van de zaak. De rechtbank oordeelt dat de boete niet evenredig is, gezien de geringe ernst van de overtreding en de omstandigheden waaronder deze heeft plaatsgevonden. Eiseres is een jonge onderneming zonder eerdere overtredingen en heeft na de controle maatregelen genomen om de situatie te corrigeren. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en herroept het boetebesluit, waarbij ook een schadevergoeding van € 3.500 wordt toegekend aan eiseres wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank concludeert dat de minister het griffierecht en proceskosten aan eiseres moet vergoeden.