ECLI:NL:RBGEL:2025:2404

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 maart 2025
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
11068904
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid werkgever bij arbeidsongeval door explosie in zuurstofshop

In deze zaak verzoekt [verzoeker] de kantonrechter om te verklaren dat hij tijdens zijn werkzaamheden bij ISOLATIEBEDRIJF HUGEN MAINTENANCE FOR AIRCRAFT B.V. schade heeft geleden door een arbeidsongeval op 14 juli 2022, waarbij hij ernstige brandwonden opliep door een explosie in de zuurstofshop. [verzoeker] stelt dat Hugen aansprakelijk is op grond van artikel 7:658 BW, omdat de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden door geen risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) op te stellen, geen brandwerende kleding te verstrekken en hem niet te waarschuwen voor explosiegevaar. Hugen betwist de aansprakelijkheid en stelt dat er geen sprake was van een voorzienbaar risico. De kantonrechter oordeelt dat er nadere bewijslevering nodig is om vast te stellen of Hugen haar zorgplicht heeft geschonden. De kantonrechter wijst het verzoek van [verzoeker] af, omdat de deelgeschilprocedure zich niet leent voor de benodigde bewijslevering. De kosten van de procedure worden begroot op € 3.499,20, die Hugen moet betalen aan de gemachtigde van [verzoeker].

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer / rekestnummer: 11068904 \ AZ VERZ 24-16
Beschikking van 25 maart 2025
[verzoeker],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. S.B.W. du Plessis,
tegen
ISOLATIEBEDRIJF HUGEN MAINTENANCE FOR AIRCRAFT B.V.,
te Duiven,
verwerende partij,
hierna te noemen: Hugen,
gemachtigde: mr. G. Oudshoorn.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met productie 1 tot en met 5,
- het verweerschrift met productie 1 tot en met 12,
- de brief van 24 september 2024 met aanvullende producties 13 en 14 van de gemachtigde van Hugen,
- de brief van 29 januari 2025 met aanvullende productie 15 van de gemachtigde van Hugen.
1.2.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 11 februari 2025. Hiervan zijn door de griffier aantekeningen gemaakt. Tijdens de mondelinge behandeling hebben de gemachtigden van partijen spreekaantekeningen voorgedragen. Deze zijn aan de aantekeningen van de griffier gehecht.

2.De feiten

2.1.
Hugen is een onderneming die zich richt op het repareren en testen van veiligheids- en overlevingsapparatuur voor de commerciële en militaire luchtvaart, zoals ontsnappingsglijbanen, brandblussers, zuurstofflessen, zwemvesten, reddingsboten, zuurstofmaskers en noodverlichting.
2.2.
In een ‘Risk Overview: Oxygen’ van 6 september 2021 staan als risico’s benoemd:
Cylinders 50 ltr Oxygen and Nitrogen
Fill Station
Cylinders filled with Oxygen in shelf and trolley
Consumables
Clamp for Cylinders
Test rigs
Verder staat hierin onder meer vermeld:
Fire Hazards
Combination of oxygen and oil
1. no food, drink or grease is allowed in the workshop (Signs are on the door as you enter).
2. Oxygen department is segregater from other departmens to prevent cross contamination (Blue Folders only in the Oxygen Department and Oxygen ONLY trolleys used)
3. Technicians wash hands before entering make sure everything is oil free.
Deze risico’s zijn gekwalificeerd als Low.
2.3.
[verzoeker] is in oktober 2021 bij Hugen in dienst getreden. Hij was werkzaam in de zuurstofshop. In de zuurstofshop worden zuurstofunits ten behoeve van de luchtvaart geïnspecteerd, gereviseerd en/of gevuld met zuurstof.
2.4.
Op 14 juli 2022 heeft er een arbeidsongeval plaatsgevonden, waarbij [verzoeker] gewond is geraakt.
2.5.
Bij brief van 15 juli 2022 heeft de Arbeidsinspectie Hugen onder meer als volgt bericht:
Op 14 juli 2022 deed zich een arbeidsongeval voor binnen uw bedrijf, Hugen MfA. Daarbij liep uw werknemer, [verzoeker] , letsel op. Het ongeval werd op diezelfde dag omstreeks 10:30 uur aan de Nederlandse Arbeidsinspectie gemeld (…).
Op 14 juli 2022 startte wij, [arbeidsinspecteur 1] en [arbeidsinspecteur 2] , beiden arbeidsinspecteur bij de Nederlandse Arbeidsinspectie, een onderzoek naar dit arbeidsongeval.(…). Hieronder vindt u in het kort de voorlopige resultaten van dat onderzoek.
Tijdens het vullen van zuurstofflessen bestemd voor de luchtvaart heeft zich in de installatie een explosie voorgedaan met een steekvlam tot gevolg. Daarbij heeft de heer [verzoeker] ernstige brandwonden opgelopen aan zijn onderlichaam,
Het is van belang te voorkomen dat een dergelijk ongeval nog eens gebeurt. Daarom vraag ik u om zelf onderzoek uit te voeren en daarvan een rapportage te maken mét een plan van aanpak dat bijdraagt aan gezond en veilig werken in uw bedrijf. De Nederlandse Arbeidsinspectie noemt dit een werkgeversrapportage.
In deze brief leg ik u uit wat de werkgeversrapportage inhoudt en hoe u de werkgeversrapportage en andere stukken kunt aanleveren.
Wat betekent dit voor u als werkgever?
Met u is afgesproken dat u
binnen 2 werkdagen na datum dagtekening van dezebrief de volgende documenten naar mij stuurt:
• De Risico -Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) inclusief plan van aanpak;
• Het basiscontract met een Arbodienstverlener;
• Overige relevante documenten.
Ook verzoek ik u om zelf een werkgeversrapportage mét een plan van aanpak te maken. U dient de rapportage
binnen 15 werkdagen na datum dagtekening van dezebrief in te zenden.
2.6.
Hugen heeft naar aanleiding van het ongeval Brand Technisch Bureau Nederland B.V. (hierna: Brand) opdracht gegeven de toedracht van het ongeval te onderzoeken. In haar rapportage van 8 augustus 2022 staat onder meer:
2.6.1
Onderzoek keuzeafsluiter
(…)
III. Aan de hand van de reconstructie kan worden geconcludeerd dat het brandbeeld en de brand
verloopindicatoren zijn ontstaan vanuit de koppeling van de 140 bar aansluiting op de keuze
afsluiter.
en
IV. Dit is gepaard gegaan met zeer hoge temperaturen waarbij de smelttemperaturen van metalen
zoals rvs-staal zijn bereikt.
(…)
2.7
Ontstekingsbron(nen)
Volgens mededeling is bij onderhoud van de pomp in het vulstation in oktober 2021, gebleken dat
sprake was van een kleine lekkage. Daarnaast werd een oliegeur waargenomen. Om olievervuiling
te voorkomen zijn in de persluchtleidingen oliefilters geplaatst en zijn onderdelen van de pomp vervangen. Hierbij moet worden aangetekend dat de pomp en het zuurstofcircuit volledig zijn gescheiden, met andere woorden: inwendige vervuiling van het zuurstof circuit door oliedelen vanuit de persluchtaandrijving moet worden uitgesloten.
Zuivere zuurstof reageert heftig met (huid)vet- / olieproducten met een zeer felle brand tot gevolg.
Het kan en mag niet worden uitgesloten dat de in oktober 2021 geconstateerde olielekkage heeft
geleid tot vervuiling door oliedelen van de geluidisolatie van het zuurstofstation; de schuimrubber
isolatie heeft een open celstructuur waarin vervuiling zich kan ophopen. Dit geldt ook voor huidvet,
bij onderhoud of inspectie is het onvermijdelijk dat onbedekte huid in contact komt met het schuim
rubber. Huidvetten kunnen zich hierbij op het oppervlak afzetten en achterblijven. Gezien het sporenbeeld dat is ontstaan op het koppelstuk, waarmee de 140 bar zuurstofleiding op de keuzeafsluiter is aangesloten, is het alleszins aannemelijk dat op dit punt lekkage van zuivere zuurstof is opgetreden (foto’s 29 tlm 31). Dit sporenbeeld correspondeert met de smeltschade die in de keuzeafsluiter is ontstaan (foto’s 32 en 33).
Daarnaast kan statische elektriciteit als ontstekingsbron niet worden uitgesloten, bijvoorbeeld bij het
bedienen van de keuzeafsluiter zou dat kunnen hebben geleid tot vonkvorming.
2.8
Sporen ontstaan door veroudering
Het is opvallend dat het rvs ter plaatse van de haakse bochten van de bewuste koppeling èn van een
tweetal haakse bochten van de 140 bar zuurstofleiding, plaatselijk is gesmolten (foto’s 34 t/m 36).
Niet kan worden uitgesloten dat dit mede het gevolg is geweest van materiaalveroudering. Volgens
mededeling was het vulstation 20 jaar oud. Gedurende die tijd is intermitterend zuurstof onder hoge
druk van ten minste 140 bar door deze leidingen gestroomd. Drukwisselingen in met name haakse
bochten kunnen hebben geleid tot spanningen in het leidingmateriaal en mogelijk materiaalverlies
waardoor de sterkte en de weerstand tegen de zeer hoge temperaturen, waarmee het incident
ontegenzeggelijk gepaard ging zijn afgenomen.
2.7.
In de naar aanleiding van het ongeval opgestelde werkgeversrapportage is onder meer het volgende opgenomen:
“1.6 Het vulproces
(…)
De gehele bedieningskast is specifiek ontworpen om in een zuurstofrijke omgeving te functioneren. In het algemeen is voor een steekvlam zuurstof, een brandbare stof alsmede een ontsteking/verwarmingsbron nodig. Hierdoor is het voor zuurstofrijke omgevingen gebruik om geen elektrisch bediende apparatuur te gebruiken aangezien dan vonkvorming mogelijk is. De bedieningskast is zo ontworpen dat de pomp pneumatisch bediend wordt door middel van toevoer van perslucht van een compressor die elders in het gebouw is geplaatst. De bedieningskast is ca. 20 jaar oud.
Laatste revisie van de pomp was in 2020.
Het laatste onderhoud aan de pomp was oktober 2021, er werd een kleine lekkage gevonden en een mogelijk risico op olievervuiling.
We hebben daarom toen 5 oliefilters geïnstalleerd (één bij elke uitlaat).
(…)
We hebben Overhaul-kits besteld en gemonteerd voor 2 van de Haskel-regelkleppen om het lek te verhelpen.
(…)
3. Wat is er gebeurd op 14-06-2022
(…)
[verzoeker] (het slachtoffer) ging van start met het vullen van Zuurstofunits, er waren een tweetal zuurstofunits te vullen.
 AV2014478, WHU2203856
 B42365-1, WHU2205013
Om ca 9.30 uur de zuurstofunit AV2014478 was net gevuld met 3000 psi. [verzoeker] heeft de afsluiter van de zuurstoftoevoer vervolgens dichtgedraaid. Na het voltooien van het vullen ontstond een hard geluid/explosie en een steekvlam.
De steekvlam was in de kast van het vulstation, was kort maar hevig en de deuren van het vulstation gingen open waardoor de steekvlam ging richting de positie van het slachtoffer.
(…)
3.1
Initiële technische bevindingen Operations Manager
De operations manager heeft 10 jaar ervaring met zuurstofunits, na vrijgave door de arbeidsinspectie heeft de operations manager een initiël technisch onderzoek gedaan. Zijn eerste indruk was dat de steekvlam leek te zijn ontstaan vanuit de Hoge Druk naar Lage Druk regelklep, naar de manometer. De lagedrukleidingaansluiting is gebarsten/gesmolten.
Er lagen losse onderdelen op de vloer bij de pomp, ook de ruimte rond de pomp was stoffig en het geluiddempend schuim op de deuren blijkt niet brandwerend te zijn.
3.2
Het Slachtoffer
Het slachtoffer ( [verzoeker] ) die de installatie bediende, is relatief nieuw voor Hugen MfA en relatief nieuw voor het werken op de zuurstofafdeling, hij is in Oktober 2021 in dienst getreden bij HugenMfA
[verzoeker] heeft in 2021 een Human Factors en in 2022 Health & Safety opleidingen gevolgd.
(…)
6. Analyse en samenvatting
Niemand heeft ooit verwacht dat een dergelijk ongeluk kon plaatsvinden. Binnen de Aerosafety
groep zijn wereldwijd meerdere gelijksoortige zuurstof onderhoudswerkplaatsen in bedrijf, de
gezamenlijke expertise op operationeel en technisch gebied is enorm, echter in de historie van al
deze bedrijven die bij elkaar honderdduizenden zuurstofflessen hebben gevuld met behulp van
gelijksoortige vulstations is zoiets als dit nog nooit voorgevallen. Er zijn zeker achteraf verbeteringen denkbaar in onder andere de Oxygenshop, echter het vulstation was 20 jaar in gebruik en het onderdeel daarin dat het meest kwetsbaar is voor gevaar in combinatie met zuurstof, de pomp, is specifiek uitgerust om vonk en ontstekingsrisico’s uit te sluiten, en is bovendien opgenomen in een onderhoudsprogramma. Niemand had kunnen denken dat de druk-keuze schakelaar en de leidingen zelf aan inwendige slijtage onderhevig konden zijn. Ter illustratie van de onwaarschijnlijkheid van een dergelijk incident, ook in vliegtuigen worden leidingen voor hydraulische, brandstof en pneumatische toepassingen in principe nooit vervangen en gaan 30 jaar of meer mee naargelang de levensduur van het vliegtuig.
Uit de interviewverslagen van de medewerkers die daadwerkelijk in de Oxygen Shop werken
alsmede uit het interim verslag van het forensisch onderzoek is niet vast komen te staan of de
bediening van het vulstation een factor is geweest in het ontstaan van de steekvlam. Er is zekerheid waar de steekvlam is ontstaan, er is geen zekerheid of de bediening van de druk-keuze schakelaar er mede toe geleid heeft dat de schokgolf met alle daaropvolgende gebeurtenissen zoals beschreven in het forensisch onderzoeksrapport is ontstaan.
Alhoewel vulstations klaarblijkelijk voor vele jaren veilig kunnen werken, zijn er een aantal
kenmerkende verschillen met nieuwere versies. Nieuwe vulstations hebben een ontluchtingsopening naar achteren en niet naar voren. Een dergelijk vulstation zou niet de operator schade hebben kunnen toebrengen. Het nieuwe vervangende vulstation voor HugenMfA zal dan ook naar deze inzichten worden ingericht. Ook het ontwerp van de lage/hoge druk keuze klep zou nu niet meer volgens dit model gekozen worden. En bovendien weten we nu dat we ook het leidingwerk en de bedieningskleppen regelmatig aan inspectie, onderhoud en vervanging moeten onderwerpen.
HugenMfA en de SK Aerosafety group zal naar aanleiding van dit incident een aantal structurele
verbeteringsmaatregelen doorvoeren en hierover rapporteren aan medewerkers, management en
arbeidsinspectie.
Lijst met aanbevelingen en verbeteringen
Gerelateerd tot kennis en training
• Psychotherapeutische ondersteuning/nazorg voor het personeel
• Extra trainingen BHV/EHBO.
• Response oefeningen invoeren
• Lange termijn trainingsprogramma van basis engineering principes
• Invoeren van kledingbeleid en procedure rondom uitzonderingen
Gerelateerd tot onderhoud van hulpmiddelen
• Training en bevoegdheden overzicht machines
• Nieuwe vulmachine met aangepaste/geüpdatete gebruikseisen aanschaffen en in gebruik
nemen
• Werkinstructies/procedures machines.
• Machineonderhoud Checks (week, Maand, Jaar)
Gerelateerd tot documentatie en instructies
• Journaal optimaliseren (hulpverleners)
• Formeel Rl&E opstellen
• Risico analyse maken van elk stuk apparatuur in gebruik door het bedrijf
• Bedrijfsnoodplan optimaliseren.
• Structurele wijziging van de monitoring en uitvoering van Q.uality en H&S
• Ciliriders op rekken vol/leeg (duidelijkheid hulpverleners)
• Lokatie en bereikbaarheid van brandalarm knoppen beoordelen en evt aanpassen.
• Testen en indien nodig aanpassen van het rook- en brandalarm systeem
• Sleutel hek cilinderopslag (afsluiten cilinders) of afsluiten cilinders op afstand
• Markeren van looproutes en plaatsen waar niets opgeslagen mag worden
• Verbetering van de Halon tanks opslag achterin het gebouw
• Review van de hele shop en logistics vloer met Vervoer- en opslag flow, en indien nodig
opnieuw indelen van de shop en logistieke processen en faciliteiten
2.8.
Bij brief van 26 augustus 2022 heeft de Arbeidsinspectie aan Hugen laten weten dat de werkgeversrapportage voldoet aan de daaraan gestelde eisen en de Arbeidsinspectie het ongevalsonderzoek afsluit.
2.9.
Bij brief van 28 november 2022 heeft de gemachtigde van [verzoeker] Hugen aansprakelijk gesteld.
2.10.
Bij brief van 8 december 2022 heeft de gemachtigde van Hugen deze aansprakelijkheid van de hand gewezen.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
a. voor recht te verklaren dat hij tijdens het verrichten van zijn werkzaamheden schade heeft geleden en dat Hugen aansprakelijk is op grond van het bepaalde in artikel 7:658 BW en gehouden is de geleden en nog te lijden materiële en immateriële schade aan hem te vergoeden;
b. met begroting van zijn kosten zoals bedoeld in artikel 1019aa Rv op € 5.489,65, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, en Hugen te veroordelen deze kosten binnen 14 dagen na dagtekening van deze beschikking te voldoen en te verklaren voor recht dat de wettelijke rente zonder aanzegging verschuldigd zal zijn als niet binnen deze termijn is voldaan.
3.2.
Aan het verzoek heeft [verzoeker] het volgende ten grondslag gelegd.
Hugen is op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk voor de door hem geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het hem op de werkvloer overkomen ongeval. Hugen heeft gehandeld in strijd met artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 3.5g van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Het materiaal waarmee hij werkte was niet deugdelijk en leverde een gevaar op dat zich ook heeft verwezenlijkt. Hugen heeft geen RI&E opgesteld en had daardoor geen zicht op mogelijke gevaren en risico’s van de zuurstofshop en kon zijn werknemers daardoor dan ook niet tegen die gevaren beschermen. Bovendien is aan [verzoeker] geen brandwerende kleding verstrekt terwijl dit wel van Hugen kon worden verwacht. Dit geldt temeer nu Hugen wel vergaande voorschriften heeft gegeven voor gebruik van de ruimte waar de kast zich bevindt. Desondanks zijn geen instructies gegeven en is hij niet gewaarschuwd voor explosiegevaar.
3.3.
Hugen verzet zich tegen toewijzing van het verzoek en voert daartoe het volgende aan. Zij betwist in de eerste plaats dat deze procedure zich leent voor een deelgeschil.
Verder maakt het enkele feit dat [verzoeker] op de werkvloer schade heeft opgelopen niet dat Hugen daarvoor aansprakelijk is. Om aansprakelijkheid aan te kunnen nemen, dient Hugen een zorgplicht te hebben geschonden. Daarvan is, aldus Hugen, geen sprake. Zij heeft alle redelijkerwijs te nemen maatregelen genomen om dit ongeval te voorkomen. Zij heeft wel degelijk een risico-inventarisatie gemaakt om mogelijk gevaren te onderkennen, de Risk assessment van 6 september 2021 behelst een risico-inventarisatie. De schade is echter niet ontstaan doordat een van de in de risico-inventarisatie geconstateerde mogelijke gevaren zich heeft voorgedaan. Explosiegevaar was nu juist géén bekend gevaar bij het gebruik van een bedieningskast om zuurstofflessen te vullen. Om die reden heeft Hugen daar ook geen instructies over gegeven. Dat geldt ook voor het niet verstrekken van brandvertragende kleding. De explosie die zich heeft voorgedaan was een absoluut onbekend gevaar. Ook bij een andere of (nog) uitgebreidere risico-inventarisatie zou vanwege de absolute onbekendheid daarvan, het explosiegevaar niet als risico naar voren zijn gekomen.
Hugen betwist ten slotte de urenspecificatie van de gemachtigde van [verzoeker] .
3.4.
Op de standpunten van partijen wordt hieronder, waar nodig voor de behandeling van de zaak nader ingegaan.

4.De beoordeling

Aanvulling gronden tijdens mondelinge behandeling
4.1.
[verzoeker] heeft tijdens de mondelinge behandeling de gronden waarop hij de aansprakelijkheid van Hugen baseert uitgebreid door (ook) een beroep te doen op schending van een behoorlijke verzekeringsplicht door Hugen, welke verplichting voortvloeit uit artikel 7:611 BW. Hugen heeft hiertegen bezwaar gemaakt omdat zij zich hiertegen niet behoorlijk kan verweren nu dit standpunt door [verzoeker] voor het eerst tijdens de mondelinge behandeling is ingenomen.
De kantonrechter laat deze nieuwe grondslag gelet op het door Hugen gevoerde verweer buiten beschouwing omdat deze aanvulling van gronden gelet op het tijdstip van indiening in strijd is met de goede procesorde.
Deelgeschilprocedure
4.2.
[verzoeker] verzoekt in dit deelgeschil de aansprakelijkheid van Hugen voor de door hem geleden schade als gevolg van de explosie op het werk, vast te stellen. De deelgeschilprocedure [1] is ervoor bedoeld om partijen met een beslissing relatief snel en met een relatief eenvoudige procedure duidelijkheid te geven over een beperkt geschilpunt, als zo’n beslissing kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Deze procedure biedt partijen een eenvoudige, snelle en tegenover een bodemprocedure (meestal) aanmerkelijk goedkopere toegang tot de rechter ter oplossing van een of meer deelgeschillen in de buitengerechtelijke onderhandelingsfase. Een deelgeschil waarvan te verwachten is dat de beantwoording van die vraag te kostbaar is en veel tijd in beslag zal nemen, bijvoorbeeld omdat bewijsvoering nodig zal zijn, zal zich minder snel lenen voor een deelgeschilprocedure.
Schending zorgplicht?
4.3.
In artikel 7:658 lid 1 BW is de op een werkgever rustende zorgplicht opgenomen. Daarin wordt de werkgever verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid laat verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden voor het verrichten van arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te geven als redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Met artikel 7:658 BW is niet beoogd een absolute waarborg te scheppen voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van het ontstaan van schade in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Een werknemer die op grond van artikel 7:658 lid 2 BW schadevergoeding vordert, zal dienen te stellen en zo nodig bewijzen dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor de werkgever. Indien komt vast te staan dat de werknemer bij de uitoefening van zijn werkzaamheden schade heeft geleden dan is de werkgever op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk, tenzij hij aantoont dat hij zijn zorgplicht, als bedoeld in artikel 7:658 lid 1 BW is nagekomen, dan wel nakoming van deze zorgplicht het ongeval niet zou hebben voorkomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
4.4.
Vast staat dat [verzoeker] een ongeval is overkomen in de uitoefening van zijn werkzaamheden als gevolg waarvan hij schade heeft geleden. Daarvoor is Hugen in beginsel op grond van het hiervoor genoemde artikel 7:658 BW aansprakelijk, tenzij zij aantoont dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan.
4.5.
Partijen verschillen onder meer van mening over de vraag of Hugen haar zorgplicht heeft geschonden door geen RI&E op te stellen, geen onderhoud uit te voeren aan de leidingen en koppelstukken, geen brandwerende kleding te verstrekken en [verzoeker] niet te waarschuwen voor explosiegevaar. Anders dan Hugen bij wijze van verweer heeft aangevoerd is de kantonrechter van oordeel dat het opgestelde Risk assessment niet gelijkgesteld kan worden met een RI&E. Gesteld noch gebleken is immers dat deze analyse voldoet aan de vereisten die aan een RI&E worden gesteld, in het bijzonder dat deze getoetst moet zijn door een gecertificeerde deskundige. Overigens maakt het enkele feit dat Hugen niet over een officieel RI&E beschikte nog niet dat zij daarom aansprakelijk is voor de door [verzoeker] geleden schade. Daarvoor is nodig dat er een causaal verband bestaat tussen het ontbreken van de RI&E en het ongeval. Hugen betwist dat daarvan sprake is nu het ongeval dat zich heeft voorgedaan niet voortvloeide uit een voorzienbaar risico en ook bij een andere/uitgebreidere opgestelde RI&E niet naar voren zou zijn gekomen als risico.
Uit het rapport van Brand volgt dat aannemelijk is dat de oorzaak van de explosie is gelegen in een lekkage van zuivere zuurstof bij het koppelstuk en dat niet kan worden uitgesloten dat dit mede het gevolg is van materiaalveroudering van het leidingwerk en met name de haakse bochten daarin. Gesteld noch gebleken is dat er een alternatieve oorzaak kan zijn geweest. Tussen partijen staat vast dat Hugen weliswaar de pomp onderhield, maar niet de leidingen. Volgens Hugen was dat ook niet nodig. Zij verrichtte al het voorgeschreven onderhoud en de leidingen vormden geen risico. Zij hoefde dan ook een dergelijk onderhoud niet te verrichten, dit leverde geen gevaar op. Zij hoefde [verzoeker] evenmin te waarschuwen voor explosiegevaar en hem brandwerende kleding te verstrekken, nu er geen sprake was van een voorzienbaar risico voor de bediener van de pomp. Dit wordt door [verzoeker] betwist.
Partijen verschillen aldus van mening over de vraag of er sprake was van enig kenbaar of voorzienbaar risico en welke maatregelen in dat verband van Hugen verwacht mochten worden. Als de werkgever het risico niet kende en niet behoorde te kennen tijdens het ongeval, dan staat dat aan aansprakelijkheid in de weg (zie ook: ECLI:NL:HR:2004:A04596). Bij de beantwoording van de vraag of Hugen haar zorgplicht is nagekomen, is (dus) van belang of sprake was van een risico en wat in dat kader van Hugen verwacht mocht worden.
De voorhanden zijnde schriftelijke stukken, aangevuld met de verklaringen van Hugen en [verzoeker] ter zitting, zijn naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende om dit te kunnen vaststellen. Uit de overgelegde handleiding en specificaties van het Boostersysteem en de richtlijn voor het werken met zuurstof (producties 13 tot en met 15 van de zijde van Hugen) blijkt weliswaar dat er sprake is van brandgevaar indien zuurstof in aanraking komt met bijvoorbeeld olie of vet, maar niet of de leidingen van het systeem onderhouden dienen te worden of dat daar een gevaar in schuilt. Voor de beantwoording van voornoemde vraag is daarom nadere bewijslevering nodig, waarvoor, zoals reeds is overwogen, een deelgeschilprocedure zich in beginsel niet leent. Voor een uitzondering op dit beginsel wordt in dit geval geen aanleiding gezien. Een vergelijking met de zaak uit 2011 (ECLI:NL:RBARN:2011:4222) gaat hier niet op. In dat geval was sprake van een bijzonder geval waarbij in een separate procedure reeds om een voorlopige getuigenverhoor was verzocht en de aangedragen getuigen reeds waren gehoord waardoor de afronding van die procedure niet lang meer op zich zou laten wachten. Daarvan is in dit geval geen sprake.
Dit betekent dat het verzoek van [verzoeker] op grond van artikel 1019z Rv zal worden afgewezen.
Kosten deelgeschil
4.6.
[verzoeker] heeft verzocht Hugen te veroordelen in de kosten als bedoeld in artikel 1019aa Rv. Ook als een verzoek op grond van artikel 1019z Rv wordt afgewezen, dient de kantonrechter de kosten te begroten. Daarbij gaat het om kosten die in redelijkheid zijn gemaakt en die in omvang redelijk zijn.
4.7.
De kantonrechter begroot worden de kosten, met inachtneming van voormelde dubbele redelijkheidstoets, op € ‭3.499,20 (12 x € 235,00 vermeerderd met btw en het door [verzoeker] betaalde griffierecht van € 87,00). Daarbij is in plaats van de opgegeven 23 bestede uren uitgegaan van 12 uren, gelet op de omvang en inhoud van het verzoekschrift, verweerschrift, de spreekaantekeningen en de zitting en de mate van complexiteit.‬‬‬ Dat het bestuderen van de Engelstalige producties haar veel tijd en moeite hebben gekost dient voor rekening en risico van mr. Du Plessis te blijven. Zij beschikte immers reeds geruime tijd over deze stukken en had daarvan desgewenst een vertaling op kunnen vragen.‬‬‬‬‬‬
Deze kosten dienen binnen veertien dagen na deze beschikking te worden voldaan aan de gemachtigde van [verzoeker] . De rente over de kosten wordt toegewezen vanaf veertien dagen na de datum van deze beschikking.

5.De beslissing

De kantonrechter,
5.1.
begroot de kosten van [verzoeker] als bedoeld in artikel 1019aa Rv op € 3.499,20;
5.2.
veroordeelt Hugen tot betaling van de kosten van € 3.499,20 binnen veertien dagen na de datum van deze beschikking op rekeningnummer NL61RABO0187482691 ten name van Du Plessis Letselschade Advocatuur B.V., te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na de datum van deze beschikking;
5.3.
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.W. de Groot en in het openbaar uitgesproken op
25 maart 2025.
498 / 918

Voetnoten

1.Artikel 1019w lid 1 Rv.