ECLI:NL:RBGEL:2025:3217
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over de vraag of een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen tussen partijen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 11 april 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde]. De kern van het geschil betreft de vraag of er een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW tot stand is gekomen tussen partijen. [eiseres] stelt dat zij sinds 1 mei 2021 voor onbepaalde tijd bij [gedaagde] in dienst is en vordert onder andere betaling van loon en afgifte van loonstroken. [gedaagde] betwist echter dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst en stelt dat de betalingen aan [eiseres] geen loon in de zin van de wet zijn, maar onderdeel uitmaken van een fiscaal aantrekkelijke constructie.
De procedure begon met een dagvaarding op 19 maart 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 28 maart 2025. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen arbeidsovereenkomst is ontstaan, omdat niet is aangetoond dat [eiseres] arbeid heeft verricht in de zin van de wet en er geen gezagsverhouding tussen partijen bestaat. De kantonrechter heeft [gedaagde] wel veroordeeld om een loonstrook over november 2024 aan [eiseres] te verstrekken, maar heeft de overige vorderingen van [eiseres] afgewezen. Tevens is [eiseres] veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].