In deze zaak hebben ouders verzocht om de achternaam van hun kinderen te wijzigen naar een dubbele gecombineerde achternaam. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand heeft dit verzoek afgewezen, omdat de ouders niet in aanmerking komen voor de overgangsregeling van de Wet Invoering Gecombineerde Geslachtsnaam (WIGG). De ouders zijn van mening dat deze afwijzing in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de ambtenaar terecht het verzoek heeft afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er geen wettelijke grondslag bestaat voor het toewijzen van het verzoek, aangezien de oudste dochter van de ouders voor 1 januari 2016 is geboren en de overgangsregeling van de WIGG niet op hen van toepassing is. De rechtbank heeft ook overwogen dat de wet niet in strijd is met grondrechten of internationale bepalingen. De ouders hebben hun verzoek verder toegelicht tijdens de mondelinge behandeling, maar de rechtbank heeft geen ruimte gezien om aan het verzoek tegemoet te komen. De rechtbank wijst het verzoek af en stelt dat de ambtenaar niet in de kosten van het geding kan worden veroordeeld.