Deze uitspraak betreft de verlening van een omgevingsvergunning door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard voor het bouwen van een speeltoestel (speelfort) in een speeltuin te [plaats 1]. De aanvraag voor de omgevingsvergunning werd ingediend op 24 mei 2023 en is door het college op 20 juni 2023 verleend. Eisers, bewoners van [plaats 1], maakten bezwaar tegen deze vergunning, omdat zij van mening waren dat de vergunning in strijd was met het bestemmingsplan "Buitengebied Lingewaard". De commissie bezwaarschriften adviseerde dat de aanvraag in strijd was met de voorschriften van het bestemmingsplan, omdat het speelfort groter was dan het toegestane bouwoppervlak. Echter, het college heeft de vergunning aangepast en verleend met toepassing van de kruimelgevallenregeling.
De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de beroepsgronden van eisers niet slagen, omdat het speelfort past binnen het bestemmingsplan en er geen sprake is van weigeringsgronden. De rechtbank heeft de argumenten van eisers over de noodzaak van een aanlegvergunning en de wijziging van de aanvraag verworpen. De rechtbank concludeert dat de aanvraag voor het speelfort voldoet aan de eisen van het bestemmingsplan en dat de omgevingsvergunning terecht is verleend. De eisers krijgen geen gelijk en het beroep is ongegrond, wat betekent dat zij geen griffierecht terugkrijgen en ook geen proceskosten vergoed krijgen.