In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt de zaak behandeld van een belanghebbende die meerdere schenkingen heeft ontvangen, waaronder aandelen in een BV die een NSW-landgoed bezit. De rechtbank beoordeelt de beroepen van de belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, die drie aanslagen schenkbelasting heeft opgelegd. De belanghebbende stelt dat de inspecteur de schenkbelasting te hoog heeft vastgesteld en dat bij de samentelbepaling van de schenkingen rekening moet worden gehouden met een negatieve waarde van de geschonken aandelen. De rechtbank oordeelt echter dat de inspecteur de schenkbelasting correct heeft vastgesteld en dat een negatieve waarde van een schenking niet mogelijk is. De rechtbank legt uit dat eerst het belastbare bedrag van elke schenking afzonderlijk moet worden bepaald voordat de samentelbepaling van toepassing is. De rechtbank concludeert dat de inspecteur de schenkbelasting niet te hoog heeft vastgesteld en dat de invorderingsvrijstelling correct is toegepast. Daarnaast wordt er een schadevergoeding toegekend aan de belanghebbende wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en wijst de verzoeken van de belanghebbende af.