In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt de zaak behandeld van een belanghebbende die meerdere schenkingen heeft ontvangen, waaronder aandelen in een BV die een NSW-landgoed bezit. De rechtbank beoordeelt de beroepen van de belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, die schenkbelasting heeft opgelegd. De inspecteur heeft de bezwaren van de belanghebbende ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de schenkbelasting niet te hoog heeft vastgesteld en dat de negatieve waarde van de schenking van de aandelen niet kan worden verrekend met andere schenkingen. De rechtbank legt uit dat de systematiek van de Successiewet vereist dat eerst het belastbare bedrag per schenking wordt vastgesteld voordat de samentelbepaling wordt toegepast. De rechtbank concludeert dat de inspecteur de schenkbelasting correct heeft berekend en dat de verzoeken van de belanghebbende om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn gedeeltelijk worden toegewezen. De rechtbank wijst de beroepen van de belanghebbende af en kent een schadevergoeding toe voor immateriële schade.