In deze zaak gaat het om een last onder dwangsom die aan eisers is opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland. Eisers hebben in hun achtertuin een bijgebouw gebouwd dat niet voldoet aan de bestemmingsplanregels, met een goothoogte van 4,47 meter, terwijl het bestemmingsplan een maximale goothoogte van 4 meter toestaat. Het college heeft hen een last onder dwangsom opgelegd om het bijgebouw te verlagen of af te breken, met een dwangsom van € 1.500 per week tot een maximum van € 15.000. Eisers zijn het niet eens met dit besluit en stellen dat er concreet zicht op legalisatie is, omdat zij een omgevingsvergunning zouden kunnen aanvragen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 23 juli 2025 en geconcludeerd dat er geen sprake is van concreet zicht op legalisatie, omdat het bijgebouw in strijd is met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard, waardoor de last onder dwangsom in stand blijft. De rechtbank heeft ook aangegeven dat eisers geen recht hebben op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.