Op 3 september 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland in Zutphen een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van een jaar te verlengen, tot 9 september 2026. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van de kinderen, die belast is met het ouderlijk gezag, geen verweer heeft gevoerd tegen het verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) om deze verlengingen. De kinderrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de kinderen in hun huidige gezinshuizen de stabiliteit en veiligheid krijgen die zij nodig hebben, en dat er momenteel geen zicht is op thuisplaatsing bij de moeder. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat de GI moet blijven kijken naar mogelijkheden voor uitbreiding van de omgang tussen de moeder en de kinderen, ondanks de huidige situatie. De kinderrechter heeft verder opgemerkt dat het perspectiefbesluit van de GI niet inhoudelijk kan worden getoetst, maar wel relevant is voor de beoordeling van de uithuisplaatsing. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.