Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiseres] B.V., uit [plaats 1], eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [derde-partij] uit [plaats 1].
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
“een bedrijfsmatige activiteit die voorziet in een aanvulling van het inkomen van de uitvoerder van de hoofdactiviteit, waarbij die nevenactiviteit in ruimtelijk, functioneel en economisch opzicht ondergeschikt blijft aan de hoofdactiviteit die is toegestaan op het perceel.” [7] Deze omschrijving is naar het oordeel van de rechtbank zo algemeen dat de aard van de nevenactiviteit in beginsel niet lijkt te worden beperkt. Voor zover het college op de zitting heeft gesteld dat uit de toelichting op het bestemmingsplan zou blijken dat het wel degelijk de bedoeling was om bepaalde nevenactiviteiten te beperken, maakt dit het oordeel van de rechtbank niet anders.
“het bedrijf [naam werkmaatschappij] B.V. nog steeds in strijd met het geldende bestemmingsplan activiteiten uitvoert op de betreffende percelen.” [8] Daarvoor acht de rechtbank van belang dat in de controlerapportage verschillende bevindingen staan die maken dat wel degelijk een andere situatie is aangetroffen dan ten tijde van de eerste controle in augustus 2022. Illustratief hiervoor zijn de volgende citaten [9] :
Conclusie en gevolgen
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 9 januari 2024;
- bepaalt dat het college binnen acht weken een nieuwe beslissing op bezwaar neemt met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.814,-;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 371,- aan eiseres moet vergoeden.