Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
€ 801,99 inclusief btw;
€ 3.569,50;
4.De beoordeling
“Fulltime: 38,00”en
“Parttime: 20,00”op de loonstroken van de maanden februari tot en met mei 2024. Op de loonstrook van de maand juni 2024 staat vervolgens enkel
“Fulltime: 38,00”en die maand is er ook dienovereenkomstig 132,50 uur door [gedaagde] aan [eiser] uitbetaald. In lijn hiermee is ook de onderbouwde stelling van [eiser] dat hij (met uitzondering van drie weken waarin hij en dag per week naar school ging) vijf dagen per week van 07.00 uur tot 16.15 uur heeft gewerkt. Van een schriftelijke oproeping van [eiser] door [gedaagde] is niet gebleken. In dat licht kan aan de vermelding
“Oproepkracht (ja)”op de loonstroken vanaf mei 2024 (terwijl op eerdere loonstroken
“Oproepkracht: nee”stond vermeld) ook geen gewicht worden toegekend. Ook de doorbetaling bij ziekte (12-16 augustus 2024) en de uitbetaling van het loon over de maand januari 2025 (zonder dat in die maand door [eiser] is gewerkt), geeft blijk van een arbeidsovereenkomst met een vaste arbeidsomvang. Het verweer van [gedaagde] dat deze betalingen uit coulance dan wel met het oog op artikel 7:610b BW hebben plaatsgevonden, wordt door de kantonrechter dan ook niet gevolgd.
- loon februari 2024 € 1.112,98;
- loon maart 2024 € 1.112,98;
- loon april 2024 € 1.112,98;
- loon mei 2024 € 1.223,10;
- loon juni 2024 € 426,90;
- loon juli 2024 € 50,21;
- loon september 2024 € 843,65;
- loon december 2024 € 166,49;
- onterecht ingehouden bedrag (bedrijfsongeval) € 500,00;
- vakantietoeslag 8% € 483,94;
- toeslag vakantiedagen 10%