In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 22 oktober 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een omgevingsvergunning voor een bijgebouw en overkapping in de achtertuin van een woning. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen, dat op 19 oktober 2023 het bezwaar van eiseres tegen de verleende omgevingsvergunning ongegrond heeft verklaard. De rechtbank heeft in een eerdere tussenuitspraak op 18 maart 2025 geconstateerd dat het welstandsadvies niet zorgvuldig tot stand was gekomen en in strijd was met de Verordening op de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en Cultuurhistorie. Het college kreeg de gelegenheid om het geconstateerde gebrek te herstellen. In reactie hierop heeft het college een aangepast welstandsadvies ingediend, waarover eiseres en vergunninghouders hun zienswijze hebben gegeven. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college met het aangepaste welstandsadvies het gebrek heeft hersteld en dat het college zich in redelijkheid op dit advies heeft mogen baseren. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. Eiseres krijgt gedeeltelijk gelijk, maar dit leidt niet tot een andere uitkomst. Het college moet het door eiseres betaalde griffierecht vergoeden, maar er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.