Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
.De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
Rechtbank Gelderland
In deze zaak vordert de werknemer, [eiser], loon over een aantal achterliggende jaren van zijn werkgever, [gedaagde]. De werknemer is op 1 juni 2013 in dienst getreden en heeft gedurende zijn dienstverband geen loonstroken ontvangen. Op 12 januari 2023 heeft hij zijn ontslag ingediend, waarna hij aanspraak heeft gemaakt op achterstallig loon. De werkgever beroept zich op de klachtplicht, maar de kantonrechter oordeelt dat dit beroep niet slaagt. De kantonrechter stelt vast dat de werknemer niet op tijd heeft geklaagd over het te weinig betaalde loon, maar dat de werkgever onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de werknemer op de hoogte was van de hoogte van zijn loon. De kantonrechter oordeelt dat de werknemer recht heeft op het gevorderde loon, vermeerderd met een wettelijke verhoging van 25% en wettelijke rente. Daarnaast wordt de werkgever veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten. De kantonrechter verklaart voor recht dat de werkgever te weinig pensioenpremie heeft afgedragen en dat de werknemer recht heeft op schadevergoeding, nader op te maken bij staat.