4.1.Uit vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) volgt dat onder “zijn arbeid” als bedoeld in artikel 19 van de ZW wordt verstaan de laatstelijk voor de ziekmelding feitelijk verrichte arbeid. Deze regel lijdt uitzondering, wanneer de verzekerde – nadat het ziekengeld na een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling als bedoeld in artikel 19aa, eerste lid en onder b, na 52 weken is geëindigd – niet in enig werk heeft hervat en zich vervolgens weer ziek meldt. Ziekengeld kan in zo’n geval worden geweigerd wanneer is voldaan aan de volgende twee, cumulatieve, voorwaarden:
1. van de oorspronkelijk bij de EZWb geselecteerde functies, met inbegrip van de functies die als reservefuncties aan de betrokkene zijn voorgehouden, zijn op de datum in geding ten minste drie functies met elk ten minste drie arbeidsplaatsen voor de verzekerde geschikt gebleven, én
2. op basis van die functies – gelet op de loonwaarde die die functies ten tijde van de EZWb vertegenwoordigden, afgezet tegen het bij de EZWb geldende maatmaninkomen – is nog steeds sprake van een arbeidsgeschiktheid van ten minste 65%. Daarbij is niet van belang of de oorspronkelijke functies ten tijde van de latere ziekmelding nog in het CBBS aanwezig zijn. Evenmin is van belang of die functies ten tijde van de nieuwe ziekmelding op onderdelen qua belasting en/of beloning inmiddels zijn gewijzigd.
De standpunten in beroep over de medische beperkingen
5. Eiseres voert aan dat de verzekeringsarts b&b ten onrechte stelt dat er geen sprake is van nieuwe informatie. Zoals de verzekeringsarts b&b zelf al overweegt, is inmiddels de diagnose vermijdende persoonlijkheid gesteld alsmede een matig ernstige depressieve stoornis. De klachten en beperkingen van eiseres zijn dan ook toegenomen. Er wordt niet gemotiveerd waarom de situatie en beperkingen hetzelfde zijn. Wel wordt erkend dat eiseres kwetsbaar is en een beperkte draagkracht heeft. Echter, uit de omstandigheid dat zij een huishouden heeft en kinderen opvoedt, wordt geconcludeerd dat eiseres draagkracht heeft. Haar betoog dat zij daarnaast niet kan werken, kan verzekeringsgeneeskundig niet worden meegenomen. Er wordt echter miskend dat, indien eiseres moet werken, er geen evenwicht is op micro-, meso- en macroniceau en zij dan psychisch decompenseert. Bovendien is volgens eiseres niet meegewogen dat geen sprake is van een actief dagverhaal. Evenmin is meegenomen – zoals in bezwaar is gesteld – dat eiseres geen contacten met anderen heeft, omdat sociale contacten te belastend zijn voor haar en te veel prikkels geven. Er was daarom gezien de vermoeidheid van eiseres aanleiding voor een duurbeperking. Dat wordt miskend.
6. In het verweerschrift van 5 december 2023 stelt het UWV zich – samengevat – op het volgende standpunt. De verzekeringsarts b&b heeft duidelijk en inzichtelijk gemotiveerd hoe zij tot haar beoordeling is gekomen. Zij is van mening dat een gewijzigde diagnose niets verandert aan de ervaren klachten en belemmeringen en de beperkingen die daaruit voortvloeien. Een diagnose is niet doorslaggevend voor het klachtenpatroon en de daaruit voortvloeiende beperkingen. Het gaat erom of uit de medische informatie blijkt dat eiseres verdergaande beperkingen heeft dan is aangenomen bij de eerdere beoordeling.Dat is in het geval van eiseres niet gebleken. Zoals door de verzekeringsarts b&b is aangegeven, blijkt uit vaste rechtspraak van de CRvB dat de belasting die voortkomt uit het huishouden, waaronder begrepen de zorg voor kinderen, buiten beschouwing moet blijven bij de vraag of eiseres in staat moet worden geacht de in aanmerking genomen arbeid te verrichten.
7. In de heropeningsbeslissing heeft de rechtbank erop gewezen dat in het rapport van de verzekeringsarts b&b van 24 oktober 2023 niet wordt ingegaan op de vraag hoe de verzekeringsarts b&b het sociaal functioneren van eiseres ziet. De verzekeringsarts b&b geeft op pagina 7 van haar rapport een weergave van wat eiseres heeft verteld over haar sociaal functioneren. Hier wordt geen motivering gegeven waarom er geen sprake is van verdere beperkingen op het gebied van haar sociaal functioneren. Deze motivering wordt ook niet op pagina 8 onder ‘heroverweging/beschouwing’ gegeven. Het UWV is verzocht om nader te motiveren op welke wijze in de FML van 24 januari 2022 rekening is gehouden met het sociaal functioneren van eiseres. Het UWV is tevens verzocht om toe te lichten waarom er geen sprake is van toegenomen beperkingen op het gebied van het sociaal functioneren van eiseres, gelet op de informatie van haar behandelaars (Dimence en Hezenberg).
8. Naar aanleiding van de heropeningsbeslissing heeft het UWV een aanvullend rapport ingebracht van de verzekeringsarts b&b van 27 februari 2025. De verzekeringsarts b&b stelt dat – zoals eerder aangegeven – de inmiddels gestelde diagnose vermijdende persoonlijkheidsstoornis geen nieuw medisch feit betreft. Uit de beschikbare informatie volgt dat eiseres de zorg voor haar kinderen draagt. Zij bracht en haalde ze van school en ging met de jongste naar zwemles. Met kerstmis was zijn uitgenodigd bij een bevriend stel. Zij had contact met haar zus en zij heeft een goede vriendin (haar buurvrouw). Eiseres gaf aan dat zij weliswaar een beperkt sociaal netwerk had, maar er was dus wel sprake van enige sociale contacten en zij functioneerde ook buiten haar gezin, aldus de verzekeringsarts b&b. Dat eiseres meerdere keren per dag slaapt, is op zichzelf nog geen grond voor een arbeidsduurbeperking op energetische gronden. Er zou dan sprake moeten zijn van een medische noodzaak. De verzekeringsarts b&b stelt dat bij eiseres in voldoende mate rekening is gehouden met de noodzaak tot enige extra recuperatietijd. Uit haar dagverhaal blijkt dat zij geen abnormaal lange nachtrust heeft en ook niet dagelijks overdag (bij)slaapt. Dat maakt dat de gegeven arbeidsduurbeperking voldoende is voor de aard en de ernst van de onderliggende medische problematiek. De verandering van de diagnose maakt dit niet anders. De verzekeringsarts b&b stelt daarnaast dat – bij een vermijdende persoonlijkheidsstoornis – het niet verstandig is om mee te gaan met het vermijden. Om minder last te hebben van de klachten en ervaren belemmeringen zal juist de confrontatie aangegaan moeten worden met hetgeen iemand wil vermijden. Zoals blijkt uit de stukken van de behandelaars heeft eiseres moeite met (nieuwe) sociale contacten. Zij voelt zich snel minderwaardig en tekortschieten. Tegelijk zijn er, noch bij de primaire arts, noch bij de verzekeringsarts b&b, afwijkingen gezien bij het psychisch onderzoek. Eiseres was niet geremd in het contact. Zij heeft ook wel wat sociale contacten, zoals eerder vermeld. Daarmee zijn er geen gronden om haar ten aanzien van het sociaal functioneren sterk te beperken. De verzekeringsarts b&b geeft aan dat het bij het vaststellen van de beperkingen van belang is om enerzijds eiseres niet te veel te beperken (omdat dit de vermijding alleen maar in stand houdt), en anderzijds wel rekening te houden met de stress en spanning die zij kan ervaren bij het aangaan van (nieuwe) sociale contacten. De verzekeringsarts b&b concludeert vervolgens dat deze balans bij eiseres gevonden is, door haar wel te beperken ten aanzien van conflicthantering en niet voor andere (sociale) contacten in de rubriek ‘sociaal functioneren’. Daar komt bij dat in deze rubriek al verdere beperkingen zijn gegeven. Eiseres is aangewezen op werk dat weinig stresserend is en een voorspelbare werksituatie kent, zonder veelvuldige deadlines/productiepieken en geen gedwongen hoog handelingstempo. De ingebrachte medische informatie geeft daarom geen aanleiding om het standpunt te wijzigen.
De beoordeling door de rechtbank
9. In het rapport van de verzekeringsarts b&b van 24 oktober 2023 is opgenomen dat eiseres aangeeft dat zij ten opzichte van een half jaar geleden (de datum in geding) vermoeider is. Eiseres benoemt dat zij veel meer slaapbehoefte heeft dan eerder. Ook gaat zij slechts één keer per maand naar de kerk en wandelt zij nog maar één keer per week met haar buurvrouw (waar zij eerder wekelijks naar de kerk ging en vaak met haar buurvrouw ging wandelen). Zij heeft op dat moment ook moeite met concentreren en vindt het nog spannender om met andere mensen om te gaan. De rechtbank merkt op dat eiseres bij de primaire arts heeft verteld dat zij 2 tot 3 keer per week rust door 1 uur te gaan slapen. Bij de verzekeringsarts b&b heeft eiseres aangegeven dat zij 4 tot 5 keer per week 1,5 tot 2 uur slaapt.
Dit rapport (van 24 oktober 2023) is echter van ongeveer zes maanden na de datum in geding. De rechtbank is daarom van oordeel dat voor de beoordeling van de medische situatie als uitgangspunt moet worden genomen hetgeen eiseres over haar dagverhaal en dergelijke heeft verteld bij de primaire arts.
10. Uit de anamnese, opgenomen in het rapport van de primaire arts van 28 juni 2023, volgt (op pagina 4) dat eiseres haar dag vooral vult met de zorg voor haar twee kinderen en het regelen van het huishouden. Ze gaat sociale contacten aan met bijvoorbeeld de buurvrouw, of telefonisch met een vriendin. Op zondag gaat zij naar de kerk. Op pagina 5 van dit rapport is het dagverhaal van eiseres opgenomen. De rechtbank stelt vast dat het dagverhaal in grote mate overeenkomt met hetgeen hierover is opgenomen in de rapporten van 8 november 2021 en 24 januari 2022. Eiseres heeft bij de arts wel aangegeven dat zij– ten opzichte van de EZWb – meer emotioneel instabiel is in sociale contacten, last heeft van concentratieproblemen en meer vermoeid is. De arts heeft vervolgens gemotiveerd dat de geclaimde energetische belemmeringen, concentratieproblemen en belemmeringen in de omgang met anderen, niet automatisch leiden tot het aannemen van meer beperkingen. In de FML is daarnaast al voldoende rekening gehouden met deze geclaimde belemmeringen. De rechtbank kan deze motivering van de arts volgen.
11. Verder is de rechtbank van oordeel dat ook de verzekeringsarts b&b een voldoende toereikende motivering heeft gegeven. Uit de anamnese en het dagverhaal blijkt volgens de verzekeringsarts b&b dat eiseres het huishouden doet en zorgt voor twee kinderen. Dat bevestigt dat er belastbaarheid is. Dat het voor eiseres moeilijk is om de zorg voor haar kinderen te combineren met werk is heel invoelbaar, maar verzekeringsgeneeskundig moet dit buiten beschouwing blijven. Tijdens het onderzoek blijkt dat eiseres haar aandacht goed bij het gesprek kan houden, ondanks haar emotionaliteit. Er is derhalve geen grond voor beperkingen ten aanzien van aandacht of concentratie. Wel is er gelet op de gestelde diagnose en de bevindingen bij onderzoek (zowel beschreven in de eerdere medische onderzoeksverslagen als nu tijdens het onderzoek bij de verzekeringsarts b&b) sprake van een kwetsbare vrouw die door ziekte beperkt is in het persoonlijk en sociaal functioneren. Dit is niet anders dan eerder en met haar kwetsbaarheid is volgens de verzekeringsarts b&b voldoende rekening gehouden. Vanwege haar vermoeidheidsklachten is in januari 2022 ook al een beperkte arbeidsduurbeperking gegeven. Er is geen medische grond voor een verdere aanpassing van de werktijden dan eerder is aangegeven in de FML van 24 januari 2022, aldus de verzekeringsarts b&b. Met de gegeven arbeidsduurbeperking wordt al tegemoetgekomen aan de door eiseres ervaren vermoeidheidsklachten en is tevens ruimte voor haar behandeling. Samenvattend zijn er volgens de verzekeringsarts b&b geen medische gronden om de bij de EZWb vastgestelde belastbaarheid aan te passen. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts b&b hiermee een voldoende motivering heeft gegeven voor de gestelde beperkingen.