Uitspraak
[derde-partij] B.V.uit [plaats 3]
II. Oud recht van toepassing
bij agrarische bedrijven. [3] Hier is geen sprake van een agrarisch bedrijf.
III. De natuurvergunning in deze zaak
IV. Het beroep
6.1. Op grond van artikel 1.3, eerste lid, van de Wet natuurbescherming (Wnb) zijn in beginsel gedeputeerde staten van de provincie waarin een handeling wordt verricht, bevoegd om, onder andere, een natuurvergunning te verlenen. In deze zaak is niet in geschil dat het project plaatsvindt in de provincie Gelderland en dat dus gedeputeerde staten van Gelderland in beginsel bevoegd zijn om een vergunning te verlenen voor dit project.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de natuurvergunning van 28 juni 2024;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eisers van € 2.267,50;
- gelast dat het college het betaalde griffierecht van € 371,- aan eisers vergoedt;
- bepaalt dat de griffier van de rechtbank aan de [eiser/stichting 2] het door haar betaalde griffierecht van € 371,- voor de zaak 24/5494 terugstort.