ECLI:NL:RVS:2025:4050
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 26 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. De zaak betreft een aanvraag van een betrokkene om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die eerder op 26 augustus 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was ingewilligd. Echter, op 13 december 2024 heeft de minister van Asiel en Migratie een verzoek van de betrokkene om bestuurlijke heroverweging van een eerder besluit afgewezen. De rechtbank Den Haag heeft op 7 juli 2025 het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, met uitzondering van de ingangsdatum van de verblijfsvergunning. De minister heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de minister in de gelegenheid gesteld om de belangen van zowel de minister als de betrokkene te overwegen. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter besloten dat de minister geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Dit besluit is genomen om de rechtspositie van de betrokkene te waarborgen en om te voorkomen dat er onomkeerbare gevolgen zouden optreden voordat er een definitieve uitspraak is gedaan. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 augustus 2025.