ECLI:NL:RBGEL:2025:9451

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 oktober 2025
Publicatiedatum
6 november 2025
Zaaknummer
05-232252-23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte tot taakstraf voor bezit van harddrugs in vereniging

Op 27 oktober 2025 heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het (in vereniging) bezitten van harddrugs. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 20 uur. De zaak kwam voort uit een onderzoek naar drugsgebruik onder militairen, waarbij de verdachte in beeld kwam na het uitlezen van de telefoon van een andere militair. De tenlastelegging omvatte het bezit van verschillende hoeveelheden harddrugs, waaronder cocaïne, MDMA en 3-MMC, in de periode van mei 2021 tot en met juli 2022. De militaire kamer heeft de bewijsvoering beoordeeld, waarbij het verweer van de verdediging over de onrechtmatigheid van het bewijs werd verworpen. De militaire kamer oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het aanwezig hebben van 2 gram cocaïne en 2 XTC-pillen, maar sprak hem vrij van andere onderdelen van de tenlastelegging. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn dienstverband bij Defensie, en legde een lagere taakstraf op dan geëist door de officier van justitie. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffiers en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/232252-23
Datum uitspraak : 27 oktober 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 3] , [postcode] in [woonplaats] .
Raadsman: mr. R.J. Sterk, advocaat in Lelystad.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 08 mei 2021 tot en met 11 mei 2021 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 7 zogenoemde XTC-tabletten/pillen, in elk geval (een) hoeve(e)lhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 11 augustus 2021 tot en met 10 september 2022 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 2 gram, in elk geval (een) hoeve(e)lhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne en/of
- ongeveer 1 gram, in elk geval (een) hoeve(e)lhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA en/of
- 20 zogenoemde XTC-tabletten/pillen (MDMA), in elk geval (een) hoeve(e)lhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA en/of
- ongeveer 5 gram, in elk geval (een) hoeve(e)lhe(i)d(en) van een materiaal bevattende 2C-B, zijnde 2C-B
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 26 april 2022 tot en met 09 juli 2022 te Amersfoort, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 6 gram, in elk geval (een) hoeve(e)lhe(i)d(en) van een materiaal bevattende 3-MMC, zijnde 3-MMC (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Aanleiding
Het onderzoek naar het handelen van verdachte is voortgekomen uit een groter onderzoek naar drugsgebruik onder militairen. Op 5 mei 2022 is er tijdens het bevrijdingsfestival te Zwolle gezien dat een militair ( [naam 2] ), een zakje met wit poeder uit zijn broek pakte en dit poeder vervolgens opsnoof. Naar aanleiding hiervan is bij de Koninklijke Marechaussee (hierna: KMar) aangifte gedaan en is de telefoon van de betreffende militair ( [naam 2] ) inbeslaggenomen en onderzocht. In de telefoon zijn meerdere drugsgerelateerde gesprekken aangetroffen. Naar aanleiding van deze resultaten is een breder onderzoek opgestart, waarbij meerdere militairen, waaronder verdachte, in beeld zijn gekomen vanwege het voorhanden hebben en/of het verstrekken van verdovende middelen zoals bedoeld in lijst I en/of II van de Opiumwet.
De militaire kamer ziet aanleiding eerst het verweer met betrekking tot de gegevens, verkregen door het onderzoek aan de mobiele telefoon van [naam 2] , te bespreken.
2.1.
Niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie dan wel bewijsuitsluiting in verband met onderzoeksresultaten mobiele telefoon [naam 2]
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat het uitlezen van de telefoon van [naam 2] – hetgeen aanleiding is geweest voor breder onderzoek waardoor verdachte in beeld is gekomen –
onrechtmatig is geweest. Zonder dat onrechtmatig uitlezen van de telefoon van [naam 2] zou men nooit bij verdachte zijn uitgekomen, zodat het openbaar ministerie (primair) niet-ontvankelijk zou moeten worden verklaard. De raadsman is van mening dat deze onderzoeksresultaten ook een veelheid aan gevoelige informatie over het privéleven van verdachte hebben blootgelegd, waardoor de grondrechten van verdachte zijn geschonden. Ter bescherming van de privacy van verdachte heeft de raadsman niet in detail willen uitweiden over de inhoud van die informatie. Volgens de raadsman stuit het vormverzuim in de zaak [naam 2] niet af op de Schutznorm in de zaak van verdachte. De onderzoeksresultaten moeten dan ook (subsidiair) worden uitgesloten van het bewijs.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat geen sprake is van een vormverzuim. Mocht de militaire kamer concluderen dat de telefoon onrechtmatig is uitgelezen dan kan worden volstaan met de enkele constatering dat sprake is van een vormverzuim, zonder daar een rechtsgevolg aan te verbinden.
Beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer ziet zich voor de vraag gesteld of met het onderzoek naar de gegevens in de telefoon van [naam 2] , gelet op de zogenaamde Landeck-jurisprudentie [2] , (ook) in de zaak van verdachte vormen onherstelbaar zijn verzuimd, zoals bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv).
De militaire kamer stelt vast dat artikel 359a Sv uitsluitend betrekking heeft op vormverzuimen in het vooronderzoek tegen een verdachte, ter zake van het aan die verdachte ten laste gelegde feit. Het Schutznormbeginsel is hierbij van betekenis en houdt in dat als die verdachte niet zelf (maar een ander) is getroffen in een (verdedigings)belang dat door het geschonden vormvoorschrift wordt beschermd, er in de regel geen rechtsgevolg zal worden verbonden aan het verzuim.
De militaire kamer is van oordeel dat een onrechtmatigheid in het onderzoek van [naam 2] door de Schutznorm in beginsel niet relevant is in de zaak van verdachte. Daar komt bij dat de militaire kamer het niet aannemelijk acht dat met het volledig uitlezen van de telefoon van [naam 2] een meer dan beperkte inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van verdachte. Voor zover het tegendeel is aangevoerd, is die stelling onvoldoende onderbouwd.
Het verweer wordt dan ook verworpen.
2.2.
Standpunten, bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen ten aanzien van de feiten
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit voor alle ten laste gelegde feiten, wegens het ontbreken van ieder bewijs, waarbij hij uit is gegaan van bewijsuitsluiting van de onderzoeksresultaten van het uitlezen van de mobiele telefoon van [naam 2] . Subsidiair heeft de raadsman erop gewezen dat verdachte alleen vóór zijn indiensttreding bij Defensie op 30 augustus 2021 heeft geëxperimenteerd met drugs, zoals vermeld in lijst I en/of II van de Opiumwet. Na zijn indiensttreding is hij wellicht nog een aantal malen in de verleiding gekomen, maar heeft hij alleen het destijds legale 2-MMC gebruikt. In het dossier ontbreekt ieder bewijs van daadwerkelijk bezit van drugs sinds de datum van indiensttreding bij Defensie.
Beoordeling door de militaire kamer
Feit 1
Uit onderzoek aan de telefoon van [naam 2] volgt dat [naam 2] en verdachte verschillende whatsappgesprekken hebben gevoerd.
Op 8 mei 2021 hebben [naam 2] en verdachte het volgende whatsappgesprek.
[naam 1] om 15:34 uur:
Leef je nog[naam 2] om 16:09 uur:
Ja man. Net thuis[naam 2] om 16:11 uur: Stuurt een foto
[naam 1] om 16:14 uur:
Mijn kaak staat echt tyfus strak daarop[naam 2] om 17:35 uur:
Hahaha lekker man[naam 2] om 19:21 uur:
Was je ma nog heel boos trouwens[naam 1] om 19:56 uur:
Nee man. Ze begreep t wel vgm. Ze vond wel dat ik grote pupillen had.[…] [naam 1] om 23:30 uur:
We zijn echt zwaar op avontuur geweest vannacht(lachende smiley)
Op 9 mei 2021 hebben [naam 2] en verdachte het in een whatsappgesprek over het verrekenen van de kosten voor het eten en drinken op het terras en de taxi met de kosten voor x.
[naam 2] om 18:57 uur:
Had trouwens 30€ voor die X betaald. Dit is waarom ik bijna nooit drugs gebruik man. Ben kk down en wil nog meer nu(lachende smiley)
[naam 1] om 19:07 uur:
Hahaha echt? Ik had hem al geappt van joh had ik je al geld gegeven. Ja die shit van hem is goed en duur. Ik verreken die x wel met terras kosten okay
[naam 1] om 20:00 uur:
Heb taxi verrekend met de x
Op 11 mei 2021 hebben [naam 2] en verdachte het volgende whatsappgesprek.
[naam 2] om 21:09 uur:
Maat. Hoeveel pillen had je gehaald
[naam 1] om 21:10 uur:
5 denk ik. Miss 7. 6*. Zijn dure krengen[…]
[naam 1] om 21:13 uur:
Ja idd. Weet jij nog hoeveel je gebruikt heb? Ik gok dat ik er 2 op had ofso [3]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat deze berichten zien op een avond waarop hij XTC-pillen heeft gebruikt en dat het goed zou kunnen dat hij de betreffende avond twee XTC-pillen heeft gebruikt. [4]
De militaire kamer komt tot de conclusie dat het tenlastegelegde onder feit 1 wettig en overtuigend bewezen kan worden ten aanzien van het bezit van ongeveer 7 XTC-pillen. Uit de bewijsmiddelen volgt niet dat sprake is geweest van verstrekken of verkopen, afleveren of vervoeren. De militaire kamer zal verdachte dan ook partieel vrijspreken van die onderdelen van de tenlastelegging.
Feit 2
De onder verdachte inbeslaggenomen telefoon is ook uitgelezen. [5] Uit het onderzoek aan de hand van een aantal drugsgerelateerde zoektermen aan de telefoon van verdachte volgt dat verdachte op 11 augustus 2021 het volgende whatsappgesprek heeft gevoerd met een contact met het telefoonnummer [nummer 3] . [6]
19:57 uur
[nummer 1]
Jo man ik had 2 gram coke, kan je 2 pillen erbij doen op kosten van de zaak?
20:05 uur
[nummer 2]
Isgoed maat
21:30 uur
[nummer 1]
Kan je [adres 2] komen?
21:30 uur
[nummer 1]
Nummer 2
21:30 uur
[nummer 1]
Als je op de hoek wacht kom ik wel
21:30 uur
[nummer 1]
Hvl was t?
21:30 uur
[nummer 2]
100€ bro
21:31 uur
[nummer 2]
K ben daar met 10 min
21:36 uur
[nummer 1]
Aii bel maar
21:37 uur
[nummer 2]
Top
21:47 uur
[nummer 2]
Maay ik ben er
21:47 uur
[nummer 1]
Sta buiten wit shirt
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het hierboven weergegeven gesprek ziet op de aankoop van drugs en dat hij de drugs zelf heeft gebruikt. [7]
De militaire kamer stelt vast dat verdachte op 1 augustus 2021 een bestelling heeft gedaan van 2 gram cocaïne en 2 XTC-pillen bij een contact met het telefoonnummer [nummer 3] . De militaire kamer stelt verder vast dat verdachte heeft verzocht om de bestelling te leveren op [adres 2] , het woonadres van verdachte, en dat verdachte tien minuten later buiten staat. De militaire kamer concludeert uit het voorgaande dat de bestelling daadwerkelijk is betaald en geleverd en dat verdachte kennelijk ook heeft gebruikt.
Uit het onderzoek aan de telefoon van verdachte volgt verder dat hij meerdere whatsappberichten heeft gestuurd, dan wel heeft ontvangen met een drugsgerelateerde strekking. Zo heeft verdachte op 16 april 2022 een groepsgesprek met [nummer 4] en [nummer 5] [nummer 4] stelt de vraag:
3m?, waarop verdachte zegt:
Beter coke dan.
Op diezelfde dag vraagt verdachte aan [nummer 4] :
Hoeveel x heb je nog. Want miss dat [naam 3] & ik aan de x gaan dan.
Op 26 april 2022 heeft verdachte een gesprek met [nummer 6] waarin wordt gesproken over 2 gram sos (100€) 15 pillen (45€) 6 gram 3mmc (100€) en dat ze daarvoor € 235,00 moeten betalen, terwijl het aanvankelijk € 245,00 zou zijn.
Op 9 juli 2022 stuurt verdachte aan [nummer 4] :
Heb jij nog x? Wil er graag eentje hebben om te splitten met mijn broertje op [activiteit] . Ooh wacht jij bent wss nu al werken.[nummer 4] :
Ja man, miss heeft [naam 4] nog over van [festival] .[…] Even later stuurt verdachte aan [nummer 4] :
[naam 5] gaat aan de xtc. Ik aan de sos.
Op 26 augustus 2022 stuurt verdachte aan [naam 2] :
Bel mij! Heb sos.
De militaire kamer stelt vast dat de hierboven weergegeven gesprekken een drugsgerelateerde strekking hebben.
Verdachte heeft ter terechtzitting toegelicht dat hij na indiensttreding bij Defensie op 30 augustus 2021 soms in de verleiding is gekomen, maar nooit daadwerkelijk tot een bestelling van harddrugs is overgegaan. Hij heeft voor zijn indiensttreding bij Defensie geëxperimenteerd met drugs, maar na zijn indiensttreding nooit meer. Als verdachte in whatsappgesprekken drugsgerelateerde termen heeft gebruikt, zoals sos, dan was dat naar eigen zeggen om stoer te doen en bedoelde hij in werkelijkheid het legale 2-MMC.
De militaire kamer overweegt dat het onderzoek door de KMar beperkt is gebleven tot het uitlezen van whatsappberichten. Het enkele feit dat verdachte whatsappgesprekken heeft gevoerd die een drugsgerelateerde strekking hebben is naar het oordeel van de militaire kamer onvoldoende om te bewijzen dat verdachte (hard)drugs voorhanden heeft gehad, laat staan heeft verstrekt. De militaire kamer is van oordeel dat alleen het voeren van gesprekken over drugs onvoldoende is om tot wettig en overtuigend bewijs te komen voor het aanwezig hebben/verstrekken van drugs. Daaraan doet niet af dat de rechtbank het niet aannemelijk acht dat verdachte vanaf de datum van indiensttreding alleen nog 2-MMC heeft gebruikt. Het dossier biedt voor die verklaring geen enkele steun en verdachte heeft dat op geen enkele manier aannemelijk gemaakt. De verklaring van verdachte lijkt te zijn afgestemd op zijn doel om zijn baan bij Defensie te behouden.
Conclusie
De militaire kamer acht het tenlastegelegde onder feit 2 wettig en overtuigend bewezen ten aanzien van het aanwezig hebben van 2 gram cocaïne en 2 XTC-pillen.
Uit de bewijsmiddelen volgt niet dat sprake is geweest van het verstrekken dan wel van het voorhanden hebben
in vereniging met een of meer anderen. De militaire kamer zal verdachte dan ook partieel vrijspreken van die onderdelen van de tenlastelegging. Ook wordt verdachte vrijgesproken ten aanzien van de andere drugs dan 2 gram cocaïne en 2 XTC-pillen.
Feit 3
Uit het onderzoek aan de telefoon van verdachte volgt dat verdachte op 26 april 2022 het volgende whatsappgesprek met Smits heeft gevoerd.
16:05 uur
[nummer 1]
235€ moeten we betalen
16:05 uur
[nummer 1]
Eerst 245
16:06 uur
[nummer 6]
Wejo
16:06 uur
[nummer 6]
Haal dan nog 10 gram sos
16:07 uur
[nummer 1]
2 gram sos, 100€. 15 pillen 45€. 6 gram 3mmc 100€
16:07 uur
[nummer 1]
Valt wel mee toch
16:07 uur
[nummer 6]
Ohjoh
16:08 uur
[nummer 6]
Dus 130 voor mij
16:09 uur
[nummer 1]
Ja
De militaire kamer stelt vast dat in het dossier geen andere aanknopingspunten aanwezig zijn, waaruit blijkt dat verdachte de tenlastegelegde drugs daadwerkelijk voorhanden heeft gehad, laat staan heeft verstrekt. Zoals onder feit 2 reeds is overwogen is alleen het voeren van gesprekken met een drugsgerelateerde strekking onvoldoende is om tot wettig en overtuigend bewijs te komen voor het aanwezig hebben/verstrekken van (soft)drugs.
De militaire kamer zal verdachte dan ook vrijspreken van het tenlastegelegde onder feit 3.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feiten 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
één of meer tijdstip(pen) inof omstreeks
de periode van 08 mei 2021
tot en met 11 mei 2021te Amersfoort, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen
, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens)opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 7 zogenoemde XTC-tabletten/pillen,
in elk geval (een) hoeve(e)lhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA (telkens)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op
één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van11 augustus 2021
tot en met 10 september 2022te Amersfoort,
in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens
)opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 2 gram
, in elk geval (een) hoeve(e)lhe(i)d(en)van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne en/of
- ongeveer 1 gram, in elk geval (een) hoeve(e)lhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA en/of
- 2
zogenoemde XTC-tabletten/pillen (MDMA),
in elk geval (een) hoeve(e)lhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA en/of
- ongeveer 5 gram, in elk geval (een) hoeve(e)lhe(i)d(en) van een materiaal bevattende 2C-B, zijnde 2C-B
(telkens
)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 80 uur.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om aan verdachte geen straf op te leggen. Een veroordeling voor drugsbezit zou voor verdachte disproportioneel zware gevolgen kunnen hebben, ook als die veroordeling ziet op de periode vóór indiensttreding bij Defensie. Verdachte heeft al drie jaar lang dagelijks de gevolgen ondervonden van deze strafzaak.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Strafblad
Uit het uittreksel van de justitiële documentatie van verdachte van 5 september 2025 volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Ernst van het feit
Verdachte is sinds 30 augustus 2021 in dienst bij Defensie als [functie] . Verdachte heeft zich voordat hij in dienst trad als militair schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van harddrugs. Drugsgebruik zorgt maatschappelijk gezien voor veel schade en veroorzaakt problemen voor de gezondheid en verslavingsproblemen. Daarnaast houdt drugsgebruik de handel in drugs in stand. Deze handel gaat vaak direct of indirect gepaard met vele andere vormen van criminaliteit.
De op te leggen straf
Ten aanzien van de strafoplegging houdt de militaire in strafmatigende zin rekening met het tijdsverloop tussen de aanhouding van verdachte en de terechtzitting. De officier van justitie komt tot een andere bewezenverklaring dan de militaire kamer. De militaire kamer acht een lagere taakstraf dan door de officier van justitie geëist passend, te weten een taakstraf van 20 uren.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 9, 22 c, 22d, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De militaire kamer:
 spreekt verdachte vrij van het onder 3 ten laste gelegde;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op
een taakstraf van 20 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 10 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. E.H.T. Rademaker, rechter, en kapitein-ter-zee (LD) mr. J.L. Wesstra, militair lid, in tegenwoordigheid van L. Willems en mr. H.J. Damen, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 oktober 2025.
mr. Rademaker is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, Drenthe IJsselstreek INCI, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer [nummer 7] ( [naam onderzoek] ), gesloten op 31 augustus 2023, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.HvJ EU 4 oktober 2024, zaak C-548/21 (ECLI:EU:C:2024:830); Hoge Raad van 18 maart 2025 (ECLI:NL:HR:2025:409) en 9 september 2025 (ECLI:NL:HR:2025:1247)
3.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Whatsapp, p. 12 t/m 14.
4.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 september 2025.
5.Proces-verbaal van bevindingen uitlezen GSM, p. 472.
6.Proces-verbaal van bevindingen analyse gsm gegevens met bijlagen, p. 473, 486 en 487.
7.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 september 2025.