ECLI:NL:RBHAA:2004:AR3487

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
7 oktober 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
15/000054-04
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Ruijpers
  • mrs. Koole
  • mrs. Roke
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in drugszaken door gebrek aan bewijs van betrokkenheid bij cocaïne-invoer

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 7 oktober 2004, is de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde drugsmisdrijven. De zaak betreft een zwarte rolkoffer die op 28 november 2003 op Schiphol werd aangetroffen, met een bagagelabel dat aan de verdachte was gekoppeld. In de koffer werd bijna 20 kilogram cocaïne ontdekt, afkomstig van vlucht KL 686 vanuit Mexico. De verdachte ontkende echter dat de koffer van haar was en beweerde dat het bagagelabel mogelijk was gestolen en aan een andere koffer was bevestigd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Na het horen van de getuigen en het bestuderen van het dossier, concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij de invoer van de cocaïne te bevestigen. De verdediging voerde aan dat het mogelijk was dat een bagagelabel van een onschuldige passagier werd gestolen en aan een andere koffer werd bevestigd, wat de rechtbank als een reële mogelijkheid beschouwde.

Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend was bewezen. De verdachte werd vrijgesproken en het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis werd opgeheven. De rechtbank gelastte tevens de teruggave van enkele persoonlijke bezittingen aan de verdachte, waaronder fotorollen en een vliegticket.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
VESTIGING SCHIPHOL
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE STRAFKAMER
Parketnummer: 15/000054-04
Uitspraakdatum: 7 oktober 2004
Tegenspraak
VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 30 september 2004 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
overigens zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd wat in de dagvaarding is omschreven. Een kopie van die dagvaarding is als bijlage I aan dit vonnis gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijsbeslissing
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen wat aan de verdachte is tenlastegelegd.
De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
4. Motivering van de vrijspraak
Op 28 november 2003 wordt op Schiphol een zwarte rolkoffer met daaraan een bagagelabel ten name van verdachte aangetroffen, afkomstig van vlucht KL 686 vanuit Mexico. In de koffer wordt een hoeveelheid pakketten aangetroffen, naar later bleek bijna 20 kilogram cocaïne.
Op 10 januari 2004 wordt verdachte aangehouden op het moment dat zij wilde terugreizen naar Mexico.
Verdachte heeft vanaf het moment van aanhouding ontkend dat de bewuste koffer van haar was. Wel bleek zij in het bezit te zijn van een claimtag waarvan de nummers volledig overeenstemden met het aan de cocaïnekoffer aangetroffen label.
Door de verdediging is betoogd dat het goed mogelijk is dat een bagagelabel van een onschuldige passagier na het inchecken van diens koffer wordt gestolen en wordt gebruikt voor een andere koffer met daarin verdovende middelen.
Het Hoofd beveiliging van de KLM, [naam getuige], heeft als getuige tegenover de rechter-commissaris op 13 september 2004 met betrekking tot de onderhavige zaak verklaard dat het mogelijk is dat een bagagelabel van een koffer wordt gestolen en aan een andere koffer wordt bevestigd welke zich bijvoorbeeld al op Schiphol bevond. In een dergelijk geval is het mogelijk dat de koffer van de onwetende passagier, zonder label, wel op de juiste bagageband in de aankomsthal terecht komt. Behoudens het bagagelabel bevat het strafdossier geen aanwijzing dat de bewuste cocaïnekoffer in het bezit is geweest van verdachte of door verdachte is ingecheckt. Overigens is ook uit andere omstandigheden niet aannemelijk geworden dat verdachte enige betrokkenheid heeft gehad bij de invoer van deze koffer met cocaïne.
Gelet op voorgaande, de inhoud van het dossier en al hetgeen ter terechtzitting naar voren is gekomen, komt de rechtbank tot de slotsom dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend is bewezen.
5. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Heft het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte op.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
– 15 fotorollen, 1 x Kodak Gold 35 mm, 24 exp, 9 x Kodacolor 35 mm althans de daaruit ontwikkelde foto’s en negatieven.
– 1 vliegticket, Mexicana, 1322129855901.
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. Ruijpers, voorzitter,
mrs. Koole en Roke, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier De Koning,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 7 oktober 2004.