ECLI:NL:RBLEE:2006:BB2446
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verhoging premie-inkomen Waz door zelfstandigenaftrek
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 10 augustus 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de inspecteur van de Belastingdienst over de hoogte van het premie-inkomen op basis van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (Waz). Eiseres, die samen met haar echtgenoot en zoon een vennootschap onder firma drijft, had voor het jaar 2002 een aanslag ontvangen van de Belastingdienst, waarbij het premie-inkomen was vastgesteld op € 20.860. Dit bedrag was hoger dan het door eiseres opgegeven premie-inkomen van € 14.724, omdat de zelfstandigenaftrek van € 5.486 niet was geaccepteerd door de Belastingdienst. Eiseres stelde dat deze verhoging onterecht was, omdat zij voldeed aan het wettelijk urencriterium en recht had op de zelfstandigenaftrek.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de zelfstandigenaftrek deel uitmaakt van de ondernemersaftrek en dat het niet geoorloofd is om deze aftrek in mindering te brengen bij het vaststellen van het premie-inkomen. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur terecht het premie-inkomen had verhoogd en dat de aanslag dus terecht was gehandhaafd. Eiseres had ook formele grieven aangevoerd, waaronder de schending van de hoorplicht, maar de rechtbank oordeelde dat de inspecteur binnen de wettelijke termijn had beslist en dat eiseres zelf had aangegeven geen gebruik te willen maken van het recht om gehoord te worden.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en gaf aan dat partijen binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak in hoger beroep konden gaan bij het gerechtshof te Leeuwarden of beroep in cassatie konden instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak werd gedaan door mr.dr. P. van der Wal en op dezelfde dag openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. J. de Jong, griffier.