ECLI:NL:RBLEE:2007:BA6515
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.H.M. Dölle
- G.C. Koelman
- H.R. Bax
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van feitelijke aanranding van de eerbaarheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 3 mei 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De verdachte had onder bedreiging met feitelijkheden de billen en de anus van zijn hoogzwangere vriendin betast. De rechtbank heeft gelet op het onderzoek ter terechtzitting van 19 april 2007, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. R.P. Snorn. De telastelegging was gebaseerd op artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht, dat feitelijke aanranding van de eerbaarheid betreft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de handelingen van de verdachte niet gericht waren op seksuele bedoelingen, maar enkel op het controleren op sporen van sperma. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat er geen sprake was van ontuchtige handelingen, omdat de bedoelingen van de verdachte doorslaggevend zijn voor de kwalificatie van de handelingen. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, waarin werd benadrukt dat de uiterlijke verschijningsvorm van handelingen niet op zichzelf staat, maar dat ook de intentie van de dader moet worden meegewogen. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf afgewezen, omdat de verdachte werd vrijgesproken van de telastelegging. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de rechters aanwezig waren, en de griffier zorgde voor de verslaglegging van de zitting.