ECLI:NL:RBLEE:2008:BN2952
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P. van der Wal
- H.J. Haanstra
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vergrijpboete wegens ontbreken opzet bij belastingaangifte
In deze zaak heeft de Rechtbank Leeuwarden op 7 mei 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een emeritus hoogleraar, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had in zijn aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2004 een contante uitkering uit een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule niet aangegeven. De Belastingdienst legde daarop een vergrijpboete op van € 3.805,--. Eiser maakte bezwaar tegen deze boete, maar het bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard door de Belastingdienst. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet opzettelijk de uitkering had willen verbergen. Eiser had geen jaaropgaaf ontvangen van de bank en was zich niet bewust van de noodzaak om de uitkering aan te geven. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur niet voldoende bewijs had geleverd voor de stelling dat eiser opzet of voorwaardelijke opzet had. De rechtbank concludeerde dat eiser een goedwillende belastingplichtige was en dat de boetebeschikking vernietigd moest worden.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar, verklaarde eiser ontvankelijk in zijn bezwaar, en vernietigde de boetebeschikking. Tevens werd de Belastingdienst veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 644,--, en moest de Staat der Nederlanden het door eiser betaalde griffierecht van € 39,-- vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.