ECLI:NL:RBLIM:2013:8065

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 juli 2013
Publicatiedatum
25 oktober 2013
Zaaknummer
2195331 BR VERZ 13-80 en 530597 OV VERZ 13-3686
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvaarding van een nalatenschap door een onderbewindgestelde

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 24 juli 2013 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een bewindvoerder. De bewindvoerder verzocht om vast te stellen dat de rechthebbende de nalatenschap van haar vader, de erflater, beneficiair heeft aanvaard en om machtiging te verlenen voor het in rekening brengen van kosten voor niet-reguliere werkzaamheden in verband met de afwikkeling van de nalatenschap. De vader van de rechthebbende was op een bepaalde datum overleden, en de rechthebbende had eerder een verklaring van erfrecht ontvangen waarin stond dat zij de nalatenschap zuiver had aanvaard. De bewindvoerder betwistte deze zuivere aanvaarding en stelde dat de nalatenschap op grond van artikel 1:441, lid 5, BW uitsluitend beneficiair kon worden aanvaard. De kantonrechter oordeelde dat de bewindvoerder inderdaad bevoegd was om de nalatenschap beneficiair te aanvaarden, en dat de verklaring van erfrecht van de notaris niet afdeed aan deze bevoegdheid. De kantonrechter heeft het verzoek van de bewindvoerder tot afgifte van de beschikking toegewezen en gelast dat deze in het boedelregister wordt ingeschreven. Daarnaast verleende de kantonrechter machtiging voor het in rekening brengen van maximaal 6 uur voor de afwikkeling van de nalatenschap, conform het geldende uurtarief. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Toezicht
Zaaknrs: 2195331 BR VERZ 13-80 en 530597 OV VERZ 13-3686
BMnr.: 25325
Typ: JG

Beschikking van 24 juli 2013

op een verzoekschrift van:

[verzoeker]

kantoorhoudend te [adres 1]
verder te noemen: verzoeker
in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan:

[rechthebbende]geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1]wonend te [adres 2]

verder te noemen: rechthebbende.
De kantonrechter begrijpt het verzoekschrift aldus dat verzoeker vraagt om:
1.
bij beschikking vast te stellen dat de rechthebbende de nalatenschap van haar vader
(de erflater), [naam], beneficiair heeft aanvaard en deze beschikking te
doen inschrijven in het boedelregister;
2.
vooraf machtiging te verlenen om maximaal 8 uur voor niet reguliere werkzaamheden, te
weten de afwikkeling van voormelde nalatenschap, bij de rechthebbende in rekening te
mogen brengen conform het voor die werkzaamheden geldende uurtarief.

verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennis genomen van:
een verzoekschrift, ingekomen op 13 juni 2013;
- een verklaring van erfrecht, opgemaakt op 12 juli 2012 door mr. I.L. Schop, notaris te
Kerkrade, eveneens ingekomen op 13 juni 2013.

beoordeling

Het onder 1 vermelde verzoek (zaaknr. 2195331 BR VERZ 13-80)
Uit het verzoekschrift en de bijlage blijkt het navolgende.
De vader van rechthebbende, [naam], geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2], laatstelijk wonend te [adres 3], is op [sterfdatum] te Kerkrade overleden.
Verzoeker is hiervan pas laat, in elk geval na 12 juli 2012, door rechthebbende in kennis gesteld. Op dat moment had notaris I.L. Schop te Kerkrade al een verklaring van erfrecht opgemaakt waarin staat vermeld dat de rechthebbende de nalatenschap zuiver heeft aanvaard.
Volgens verzoeker kan de nalatenschap op grond van artikel 1:441, lid 5, BW echter uitsluitend beneficiair worden aanvaard. Verzoeker is voorts van mening dat nu de 3-maanden termijn van artikel 4:193, lid 1, BW reeds ruim is verstreken, rechthebbende de nalatenschap op grond van het tweede lid van datzelfde artikel - ondanks de eerde zuivere aanvaarding - beneficiair heeft aanvaard.
Verzoeker vraagt thans de beneficiaire aanvaarding bij beschikking vast stellen en deze beschikking te doen schrijven in het boedelregister.
De kantonrechter overweegt als volgt.
In geval van bewind als bedoeld in titel 19 van Boek 1 BW geldt als uitgangspunt dat de bewindvoerder ingevolge artikel 1:441, lid 5, BW, met uitsluiting van de rechthebbende, bevoegd is een aan de rechthebbende opgekomen nalatenschap te aanvaarden. Tenzij de aanvaarding geschiedt met toestemming van de rechthebbende, kan de bewindvoerder niet anders aanvaarden dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Deze bepaling gaat als lex
specialis vóór artikel 4:193 BW.
Dat is in het onderhavige geval (ook al is niet aanstonds een verklaring ter griffie afgelegd) niet anders. Het feit dat de notaris een verklaring van erfrecht heeft opgemaakt, waaruit blijkt dat de rechthebbende zuiver heeft aanvaard, kan daaraan niet afdoen. De weergave van de feiten in een verklaring van erfrecht heeft weliswaar dwingende bewijskracht maar voor de door de notaris daarin gemaakt (juridische) gevolgtrekkingen geldt dat niet. Een verklaring van erfrecht bewerkstelligt daarom ‘slechts’ dat een derde die op zodanige verklaring afgaat, te dien aanzien als te goeder trouw heeft te gelden (HR 30 juni 2000, NJ 2001, 389). Van een ‘ongedaan making’ van de zuivere aanvaarding kan geen sprake zijn.
De kantonrechter zal het verzoek van de bewindvoerder tot afgifte van voormelde beschikking dan ook toewijzen.
Het onder 2 vermelde verzoek (zaaknr. 530597 OV VERZ 13-3686)
Verzoeker vraagt vooraf machtiging te verlenen om maximaal 8 uur voor niet reguliere werkzaamheden, te weten de afwikkeling van voormelde nalatenschap, bij de rechthebbende in rekening te mogen brengen conform het voor die werkzaamheden geldende uurtarief.
Verzoeker licht nog toe inmiddels plusminus 2 uur aan de afwikkeling van de nalatenschap te hebben besteed en hij verwacht dat daar nog 6 uur bijkomt.
De kantonrechter is van oordeel dat het verzoek voor inwilliging vatbaar is, zij het tot een maximum van 6 uur.

beslissing

De kantonrechter:
Het onder 1 vermelde verzoek (zaaknr. 2195331 BR VERZ 13-80)
verstaat dat verzoeker geacht wordt de nalatenschap van [naam] in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan de rechthebbende [rechthebbende] beneficiair te hebben aanvaard;
gelast de griffier hiervan aantekening in het boedelregister te maken;
Het onder 2 vermelde verzoek (zaaknr. 530597 OV VERZ 13-3686)
verleent verzoeker machtiging om maximaal 6 uur voor niet reguliere werkzaamheden, te weten de afwikkeling van voormelde nalatenschap, bij de rechthebbende in rekening te mogen brengen conform het voor die werkzaamheden geldende uurtarief.
wijst af het meer anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. F.L.G. Geisel,
kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker(s) en degene aan wie een afschrift van de beschikking (door de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.