ECLI:NL:RBLIM:2016:9723

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 november 2016
Publicatiedatum
10 november 2016
Zaaknummer
5337465
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verandering in omstandigheden

Op 10 november 2016 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, een beschikking gegeven in de zaak tussen [verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek], vertegenwoordigd door mr. C.C. Berends, en GGN Bewindvoering, vertegenwoordigd door mr. R.A. Wijnands. De zaak betreft een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek] als zorgverlener, die in dienst was van [belanghebbende], bekostigd door een PGB-budget. [Belanghebbende] heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 januari 2017, onder verwijzing naar een onoverbrugbaar verschil van inzicht over de uitvoering van de werkzaamheden.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een verandering in de omstandigheden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. Ondanks het verweer van [verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek], die de reden van [belanghebbende] erkent, heeft de kantonrechter geoordeeld dat er voldoende gronden zijn voor ontbinding. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 januari 2017 en bepaald dat GGN het loon tot die datum doorbetaalt, inclusief vakantietoeslag. Tevens is besloten dat de proceskosten in beide procedures worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummers: 5337465 AZ VERZ 16-178 en 5496874 AZ VERZ 16-219
Beschikking van 10 november 2016
in de zaken van
[verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek] ,
wonend te [woonplaats 1] ,
verzoekende partij,
verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek,
gemachtigde mr. C.C. Berends
tegen
de besloten vennootschap
GGN Bewindvoering,
gevestigd te Heerlen,
verwerende partij,
verzoekende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van mevrouw
[belanghebbende],
wonend te [woonplaats 2] ,
gemachtigde mr. R.A. Wijnands.
Partijen zullen hierna [verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek] , GGN en [belanghebbende] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift d.d. 29 augustus 2016
  • het verweerschrift van de zijde van GGN, tevens inhoudend een voorwaardeiljk tegenverzoek,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 8 november 2016.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
[verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek] is krachtens een arbeidsovereenkomst als zorgverlener in dienst van [belanghebbende] , door [belanghebbende] bekostigd door een zogenoemd PGB-budget.
2.2.
[belanghebbende] verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens een gewichtige reden, bestaande in een zodanige verandering in de omstandigheden, dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve met ingang van 1 januari 2017 dient te eindigen.
2.3.
Ter staving van haar verzoek voert [belanghebbende] - kort weergegeven - aan dat tuyssen partijen een onoverbrugbaar verschil van inzicht is ontstaan omtrent de wijze waarop uitvoering dient te worden gegeven aan de door [verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek] te verrichten werkzaamheden, waardoor er thans onvoldoende basis is voor een verdere vruchtbare samenwerking.
2.4.
[verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek] heeft tegen toewijzing van dat verzoek verweer gevoerd, doch zij erkent niettemin de reden zoals deze door [belanghebbende] is gesteld.
2.5.
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat - zonder dat gebleken is een van de partijen daarvan een verwijt te maken valt - er sprake is van een verandering in de omstandigheden, die tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst dient te leiden. Voorts is niet gebleken dat het ontbindingsverzoek verband houdt met enig bijzonder opzegverbod.
2.6.
De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst dan ook ontbinden met ingang van
1 januari 2017.
2.7.
De kantonrechter acht termen aanwezig om de proceskosten in beide procedures te compenseren in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.Beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt de tussen [verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek] en [belanghebbende] bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 januari 2017,
3.2.
verstaat dat GGN het loon tot datum einde arbeidsovereenkomst op reguliere wijze doorbetaald, inclusief vakantietoeslag, en dat GGN zorg draagt voor een correcte eindafrekening en die aan [verzoekster, verweerster in het voorwaardelijk tegenverzoek] doet toekomen,
3.3.
compenseert de proceskosten in beide procedures in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
RK