ECLI:NL:RBLIM:2016:9780

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 november 2016
Publicatiedatum
11 november 2016
Zaaknummer
5337432 AZ VERZ 16-177 en 5461120 AZ VERZ 16-208
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verandering in omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter op 10 november 2016 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De verzoeker, werkzaam als zorgverlener, was in dienst van de belanghebbende, die de arbeidsovereenkomst wilde ontbinden wegens een gewichtige reden. De belanghebbende voerde aan dat er een onoverbrugbaar verschil van inzicht was ontstaan over de uitvoering van de werkzaamheden, wat leidde tot onvoldoende basis voor verdere samenwerking. De verzoeker erkende de reden van ontbinding, maar voerde verweer tegen het verzoek.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een verandering in de omstandigheden die de ontbinding van de arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. Er was geen sprake van een verwijt aan een van de partijen, en het ontbindingsverzoek was niet gerelateerd aan een bijzonder opzegverbod. De arbeidsovereenkomst is ontbonden met ingang van 1 januari 2017. Daarnaast heeft de kantonrechter bepaald dat GGN, de werkgever, het loon tot de datum van beëindiging van de arbeidsovereenkomst moet doorbetalen, inclusief vakantietoeslag, en zorg moet dragen voor een correcte eindafrekening.

De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter R.H.J. Otto.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummers: 5337432 AZ VERZ 16-177 en 5461120 AZ VERZ 16-208
Beschikking van 10 november 2016
in de zaken van
[verzoeker, verweerder in het voorwaarderlijk tegenverzoek]
wonend te [woonplaats 1] ,
verzoekende partij,
verwerende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek,
gemachtigde mr. C.C. Berends
tegen
de besloten vennootschap
GGN Bewindvoering,
gevestigd te Heerlen,
verwerende partij,
verzoekende partij in het voorwaardelijk tegenverzoek,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van mevrouw
[belanghebbende],
wonend te [woonplaats 2] ,
gemachtigde mr. R.A. Wijnands.
Partijen zullen hierna [verzoeker, verweerder in het voorwaarderlijk tegenverzoek] , GGN en [belanghebbende] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift d.d. 29 augustus 2016
  • het verweerschrift van de zijde van GGN, tevens inhoudend een voorwaardeiljk tegenverzoek,
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 8 november 2016.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
[verzoeker, verweerder in het voorwaarderlijk tegenverzoek] is krachtens een arbeidsovereenkomst als zorgverlener in dienst van [belanghebbende] , door [belanghebbende] bekostigd door een zogenoemd PGB-budget.
2.2.
[belanghebbende] verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens een gewichtige reden, bestaande in een zodanige verandering in de omstandigheden, dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve met ingang van 1 januari 2017 dient te eindigen.
2.3.
Ter staving van haar verzoek voert [belanghebbende] - kort weergegeven - aan dat tussen partijen een onoverbrugbaar verschil van inzicht is ontstaan omtrent de wijze waarop uitvoering dient te worden gegeven aan de door [verzoeker, verweerder in het voorwaarderlijk tegenverzoek] te verrichten werkzaamheden, waardoor er thans onvoldoende basis is voor een verdere vruchtbare samenwerking.
2.4.
[verzoeker, verweerder in het voorwaarderlijk tegenverzoek] heeft tegen toewijzing van dat verzoek verweer gevoerd, doch hij erkent niettemin de reden zoals deze door [belanghebbende] is gesteld.
2.5.
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat - zonder dat gebleken is een van de partijen daarvan een verwijt te maken valt - er sprake is van een verandering in de omstandigheden, die tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst dient te leiden. Voorts is niet gebleken dat het ontbindingsverzoek verband houdt met enig bijzonder opzegverbod.
2.6.
De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst dan ook ontbinden met ingang van
1 januari 2017.
2.7.
De kantonrechter acht termen aanwezig om de proceskosten in beide procedures te compenseren in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.Beslissing

De kantonrechter
3.1.
ontbindt de tussen [verzoeker, verweerder in het voorwaarderlijk tegenverzoek] en [belanghebbende] bestaande arbeidsovereenkomst met ingang van 1 januari 2017,
3.2.
verstaat dat GGN het loon tot datum einde arbeidsovereenkomst op reguliere wijze doorbetaald, inclusief vakantietoeslag, en dat GGN zorg draagt voor een correcte eindafrekening en die aan [verzoeker, verweerder in het voorwaarderlijk tegenverzoek] doet toekomen,
3.3.
compenseert de proceskosten in beide procedures in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
RK