In deze zaak verzoekt de werkneemster, hierna aangeduid als [verzoekster], om een billijke vergoeding nadat zij zelf haar arbeidsovereenkomst bij Accountancy Zuyd B.V. heeft opgezegd. Daarnaast vraagt zij om de vernietiging van het relatiebeding en om uitbetaling van haar loon en vakantiedagen. De werkneemster heeft van 1 januari 2016 tot 31 juli 2016 bij Zuyd gewerkt als assistent accountant, maar heeft haar arbeidsovereenkomst opgezegd vanwege interne irritaties en een gebrek aan overleg. Na haar opzegging heeft zij een beëindigingsvoorstel gedaan, maar dit werd door Zuyd afgewezen, die in plaats daarvan een boete eiste wegens vermeende schending van het geheimhoudingsbeding.
De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd door de opzegging van de werkneemster. De rechter oordeelt dat de werkneemster geen recht heeft op de gevraagde billijke vergoeding, omdat zij zelf de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd. De rechter heeft ook geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat Zuyd zich niet als goed werkgever heeft gedragen. De verzoeken tot vernietiging van het relatiebeding en betaling van de vakantiedagen zijn eveneens afgewezen, omdat de werkneemster niet heeft aangetoond dat zij door het relatiebeding onbillijk benadeeld wordt.
Wel heeft de rechter geoordeeld dat Zuyd het loon en de vakantiebijslag van de werkneemster niet heeft betaald, en heeft Zuyd veroordeeld tot betaling van deze bedragen, vermeerderd met de wettelijke verhoging. De proceskosten zijn ook aan de zijde van de werkneemster toegewezen, omdat Zuyd deels in het ongelijk is gesteld. De beschikking is gegeven door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken op 10 november 2016.