Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de brief, met producties, van 30 november 2020 van mr. Rooijakkers
2.De feiten
3.Het geschil
- tot betaling van het aan [eisende partij] toekomende loon ad € 5.094,00 bruto per maand, exclusief vakantiegeld en overige emolumenten met ingang van 1 juli 2020 tot aan de datum dat de arbeidsovereenkomst op rechtsgeldige wijze eindigt, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid,
- tot wedertewerkstelling van [eisende partij] in de functie van [naam functie 2] , zodra [eisende partij] arbeidsgeschikt is,
- in de buitengerechtelijke kosten, proceskosten en nakosten.
4.De beoordeling
- in artikel 5.1 heeft hij doorgestreept de zin: “Werknemer verklaart ten tijde van het ondertekenen van deze overeenkomst volledig arbeidsgeschikt te zijn”. Verder heeft [eisende partij] een passage toegevoegd, voor zover relevant luidende: “Werknemer is ten tijde van het ondertekenen niet (volledig) arbeidsgeschikt. Sinds 02/03/’20 slechte nachtrust, vermoeidheid en psychische klachten”;
- bij artikel 10, inhoudende dat werkgever werknemer uitdrukkelijk geadviseerd heeft juridisch advies in te winnen, heeft hij de opmerking geplaatst: “Dit advies is vooraf niet gegeven maar lees ik voor het eerst in de vaststellingsovereenkomst”;
- artikel 11, onder andere inhoudende dat bij arbeidsongeschiktheid van werknemer vóór 1 juli 2020 de afspraken ongewijzigd in stand blijven, heeft [eisende partij] doorgestreept en daarbij de opmerking geplaatst “niet van toepassing”.
“Je was die ochtend erg breekbaar en blijkbaar speelde privékwesties en andere ervaringen uit het verleden hierbij een grote rol”.
- dagvaarding € 106,47
- griffierecht 499,00
- salaris gemachtigde