3.5.[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] door (primair) verkrijgende verjaring dan wel (subsidiair) bevrijdende verjaring de eigendom heeft verkregen van de strook grond die kadastraal deel uitmaakt van het perceel van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] doch die bij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] in gebruik is, zijnde de strook die op productie 3 bij de dagvaarding door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] ter indicatie geel is gemarkeerd;
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] hoofdelijk veroordeelt om binnen een maand na betekening van dit vonnis medewerking te verlenen aan het opmaken van een notariële akte van verjaring en het inschrijven van deze akte in de openbare registers, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] hiermee in gebreke blijven;
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] hoofdelijk veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 4.255,-- aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente ingaande
6 oktober 2021 (indiening van deze eis in reconventie), te rekenen tot aan de dag der algehele voldoening;
4. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] hoofdelijk veroordeelt tot het verwijderen en verwijderd houden van de schutting die zij op het perceel van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] hebben geplaatst, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag, een dagdeel daaronder begrepen, dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] hiermee in gebreke blijven;
5. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] hoofdelijk veroordeelt in de kosten van deze procedure.
3.6.1.[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] heeft het volgende aan haar vorderingen ten grondslag gelegd. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] is geboren en getogen in de woning [adres 2] . Zo lang zij zich kan herinneren, behoort de gehele oprit tot haar perceel. Al in 1969, toen haar ouders het perceel kochten, was de oprit bestraat en werd deze door haar ouders gebruikt. Haar ouders onderhielden de gehele oprit en ook stonden er auto’s geparkeerd. Zij voert aan dat toestemming van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet aan de orde was, omdat de strook al door verjaring haar eigendom was geworden. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] verwijst naar de door haar ingebrachte foto’s. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] betwist dat er een poort (parallel aan de openbare weg) is geplaatst: dit is geen poort maar een vaste schutting. Dat het laatste stuk van de schutting (visueel) afwijkt heeft volgens haar niets te maken met de kadastrale grens. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] ontkent dat er een gesprek heeft plaatsgevonden waarbij over de eigendom is gesproken, maar erkent wel dat gesproken is over een ander paneel in de schutting zodat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] vanuit hun tuin, door de tuin van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] met zicht over de strook naar de openbare weg kunnen kijken (proces-verbaal van 21 februari 2022, p. 7).
Mocht de strook grond ooit bij het perceel van (de rechtsvoorgangers van) [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben behoord, dan is deze strook sinds 1969 door de rechtsvoorgangers van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] in bezit genomen, doordat zij de strook onderhielden en gebruikten. De eigendomsvordering van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] is verjaard. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] legt over foto’s en een drietal verklaringen ter onderbouwing van haar standpunt (productie 1 bij de conclusie van antwoord). Er is sprake van verjaring daar het bezit reeds in 1969 is aangevangen en de termijn van 20 jaar is verstreken. Er is met ingang van 1 januari 1993 dan ook sprake van verjaring. Als het bezit niet is aangevangen in 1969, dan in ieder geval vanaf 1998, zijnde het moment dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] eigenaar is geworden. Sinds 1998 is zowel de tien jaren termijn voor verkrijgende verjaring en de twintig jaren termijn voor bevrijdende verjaring verstreken. In 2003 heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de bestrating verwijderd en op exact dezelfde plaats opnieuw van muur tot muur beklinkerd, ook staat er een schutting waardoor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] het exclusief gebruik van de grond heeft.
3.6.2.Voorts was een schutting en een ligusterhaag, die in de tuinkant op het perceel van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] stonden, bezit van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] . Zowel de schutting als de haag zijn door de rechtsvoorgangers van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] geplaatst. Op 15 januari 2021 heeft [eisers in conventie, verweerders in reconventie] deze schutting zonder overleg met en/of toestemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] afgebroken. Op 9 juni 2021 heeft [eisers in conventie, verweerders in reconventie] eveneens zonder overleg met en/of toestemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] de ligusterhaag gerooid. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] heeft vervolgens een nieuwe schutting geplaatst op het (kadastrale) perceel van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] , terwijl de landmeter al op 29 april 2021 de perceelsgrens heeft gereconstrueerd, zodat duidelijk was waar de erfgrens liep. Desondanks heeft [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de schutting op het perceel van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] geplaatst: de erfgrens loopt 67,5 centimeters van de muur af, terwijl de schutting op 82,5 centimeters van de muur is geplaatst. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] verwijst naar de ingebrachte foto’s. Door aldus te handelen heeft [eisers in conventie, verweerders in reconventie] inbreuk op het eigendomsrecht van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] gemaakt, hetgeen onrechtmatig is. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] vordert een schadevergoeding van € 4.255,00 (conform offerte van [naam bedrijf 2] , productie 2 bij conclusie van antwoord) voor het leveren en planten van een (nieuwe) haag die qua omvang met de gerooide haag is te vergelijken. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1] vordert ten slotte dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de schutting, die op haar perceel staat, verwijderd, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom.