3.4Bij het bestreden besluit heeft de burgemeester het bezwaar ongegrond verklaard en het besluit in stand gelaten.
Wat is het oordeel van de voorzieningenrechter?
4. De voorzieningenrechter verklaart het beroep gegrond en wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe. Dat betekent dat verzoekster gelijk krijgt. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
5. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage. De bijlage maakt deel uit van deze uitspraak.
6. Verzoekster heeft kort samengevat aangevoerd dat de sluiting niet noodzakelijk is en onevenredig is. Volgens verzoekster had de burgemeester gelet op de omstandigheden moeten volstaan met een minder ingrijpend middel, namelijk een waarschuwing of een dwangsom.
Is de burgemeester bevoegd tot sluiting over te gaan?
7. Volgens de bestuurlijke rapportage is op 16 maart 2022 in verzoeksters woning een in werking zijnde hennepkwekerij met 102 planten aangetroffen. Het aangetroffen aantal planten is een meer dan geringe overschrijding van de gebruikershoeveelheid (5 planten). Daarom is in beginsel aannemelijk dat het om een handelshoeveelheid drugs ging die (mede) bestemd was voor verkoop, aflevering of verstrekking in of vanuit de woning. De burgemeester is dan in beginsel bevoegd om tot sluiting van de woning over te gaan. De sluiting van drie maanden is ook overeenkomstig dit beleid. Verzoekster heeft de bevoegdheid van de burgemeester om tot sluiting over te gaan als zodanig niet betwist.
8. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de sluiting van een woning een geschikt middel om het doel te bereiken dat de burgemeester voor ogen heeft, namelijk het herstellen van de rechtsorde, tegengaan van de handel in softdrugs, voorkomen van verdere overtredingen in of vanuit de woning, wegnemen van risico's voor omwonenden en een signaal geven aan drugscriminelen en buurtbewoners dat de overheid optreedt tegen drugscriminaliteit. Dit is ook niet in geschil. Wel is in geschil de vraag of het in dit geval noodzakelijk en evenredig is om van dat zware middel gebruik te maken.
Is sluiting van de woning noodzakelijk?
9. Volgens de burgemeester is de sluiting noodzakelijk ter bescherming van het woon- en leefklimaat in de omgeving van de woning en voor het herstel van de openbare orde. De burgemeester heeft vermeld dat een hennepkwekerij midden in een woonwijk de veiligheid van omwonenden aantast, wat onaanvaardbaar is. Veiligheidsrisico's voor bewoners/bezoekers, waaronder een minderjarig kind, en omwonenden, zoals brand, instortingsgebaar en aantasting van de gezondheid, zijn volgens de burgemeester onacceptabel. Daarnaast brengt drugsproductie problemen op meerdere gebieden met zich mee, zoals verslavingsproblemen, sociaal-psychische en sociaal-maatschappelijk problemen. De aard en omvang van de aangetroffen hennepkwekerij duidt op een bedrijfsmatig karakter. Er zijn MMA-meldingen binnengekomen over de hennepkwekerij in het pand. Op basis van de mededeling van verzoekster dat de kwekerij niet op haar initiatief is gebouwd en opgezet, concludeert de burgemeester dat het pand per definitie bij anderen bekendheid moet hebben genoten als drugspand. De burgemeester wil met de sluiting een duidelijk signaal afgeven dat er vanuit de woning niet langer criminele activiteiten kunnen worden ontplooid en dat de woning niet meer als opslagpunt en productielocatie voor drugs kan worden gebruikt. De burgemeester neemt met de sluiting de eerder benoemde risico's weg.
10. Volgens verzoekster is de sluiting niet noodzakelijk omdat geen sprake is van in- en uitloop c.q. drugshandel vanuit de woning. Daarnaast is geen onderzoek gedaan naar drugsoverlast in de (directe) nabijheid van de woning. Verzoekster heeft in dit verband gewezen op een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland.De burgemeester had ter bescherming van het woon- en leefklimaat ook kunnen volstaan met oplegging van een waarschuwing of een last onder dwangsom. Verzoekster heeft ook gewezen op een rapport over een onderzoek naar de toepassing van artikel 13b Opiumwetwaaruit blijkt dat in gemeenten waarin een burgemeester ook in ernstige gevallen met een waarschuwing volstaat, weinig tot geen last van recidive wordt ervaren. Ook met een waarschuwing kan het doel van de burgemeester om het woon- en leefklimaat te beschermen worden behaald. Het Damoclesbeleid staat er kennelijk aan in de weg dat bij een ernstig geval kan worden volstaan met een waarschuwing maar het beleid geeft geen enkel inzicht in de vraag waarom niet kan worden volstaan met het opleggen van een last onder dwangsom. Volgens verzoekster had de burgemeester, voor zover het beleid in de weg staat aan een waarschuwing, kunnen volstaan met het opleggen van een last onder dwangsom. Dit zou bij verzoekster voor de hand liggen omdat zij door een financieel pressiemiddel zou worden getroffen; zij heeft geen enkel financieel gewin gehad bij de hennepkwekerij en heeft beperkte maandelijkse inkomsten. Verzoekster heeft verder gewezen op een casestudie uit genoemd rapport waarin de situatie wordt beschreven dat zelfs in het geval waarin een extreem financieel voordeel is genoten, de burgemeester opteert voor een last onder dwangsom.
11. De voorzieningenrechter overweegt dat bij de beoordeling van de noodzaak van een sluiting de vraag aan de orde is of de burgemeester met een minder ingrijpend middel had kunnen en moeten volstaan omdat het beoogde doel ook daarmee kan worden bereikt. In de overzichtsuitspraak van de hoogste bestuursrechter in dit soort zakenis ingegaan op de beoordeling van de noodzaak van een sluiting. Aan de hand van de ernst en de omvang van de overtreding moet worden beoordeeld in hoeverre sluiting van een woning noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij de woning en het herstel van de openbare orde. In de overzichtsuitspraak is een aantal omstandigheden genoemd waarin de noodzaak om tot sluiting over te gaan groter is, bijvoorbeeld de aanwezigheid van een handelshoeveelheid harddrugs, een recidivesituatie of de ligging van de woning in een voor drugscriminaliteit kwetsbare woonwijk. Voor de beoordeling van de ernst en de omvang van de overtreding is mede van belang of de aangetroffen drugs feitelijk in of vanuit de woning werden verhandeld. Uitgangspunt is dat als in een woning een handelshoeveelheid drugs wordt aangetroffen aangenomen mag worden dat de woning een rol vervult binnen de keten van drugshandel, ook als ter plaatse geen overlast of feitelijke drugshandel is geconstateerd. Met een sluiting wordt de bekendheid van een pand als drugspand weggenomen en wordt de ‘loop’ naar het pand eruit gehaald, waarmee het pand aan het drugscircuit wordt onttrokken. Als blijkt dat de aangetroffen drugs niet in of vanuit de woning werden verhandeld, kan echter in mindere mate sprake zijn van een ‘loop’ naar de woning, wat de noodzaak om te sluiten gelet op het beoogde herstelkarakter van de maatregel minder groot kan maken.
12. De voorzieningenrechter acht voor wat betreft de noodzaak tot sluiting van belang dat niet is gebleken dat er feitelijke drugshandel vanuit de woning is waargenomen. Niet gebleken is van een ‘loop’ naar de woning. Verder zijn er sinds de drugsvondst acht maanden verstreken en hebben zich in die tijd geen nieuwe (drugsgerelateerde) incidenten in of rond de woning voorgedaan. Volgens de burgemeester is ook uit onderzoek van politie niet concreet gebleken dat er sprake is van overlast die te relateren is aan drugshandel rondom de woning. Verder is niet gebleken dat de woning in een voor drugscriminaliteit kwetsbare woonwijk ligt. Ook is van belang dat in dit geval geen harddrugs is aangetroffen en er geen sprake is van een recidivesituatie.
13. Gelet op wat hier voor is overwogen is de noodzaak om de woning te sluiten naar het oordeel van de voorzieningenrechter minder groot.
Is sluiting van de woning evenredig?
14. Naast noodzakelijk, moet de woningsluiting ook evenredig zijn. Voor de beoordeling van de evenredigheid acht de hoogste bestuursrechter de volgende omstandigheden van belang: de verwijtbaarheid, de gevolgen van de sluiting en de aanwezigheid van minderjarige kinderen.
15. Verzoekster heeft aangevoerd dat de sluiting onevenredig is vanwege bijzondere omstandigheden, namelijk dat verzoekster onder druk is gezet en verder geen bemoeienis heeft gehad met de hennepkwekerij. Zij zal niet opnieuw worden benaderd, omdat haar woning inmiddels onder de aandacht van de politie is, en heeft nu ook contacten met hulpverlening, waardoor zij zich niet nogmaals onder druk zal laten zetten. Verder heeft de woning voor haar een grote emotionele waarde omdat dit de woning van haar overleden moeder was. Ook zal de situatie van haar minderjarige zoon aanzienlijk verslechteren door de sluiting. Hij heeft psychische problemen en kan slecht tegen verandering. Zij is er bang voor dat haar eigen psychische klachten weer zullen toenemen en dat de huurovereenkomst zal worden ontbonden en zij op de zwarte lijst komt te staan. Verzoekster zal hierdoor waarschijnlijk op straat komen te staan omdat zij geen familie of vrienden heeft waar zij terecht kan.
16. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester bij het nemen van het bestreden besluit meer had moeten betrekken dat een sluiting van de woning grote gevolgen heeft voor verzoekster. Zoals blijkt uit de eerder aangehaalde uitspraken kunnen de gevolgen van een woningsluiting bijzonder zwaar zijn als de bewoners niet kunnen terugkeren in de woning na de sluiting, bijvoorbeeld als door de sluiting het huurcontract wordt ontbonden. In dat kader moet ook betekenis worden toegekend aan de vraag of de huurder door sluiting van de woning op een ‘zwarte lijst’ komt te staan bij een woningbouwcorporatie, waardoor de huurder (tijdelijk) geen andere sociale huurwoning in de regio toegewezen krijgt. Gebleken is dat verhuurder Nester de ontbinding van de huurovereenkomst in afwachting heeft gesteld van de uitkomst van het verzoek om voorlopige voorziening en/of het beroep tegen het besluit van de burgemeester tot sluiting van de woning. De burgemeester kon er ten tijde van het nemen van het bestreden besluit dan ook vanuit gaan dat een sluiting van de woning ervoor zou zorgen dat de huurovereenkomst zou worden ontbonden en dat verzoekster waarschijnlijk op een ‘zwarte lijst’ zou worden geplaatst. Daarnaast is er conservatoir beslag gelegd op de goederen van verzoekster waardoor verzoekster financieel geen ruimte heeft om in de particuliere sector naar een woning te zoeken. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester dat niet of onvoldoende heeft meegewogen in het bestreden besluit. De voorzieningenrechter is ook van oordeel dat de burgemeester in onvoldoende mate heeft gekeken naar de mogelijkheden voor vervangende huisvesting. De enkele mededeling dat uit een gesprek met Moveoo gebleken is dat er een intake mogelijk is maar dat een plek op korte termijn daarbij niet gegarandeerd is, acht de voorzieningenrechter onvoldoende om invulling te geven aan de rol die de burgemeester hierbij heeft. Het is immers weinig concreet. Daarnaast spelen ook de persoonlijke omstandigheden die verzoekster heeft aangevoerd een rol, zoals de psychische kwetsbaarheid van verzoekster en haar zoon, en haar speciale binding met deze woning. Tot slot weegt de voorzieningenrechter mee dat verzoekster onder druk is gezet om de hennepkwekerij te laten plaatsen en hier zelf geen gewin van heeft gehad. De burgemeester heeft dit niet betwist.
17. De nadelige gevolgen van de sluiting moeten worden afgewogen tegen de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de burgemeester een sluiting noodzakelijk mocht vinden. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig. Maar in dit geval is al in mindere mate sprake van noodzaak, zoals overwogen onder 12. Omdat er aan de kant van verzoekster wel grote nadelige gevolgen zijn, heeft de burgemeester zich in redelijkheid niet op het standpunt kunnen stellen dat het sluiten van de woning voor 3 maanden evenredig is en niet met een minder ingrijpend middel kon worden volstaan.