ECLI:NL:RBLIM:2024:738

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
16 februari 2024
Zaaknummer
10629380 \ CV EXPL 23-3180
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van kosten voor reparatiewerkzaamheden aan een auto en verweer tegen wanprestatie

In deze zaak vordert de eiser in conventie, [eiser in conventie, verweerder in reconventie], betaling van € 1.099,49 van de gedaagde in conventie, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], voor kosten van reparatiewerkzaamheden aan diens auto. De eiser stelt dat er een overeenkomst is gesloten waarbij de gedaagde de kosten voor originele BMW-remschijven diende te betalen, terwijl de remschijven kosteloos gemonteerd zouden worden. De gedaagde heeft een deel van de facturen betaald, maar heeft de factuur van 4 juni 2022 niet voldaan, met een openstaand bedrag van € 943,88. De gedaagde voert verweer en stelt dat de eiser wanprestatie heeft gepleegd door de werkzaamheden ondeugdelijk uit te voeren.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen schending is van de (pre)contractuele informatieplichten en dat de gedaagde in beginsel verplicht is om te betalen, tenzij hij een verweer kan voeren dat zijn betalingsverplichting tenietdoet. De kantonrechter oordeelt dat het verweer van de gedaagde niet kan leiden tot een bevrijding van de betalingsverplichting. De vordering van de eiser wordt toegewezen, met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding.

In reconventie vordert de gedaagde schadevergoeding van de eiser, stellende dat de eiser niet als een redelijk bekwaam en redelijk handelend garagist heeft gehandeld. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet voldoende heeft onderbouwd dat de eiser tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De vorderingen in reconventie worden afgewezen. De gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 10629380 \ CV EXPL 23-3180
Vonnis van 14 februari 2024
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie],
handelend onder de naam
[handelsnaam],
te [woonplaats 1] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
gemachtigde: mr. S. Kocken,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding 12 juli 2023 met producties 1 tot en met 4;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende conclusie van eis in reconventie met producties 1 tot en met 17;
- de conclusie van antwoord in reconventie met productie 5;
- de brief van 11 oktober 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van 26 oktober 2023 waarin een nieuwe datum voor een mondelinge behandeling is bepaald;
- de e-mail van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 8 december 2023 met producties 18 tot en met 20;
- de e-mail van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 8 december 2023 met productie 21;
- de mondelinge behandeling van 19 december 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft in de periode 29 januari 2021 tot en met 4 juni 2022 in opdracht en voor rekening van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] diverse reparatiewerkzaamheden aan de auto van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uitgevoerd. In januari 2021 zijn de voorste remschijven vervangen, in april 2021 zijn de achterste remschijven vervangen, in september 2021 zijn alle remschijven vervangen onder garantie en in juni 2022 zijn – op verzoek van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] – de originele BMW-remschijven op de auto gezet. Partijen zijn met betrekking tot deze laatste reparatie overeengekomen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de BMW-remschijven betaalt en dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de remschijven kosteloos monteert.
2.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de kosten van de reparatiewerkzaamheden bij facturen van 28 of 29 januari 2021, 11 mei 2021, 2 september 2021 en 4 juni 2022 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in rekening gebracht.
2.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de facturen van 28 of 29 januari 2021, 11 mei 2021 en 2 september 2021 betaald. De factuur van 4 juni 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet betaald voor zover deze factuur ziet op de kosten voor het vervangen/repareren van de rem(schijven). Een bedrag van € 943,88 resteert. Ten aanzien daarvan heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij e-mail van 11 juni 2022 aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een voorbehoud gemaakt totdat enkele duizenden kilometers met de auto is gereden.
2.4.
Bij e-mail van 20 juli 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bericht dat het eerdere probleem van het trillen van de auto bij het remmen zich wederom voordoet. Bij e-mails van 28 juli 2022 en 4 augustus 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (nogmaals) [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om een reactie verzocht.
2.5.
Op 4 augustus 2022 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] per e-mail gereageerd en hebben partijen afgesproken dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met zijn auto bij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] langs gaat.
2.6.
Op 9 augustus 2022 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de auto van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een proefrit gemaakt van ongeveer 300 meter waarbij het probleem van het trillen van de auto zich voordeed. Direct daarna hebben partijen afgesproken dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het restant van de factuur van 4 juni 2022 betaalt als na onderzoek door BMW-dealer Keram (hierna: Keram, thans: Ekris) vast komt te staan dat van normale slijtage van de remmen geen sprake is. Mocht van normale slijtage sprake zijn, dan zou [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de kosten dragen.
2.7.
Bij e-mail van 25 augustus 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bericht niets van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] of Keram gehoord te hebben en dat hij zelf een afspraak heeft gemaakt bij een expert.
2.8.
Bij e-mail van 28 augustus 2022 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bericht nog altijd bereid te zijn om het probleem op te lossen, maar dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] hiervoor wel de kans moet krijgen en dat de gemaakte afspraken nagekomen moeten worden.
2.9.
Op 6 september 2022 heeft de firma [naam bedrijf 1] te Hoensbroek (hierna: [naam bedrijf 1] ) de auto van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onderzocht en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] doorverwezen naar de firma [naam bedrijf 2] te [vestigingsplaats] (hierna: [naam bedrijf 2] ). [naam bedrijf 2] heeft de auto van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onderzocht en de remschijven afgedraaid. Tot op heden is het probleem verholpen.
2.10.
Keram heeft de auto van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet onderzocht.
2.11.
Bij brief van 13 oktober 2022 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een chronologische feitenweergave en conclusies aangaande de reparaties die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft gedaan aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gestuurd. In die brief stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aansprakelijk en sommeert hij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om binnen veertien dagen € 2.097,38 aan hem te betalen. Tot op heden heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet betaald.
2.12.
Op 23 december 2022 en 20 januari 2023 heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in gebreke gesteld en tot betaling gesommeerd. Tot op heden heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet betaald.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert – samengevat – dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal veroordelen:
om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] € 1.099,49 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over € 943,88 vanaf de dag van dagvaarding totdat alles is betaald;
in de proces- en nakosten.
Het bedrag van € 1.099,49 bestaat uit € 943,88 inclusief btw aan hoofdsom, € 14,16 aan rente en € 141,45 aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
Naar de kantonrechter begrijpt legt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] aan zijn vordering de stelling ten grondslag dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een betalingsverplichting rust voor de originele BMW-remschijven die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kosteloos heeft gemonteerd in de auto van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , met voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proces- en nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert – samengevat – dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zal veroordelen om aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen behoorlijk bewijs van kwijting € 3.841,01 te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening.
3.6.
Naar de kantonrechter begrijpt legt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan zijn vordering de stelling ten grondslag dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet als een redelijk bekwaam en redelijk handelend garagist te werk is gegaan en daarom aansprakelijk is voor de schade van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft nooit de juiste diagnose gesteld doordat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geen gebruik heeft gemaakt van een micrometer om daarmee de uitslag/kromming van de remschijven te meten. Als de uitslag/kromming binnen de marge is, dan moeten de remschijven worden afgedraaid – zoals bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het geval was – en als de uitslag/kromming buiten de marge is, dan moeten de remschijven worden vervangen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft dan ook ten onrechte drie keer de remschijven vervangen. Om de kosten tot een minimum te beperken had een redelijk bekwaam en redelijk handelend garagist bij de problematiek die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ondervond aan zijn auto als eerste de remschijven afgedraaid, ook dat heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet gedaan.
3.7.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
De (pre)contractuele informatieplichten
4.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft zijn vordering gebaseerd op de stelling dat sprake is van – naar de kantonrechter begrijpt – een overeenkomst anders dan op afstand of buiten de verkoopruimte tussen haar als handelaar en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikel 6:230l van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Dit ter bescherming van de consument. Schending van deze informatieplichten heeft volgens artikel 6:230l BW tot gevolg dat de consument niet aan het aanbod wordt gebonden. De handelaar moet in geval van een procedure gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, ook als de consument schending van die voorschriften niet tegenwerpt aan de handelaar.
4.2.
De kantonrechter stelt vast dat in deze zaak geen sprake is van schending van de (pre)contractuele informatieplichten van artikel 6:230l BW.
De verdere inhoudelijke beoordeling van het geschil in conventie
4.3.
Vast is komen te staan dat tussen [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] sprake is van een overeenkomst waarbij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kosteloos de originele BMW-remschijven monteert in de auto van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betaalt voor de remschijven (zie 2.1). Ook staat vast dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de werkzaamheden heeft verricht (zie 2.1). Dit betekent dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] reeds gelet hierop in beginsel verplicht is om voor de remschijven te betalen aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , tenzij hij een verweer voert op grond waarvan zijn betalingsverplichting tenietgaat.
4.4.
Het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] het werk ondeugdelijk heeft uitgevoerd (wanprestatie), kan niet leiden tot het oordeel dat zijn betalingsverplichting teniet is gegaan. Zelfs als er sprake zou zijn van wanprestatie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , dan brengt die enkele wanprestatie niet met zich mee dat zijn vordering daarom niet hoeft te worden voldaan (zie Hoge Raad 19 februari 1988, NJ 1989, 343). Een dergelijke rechtsregel kent het Nederlandse recht niet. Die bevrijding van de eigen betalingsverplichting had door (partiële) ontbinding van de overeenkomst bewerkstelligd kunnen worden. Ook had de betalingsverplichting teniet kunnen gaan door bijvoorbeeld verrekening met schade. In het onderhavige geval is de overeenkomst niet ontbonden en ook het beroep van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op verrekening met zijn vordering in reconventie tot betaling van schadevergoeding, leidt niet tot de conclusie dat zijn betalingsverplichting teniet is gegaan aangezien zijn vordering in reconventie zal worden afgewezen. Voor zover [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met het door hem gemaakte voorbehoud (zie 2.3) een beroep heeft willen doen op opschorting, overweegt de kantonrechter dat, nog daargelaten of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] terecht gebruik heeft gemaakt van zijn opschortingsbevoegdheid, opschorting alleen kan leiden tot uitstel van het voldoen aan de betalingsverplichting en niet tot afstel daarvan. Hieruit volgt dat op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de verplichting blijft rusten om € 943,88 inclusief btw aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te betalen en dat de vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot dat bedrag zal worden toegewezen.
4.5.
Gelet op rov. 4.3 behoeft hetgeen dat partijen naar voren hebben gebracht over de afspraak dat de remmen van de auto onafhankelijk zouden worden onderzocht door Keram en wie – afhankelijk van de uitkomst daarvan – het restant van de factuur voor zijn rekening zou nemen, geen bespreking en beoordeling meer.
Wettelijke rente
4.6.
Over het bedrag van € 943,88 vordert [eiser in conventie, verweerder in reconventie] blijkens randnummer 5 van de dagvaarding, de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW. Hoewel uit het lichaam van de dagvaarding blijkt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de wettelijke rente wenst te vorderen vanaf het moment dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in verzuim is, kan de kantonrechter daarover niet oordelen nu in het petitum van de dagvaarding de wettelijke rente wordt gevorderd vanaf de dag van dagvaarding.
4.7.
Tevens vordert [eiser in conventie, verweerder in reconventie] € 14,16 aan rente. Gelet op rov. 4.6 begrijpt de kantonrechter deze vordering aldus dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW bedoelt te vorderen en dat dit bedrag ziet op de periode tot aan de dag van dagvaarding.
4.8.
Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moet de wettelijke rente voor rekening en risico van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] blijven omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een afwachtende houding heeft aangenomen door pas zo laat te dagvaarden. De kantonrechter begrijpt dit verweer aldus dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een beroep doet op rechtsverwerking (artikel 6:2 lid 2 BW). Om rechtsverwerking te kunnen aannemen is in dit geval nodig dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich heeft gedragen op een wijze die naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onverenigbaar is met het vervolgens geldend maken van zijn recht. Enkel tijdsverloop is daarvoor onvoldoende. Er moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden op grond waarvan bij [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zijn aanspraak niet meer geldend zal maken of waardoor de positie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onredelijk verzwaard of benadeeld zou worden als het recht alsnog geldend wordt gemaakt. Nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dergelijke omstandigheden niet heeft aangevoerd en enkel een beroep doet op tijdsverloop, is van rechtsverwerking geen sprake. Het verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] slaagt daarom niet.
4.9.
Daarnaast heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de gevorderde wettelijke rente niet weersproken. Nu [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in randnummer 5 van de dagvaarding enkel heeft gesteld dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in verzuim is, maar niet per wanneer, zal de gevorderde wettelijke rente over € 943,88 slechts worden toegewezen met ingang van de datum van dagvaarding (12 juli 2023).
Buitengerechtelijke incassokosten
4.10.
De gevorderde vergoeding voor de buitengerechtelijke incassokosten zal worden afgewezen nu niet gesteld of gebleken is dat in de aanmaning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een betalingstermijn van veertien dagen is gegeven ingaande de dag na ontvangt daarvan, zoals vereist door artikel 6:96 lid 6 BW. In dit verband wordt verwezen naar de uitspraak van de Hoge Raad van 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704.
Proces- en nakosten
4.11.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is de partij die in conventie ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,84
- griffierecht
214,00
- salaris gemachtigde
270,00
(2,00 punten × tarief € 135,00)
Totaal
591,84.
4.12.
Bij een separate veroordeling in de nakosten bestaat geen belang nu de proceskostenveroordeling die kosten omvat. In dit verband wordt verwezen naar de rov. 2.3 van de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853.
in reconventie
4.13.
Voor toekenning van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevorderde schadevergoeding is vereist dat komt vast te staan dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomsten. Daarvan kan sprake zijn indien [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet de zorg van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot heeft betracht. Op grond van artikel 150 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) is het aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om dat voldoende onderbouwd te stellen nu hij in reconventie degene is die zich beroept op het rechtsgevolg (schadevergoeding) van de door hem gestelde feiten of rechten.
4.14.
De kantonrechter stelt vast dat partijen van mening verschillen over of [eiser in conventie, verweerder in reconventie] nooit de juiste diagnose heeft gesteld doordat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geen gebruik heeft gemaakt van een micrometer om daarmee de uitslag/kromming van de remschijven te meten. Ook staat tussen partijen ter discussie of een redelijk bekwaam en redelijk handelend garagist als eerste de remschijven zou afdraaien ingeval van de problematiek die zich voordeed bij de auto van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.15.
De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat een redelijk bekwaam en redelijk handelend garagist als eerste de remschijven zou hebben afgedraaid bij de problematiek die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ondervond. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onderbouwt zijn standpunt weliswaar met een e-mail van Ekris (productie 13 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) en een e-mail van [naam bedrijf 2] (productie 16 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) maar daaruit kan de kantonrechter hetgeen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt niet afleiden. Uit de e-mail van Ekris blijkt namelijk dat het afdraaien van de remschijven de oplossing kan zijn voor het probleem dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ondervond aan zijn auto, maar niet dat dat de oplossing was en dat het gebruikelijk is dat bij dergelijke problematiek als eerste de remschijven worden afgedraaid. Dat blijkt ook niet uit de e-mail van [naam bedrijf 2] nu de kantonrechter daaruit enkel kan afleiden wat de oorzaak zou kunnen zijn geweest van het kromtrekken van de remschijf. Ook onderbouwt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn standpunt met hetgeen [naam bedrijf 1] volgens hem zou hebben gezegd. Ten aanzien daarvan overweegt de kantonrechter dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] enkel een factuur van [naam bedrijf 1] (productie 15 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) in het geding heeft gebracht waaruit blijkt dat een werkplaatstarief in rekening is gebracht en daaruit kan de kantonrechter niet hetgeen afleiden dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt. Nu [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich op het standpunt stelt dat het afdraaien van de remschijven als laatste wordt gedaan, had het gelet op artikel 150 Rv op de weg van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gelegen om een verklaring van [naam bedrijf 1] in het geding te brengen dan wel een verklaring van een andere ter zake deskundige waaruit blijkt dat een redelijk bekwaam en redelijk handelend garagist in de situatie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als eerste de remschijven zou hebben afgedraaid.
4.16.
Eveneens is niet komen vast te staan dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] nooit de juiste diagnose heeft gesteld doordat hij geen micrometer heeft gebruikt en dat daardoor ten onrechte de remschijven zijn vervangen. Dat volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uit de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] opgestelde facturen niet blijkt dat een micrometer is gebruikt dan wel dat de remschijf dusdanig krom was dat die vervangen moest worden, betekent namelijk niet dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] geen micrometer heeft gebruikt. Ook anderszins is de kantonrechter niet gebleken dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verkeerd heeft gehandeld nu de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overgelegde verklaringen van Ekris (productie 13 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) en [naam bedrijf 2] (productie 16 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) daarvoor geen aanknopingspunten bieden, evenals de informatie van de ANWB over kromme remschijven (productie 5 van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ).
4.17.
Uit het overwogene in rov. 4.15 en 4.16 volgt dat eveneens niet is komen vast te staan dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomsten. Dit betekent dat de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gevorderde schadevergoeding, evenals de daarover gevorderde wettelijke rente, zal worden afgewezen.
4.18.
Nu niet is komen vast te staan dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomsten, behoeft hetgeen dat partijen naar voren hebben gebracht over of sprake is van verzuim, over de schade en het causale verband tussen de tekortkoming en de schade geen bespreking en beoordeling meer.
4.19.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is de partij die in reconventie ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten in reconventie aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vastgesteld op € 135,00 aan salaris gemachtigde (2 punten x factor 0,5 x tarief € 135,00).

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te betalen € 943,88, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van 12 juli 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot dit vonnis vastgesteld op € 591,84,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] af,
5.6.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot dit vonnis vastgesteld op € 135,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2024.
CL