5.2.Volgens eiser is daarom op grond van de algemene aanwijzingsregel van Vo 883/2004 het sociale verzekeringsstelsel van het woonland, Nederland, van toepassing. Zo stond het oorspronkelijk ook in het door de Svb verstrekte pensioenoverzicht van
13 november 2018.
Het oordeel van de rechtbank
Is een pensioenoverzicht bindend? Mag of moet de Svb op een later moment de verzekerde periodes wijzigen?
6. De rechtbank oordeelt dat eiser zich niet kan beroepen op de bindendheid van het pensioenoverzicht. De Svb heeft in dit verband terecht verwezen naar de rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) hierover. Uit die rechtspraak volgt – kort gezegd – dat een pensioenoverzicht een besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, waartegen in rechte opgekomen kan worden en dat op enig moment in rechte vast komt te staan. Dat laatste betekent echter niet dat eiser erop kon vertrouwen dat het daarin vastgestelde aantal verzekerde jaren voor de toekomst definitief vaststaat. Integendeel, de Svb is op grond van artikel 17a van de AOW zelfs verplicht de hoogte van de AOW-uitkering in overeenstemming te brengen met de verzekerde periodes, mocht daarin iets in gewijzigd zijn.
Heeft de Svb de niet verzekerde periodes terecht gewijzigd?
7. De rechtbank stelt vervolgens op basis van de stukken en het verhandelde op zitting vast dat de Svb de niet verzekerde periodes heeft gewijzigd naar aanleiding van de - meest recente - informatie op het formulier E205 DE van de Verwaltungskommission für die sociale Sicherheit der Wanderarbeitnehmer van 18 mei 2020.
8. De rechtbank volgt de Svb in het standpunt dat hij heeft uit te gaan van de informatie zoals die door de Duitse instanties is aangeleverd en het niet op zijn weg ligt om die informatie te weerspreken. Dat zelfde geldt voor de rechtbank: zij oordeelt niet over de rechtmatigheid van de door de Duitse instanties genomen besluiten over het verzekerd zijn in Duitsland. Nu het in dit geval gaat om een ziekteperiode naar aanleiding van (zelfstandige) werkzaamheden verricht in Duitsland, is voor de kwalificatie welk sociaal zekerheidsstelsel van toepassing is over die periode het oordeel van de ter zake bevoegde Duitse organen doorslaggevend.De rechtbank zal zich daarom niet uitlaten over de juistheid van het standpunt van eiser als weergegeven in 5.1 en 5.2.
9. Het voorgaande betekent dat de Svb op goede gronden eiser alsnog niet verzekerd heeft geacht over de periodes van 16 juni 2017 tot en met 24 juni 2017 en van 6 juli 2017 tot en met 4 september 2017. Hierbij overweegt de rechtbank nog dat hieraan niet afdoet, dat de rechtszaken die eiser volgens zijn mededeling ter zitting hierover in Duitsland voert, nog niet ten einde zijn. Mochten de bevoegde rechterlijke instanties in Duitsland tot het oordeel komen, dat de visie van het bevoegde bestuursorgaan in Duitsland over de periodes hier in geding niet juist is geweest, dan ligt het voor de hand dat de Svb daarover geïnformeerd wordt en hij de AOW-korting opnieuw herziet.