Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure in de zaak met zaaknummer C/03/335835 / KG ZA 24-389
- de pleitnota van Akwadraat,
- de pleitnota van Remondis.
2.de procedure in de zaak met zaaknummer C/03/338013 / KG ZA 25-5:
- de pleitnota van Akwadraat,
- de pleitnota van Remondis.
3.De feiten in beide zaken
on holdis gezet. Hierop is namens de gemeenten op 16 december 2024 geantwoord dat de gevraagde bevestiging niet kan worden gegeven, omdat de gemeenten tot definitieve gunning zijn overgegaan (productie 2 van Akwadraat in procedure 338013).
4.Het geschil
- binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, inhoudende de voorlopige gunning van de opdracht in te trekken en ingetrokken te houden, althans te verbieden om de opdracht op basis van de gehouden aanbesteding te gunnen, op straffe van verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat zij na betekening van dit vonnis in strijd handelt met hetgeen waartoe zij is veroordeeld,
- de aanbesteding “Inzameling huishoudelijk afval en aanverwante dienstverlening” te staken en gestaakt te houden en, indien de gemeenten alsnog opdracht wil geven voor de genoemde diensten, de gemeenten te gebieden opnieuw een aanbestedingsprocedure te voeren, welke heraanbesteding alsdan plaatsvindt overeenkomstig de inhoud van dit vonnis,
- Akwadraat niet ontvankelijk verklaart in haar vorderingen, althans de vorderingen van Akwadraat afwijst;
- Akwadraat te veroordeelt in de kosten van de procedure.
5.De beoordeling
uitsluitendde door Akwadraat gestelde combinatie binnen de daarvoor geldende termijn in rechte kunnen opkomen tegen een gunningsvoornemen dan wel gunning. Deze bevoegdheid komt de afzonderlijke combinanten niet toe (vgl. het arrest van het gerechtshof Leeuwarden van 22 maart 2011, ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ0523 en het daaraan voorafgaande vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 29 juli 2010, ECLI:NL:RBLEE:2010:BN2970). Reeds hierom dient de vordering van Akwadraat bij gebrek aan belang afgewezen te worden.
de inschrijverprecontractuele rechtsmiddelen heeft moeten kunnen instellen. In lijn daarmee is dat artikel 2.127 Aw – zoals Remondis heeft opgemerkt – bepaalt dat de opschortingstermijn niet acht hoeft te worden genomen als er maar één inschrijver is geweest. De voorzieningenrechter volgt Akwadraat (dan ook) niet in haar, verder niet onderbouwde stelling dat de Nederlandse wetgever heeft beoogd om op dit punt ruimere rechtsbescherming te bieden dan de Europese. Dit betekent dat de aanbestedingsprocedure Akwadraat - al dan niet in consortiumverband - in beginsel niet aangaat en Akwadraat ook om die reden geen belang bij haar vorderingen heeft. Dat er uitzonderlijke omstandigheden zijn die nopen tot een ander oordeel is gesteld noch gebleken. Ter zitting heeft Akwadraat bovendien onvoldoende weersproken dat zij – zo mogelijk in consortiumverband - eventueel onder protest had kunnen inschrijven, hetgeen zij evenmin heeft gedaan
- griffierecht € 1.376,00 (zijnde 2 x € 688,00)
- salaris advocaat € 2.214,00 (zijnde 2 x € 1.107,00)
- nakosten
- griffierecht € 1.376,00 (zijnde 2 x € 688,00)
- salaris advocaat € 2.214,00 (zijnde 2 x € 1.107,00)
- nakosten
6.De beslissing
- € 3.768,00 aan de kant van de gemeenten,
- € 3.768,00 aan de kant van Remondis,