ECLI:NL:RBLIM:2025:3337
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake woningsluiting op basis van de Opiumwet na aantreffen van softdrugs en verboden wapens
Op 9 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een besluit van de burgemeester van de gemeente Heerlen om de woning van de verzoeker te sluiten voor de duur van zes maanden, na het aantreffen van 4,54 kilo hennep, 21 gram hasj en verboden wapens in de woning. De verzoeker, eigenaar van de woning, was het niet eens met dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening zodat hij in zijn woning kon blijven wonen tot zes weken na de beslissing op bezwaar. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, oordelend dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet. De voorzieningenrechter oordeelde dat de sluiting noodzakelijk was en dat de persoonlijke belangen van de verzoeker niet zwaarder wogen dan de belangen van de openbare orde. De burgemeester had in zijn beleid vastgelegd dat bij het aantreffen van een handelshoeveelheid softdrugs de woning zonder waarschuwing gesloten kan worden. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester in dit geval redelijkerwijs kon besluiten tot sluiting van de woning, gezien de ernst van de overtreding en de aanwezigheid van verboden wapens. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, waardoor de sluiting van de woning kon doorgaan.