ECLI:NL:RBLIM:2025:3633

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
10961862 \ CV EXPL 24-1121 en 11028719\ CV EXPL 24-1731
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake loonvordering en arbeidsvoorwaarden bij overgang van onderneming

In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, zijn twee vorderingen aan de orde die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst bij de onderneming Volta Limburg B.V. De eisers, bestaande uit meerdere werknemers, hebben hun vorderingen gebaseerd op de garantie van hun salaris en salarisperspectief bij de overgang van de onderneming. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemers bij de overgang van de onderneming recht hadden op hun salaris zoals dat bij de overdragende onderneming was vastgesteld. De eisers vorderen onder andere dat Volta hen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022 het salaris volledig moet indexeren en dat reeds doorgevoerde inhoudingen op het salaris moeten worden terugbetaald. Volta heeft verweer gevoerd en stelt dat de persoonlijke toeslag niet tot het salaris behoort en dat de indexering niet over deze toeslag hoeft te worden toegepast. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de wijziging van de samenstelling van het salaris in strijd is met de wetgeving omtrent de overgang van ondernemingen. De kantonrechter heeft de vorderingen van de eisers toegewezen en Volta veroordeeld tot betaling van de achterstallige bedragen, wettelijke verhogingen en proceskosten. In de reconventie heeft Volta vorderingen ingesteld tegen de eisers, die zijn afgewezen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de arbeidsvoorwaarden van de eisers ongewijzigd zijn gebleven en dat Volta geen recht heeft op terugbetaling van de door haar gevorderde bedragen.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummers (gevoegd): 10961862 \ CV EXPL 24-1121 en 11028719\ CV EXPL 24-1731
Vonnis van 16 april 2025
in de zaak met zaaknummer 10961862 \ CV EXPL 24-1121 van

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,

te [woonplaats 1] ,
2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2],
te [woonplaats 2] ,
3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 3],
te [woonplaats 3] ,
eisende partijen in conventie, verwerende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ,
gemachtigde: mr. J.T.J. Poell,
tegen
VOLTA LIMBURG B.V.,
te Schinnen, gemeente Beekdaelen,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Volta,
gemachtigde: mr. M.M.J.F. Sijben,
en
in de zaak met zaaknummer 11028719 \ CV EXPL 24-1731 van
[eiser in coventie, verweerder in reconventie],
te [woonplaats 4] ,
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in coventie, verweerder in reconventie] ,
gemachtigde: mr. P.H.A. Jacobs (DAS Rechtsbijstand),
tegen
VOLTA LIMBURG B.V.,
te Schinnen, gemeente Beekdaelen,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Volta,
gemachtigde: mr. M.M.J.F. Sijben.

1.De procedure in beide zaken

1.1.
Het verloop van de procedure met zaaknummer 10961862 \ CV EXPL 24-1121
blijkt uit:
- de dagvaarding van 21 februari 2024,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie,
- de conclusie van repliek in conventie, tevens antwoord in reconventie,
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens repliek in reconventie,
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Het verloop van de procedure met zaaknummer 11028719 \ CV EXPL 24-1731 blijkt uit:
- het incidenteel vonnis van 7 augustus 2024 en de daarin genoemde processtukken,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie,
- de conclusie van repliek in conventie, tevens antwoord in reconventie,
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens repliek in reconventie,
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.3.
Ten slotte is partijen meegedeeld dat vandaag een vonnis zal worden uitgesproken.

2.De feiten in beide zaken

2.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] is op 1 december 1981 in dienst getreden bij een rechtsvoorgangster van zijn huidige werkgeefster Volta. Tot 1 augustus 1996 was hij in dienst bij Mega Limburg BV (verder: Mega Limburg). In de periode 1 januari 1996 tot 1 augustus 1996 is hij door Mega Limburg gedetacheerd bij Volta.
2.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] is op 13 september 1993 in dienst getreden bij een rechtsvoorgangster van zijn huidige werkgeefster Volta. Tot 1 juli 1999 was hij werkzaam voor Coriorent.
2.3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 3] is op 1 maart 1981 in dienst getreden bij een rechtsvoorgangster van zijn huidige werkgeefster Volta. Tot 1 augustus 1996 was hij in dienst bij Mega Limburg. In de periode 1 januari 1996 tot 1 augustus 1996 is hij door Mega Limburg gedetacheerd bij Volta.
2.4.
[eiser in coventie, verweerder in reconventie]
is op 1 september 1988 in dienst getreden bij een rechtsvoorgangster van zijn huidige werkgeefster Volta. Tot 1 augustus 1996 was hij in dienst bij Mega Limburg. In de periode 1 januari 1996 tot 1 augustus 1996 is hij door Mega Limburg gedetacheerd bij Volta.
2.5.
Volta heeft (de onderdelen van) de onderneming(-en) waar [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] werkzaam waren in 1996 dan wel 1999 overgenomen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] , [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 3] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] hebben bij de overgang van Mega Limburg naar Volta een brief ontvangen waarin de collectieve arbeidsovereenkomst Energie- en Nutsbedrijven (ENB-cao) en de collectieve Arbeidsovereenkomst Volta Limburg B.V. (bedrijfs-cao Volta) van toepassing zijn verklaard. In de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] ondertekende nieuwe arbeidsovereenkomst met Volta staat dat de ENB-cao en de bedrijfs-cao Volta van toepassing zijn. Later is de cao PLB (cao Productie- en Leveringsbedrijven) tussen partijen van toepassing geworden.
2.6.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] zijn bij de overgang naar Volta ingedeeld in de salarisschaal behorende bij de functie die zij gingen uitoefenen bij Volta. Het salaris van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] lag bij de overdragende onderneming(-en) boven het toegekende salaris volgens de salarisschaal van Volta. Naast het salaris volgens de salarisschaal is daarom een persoonlijke toeslag toegekend zodat het salaris gelijk bleef aan het salaris dat zij verdienden bij de overdragende onderneming(-en). Volta heeft gedurende vele jaren over het salaris en de persoonlijke toeslag cao-verhogingen toegekend.
2.7.
In de brieven van 23 mei 2022 heeft Volta [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] (onder meer) het volgende geschreven:
“(…) Het afgelopen jaar zijn we binnen onze organisatie aan de slag gegaan met de actualisatie van het Volta functiehuis. Het resultaat is dat er 22 nieuwe functiefamilies zijn beschreven met daarbij ook nieuwe functieniveaus.”
2.8.
Bij de brieven is een bijlage genaamd “Uitleg Garantie- en Markttoeslag” gevoegd. In die bijlage is (onder meer) het volgende te lezen:
“(…)
Met ingang van 1-1-2022 is er één functiehuis voor heel MSC Zuid van toepassing waarbij er voor al onze medewerkers over de entiteiten (WKKT, Volta Solar BV, Fraku en Volta Schinnen) heen uniforme functieomschrijvingen toegepast worden binnen de Volta Limburg Groep. Met betrekking tot de impact voor jou als medewerker zijn er vijf mogelijkheden in het nieuwe functiehuis:
1. Jouw nieuwe functie is op dezelfde manier ingeschaald als voorheen en blijft dus gelijk. Voor jou verandert er niks, behalve een mogelijke wijziging in de functiebenaming.
2. Jouw nieuwe functie is hoger ingeschaald als voorheen. Het minimum salaris van de nieuwe inschaling is echter hoger dan je huidige salaris. Er zijn dan twee mogelijkheden. (…)
5. Jouw nieuwe functie is lager ingeschaald als voorheen, maar jouw salaris is hoger dan het maximum van de nieuwe inschaling. Voor jou geldt dan dat je huidige salaris (d.d. 1-1-2022) vastgezet wordt op de max van de schaal behorend bij de nieuwe functie. Het salarisgedeelte dat vervolgens dan boven de max van deze schaal zit zal als garantietoeslag toegekend worden. Deze garantie zal niet geïndexeerd worden, wat inhoudt dat er geen cao-verhogingen over zullen plaatsvinden. De garantie loopt in op het basis salaris totdat het maximum van de schaal is bereikt. Daarna is weer groei mogelijk op basis van het dan geldende maximum van de schaal.
De garantie is onderdeel van het maatgevend salaris. Dit betekend dat over de garantie ook pensioen, vakantiegeld en sociale lasten worden opgebouwd.
Voor medewerkers die reeds uit het verleden een garantietoeslag ontvangen zal deze "oude" garantie mee worden genomen in de implementatie van het nieuwe MSC Zuid functiehuis en zullen deze garanties conform de bovenstaande overgangsmaatregel worden toegepast.”
2.9.
Volta heeft vervolgens de salarissen van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] ‘vastgezet’ en de persoonlijke toeslagen afgebouwd.

3.Het geschil in zaaknummer 10961862 \ CV EXPL 24-1121

Vordering en verweer in conventie
3.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] vorderen  samengevat – veroordeling van Volta om
  • met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022 alsnog het salaris van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] volledig te indexeren en volledig te blijven indexeren,
  • met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022 voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] de reeds doorgevoerde inhoudingen op de garantietoelage aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] terug te betalen,
  • met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022 voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] eventuele tekorten wat betreft de overige salarisvoorwaarden (zoals betreffende het vakantiegeld, betaling van het loon tijdens vakantiedagen, eindejaarsuitkeringen, toeslagen, pensioenverplichtingen of wat dies meer zij) aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te betalen,
  • aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gecorrigeerde loonstroken te verstrekken vanaf 1 januari 2022, alsmede (voor zover reeds van toepassing) gecorrigeerde jaaropgaven,
  • aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te betalen de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 50% over het te weinig betaalde loon sedert 1 januari 2022 tot en met (thans) februari 2024,
  • aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te betalen een bedrag van € 802,59 (excl. BTW) ter zake van buitengerechtelijke incassokosten,
  • aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te betalen de wettelijke rente, steeds over het maandelijks te weinig betaalde loon sedert 1 januari 2022,
  • de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente, te voldoen.
3.2.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] leggen aan de vordering het volgende ten grondslag. Volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zijn door Volta bij de overgang van de onderneming(-en) het salaris en het salarisperspectief gegarandeerd. Volta heeft hier ook jarenlang gevolg aan gegeven door de persoonlijk toeslag en het salaris telkens te indexeren. Het per 1 januari 2022 in mindering brengen van de indexering van het salaris op de persoonlijke toeslag is in strijd met de cao PLB. Het salaris bestaat uit het vaste salaris en de persoonlijke toeslag en daarover moet de indexering plaatsvinden. De wijziging van het functiehuis is voorts een ontoelaatbare eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden.
3.3.
Volta voert verweer. Volta concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in de kosten van deze procedure. Volta erkent dat ten tijde van de overgang van de onderneming(-en) de salarissen zijn gegarandeerd. Deze garantie is bewerkstelligd door het lagere schaalsalaris bij Volta te verhogen met een persoonlijke toeslag. Het was daarbij van meet af aan de bedoeling dat de salarisindexering ingekort zou worden op de persoonlijke toeslag. Deze inkorting zou net zo lang plaats hebben moeten vinden totdat de hoogte van het salaris van collegae in dezelfde salarisklasse zou zijn bereikt. Abusievelijk is dat niet al vanaf de datum overname gebeurd maar pas per 1 januari 2022. Verder vindt Volta dat een persoonlijke toeslag niet behoort tot het salaris zodat de indexering niet over de persoonlijke toeslag moet plaatsvinden. Hoewel volgens Volta geen sprake is van een eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden, leidt het niet aanpassen van de arbeidsvoorwaarden tot ongelijkheid en is de harmonisering van arbeidsvoorwaarden redelijk.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
Vordering en verweer in reconventie
3.5.
Volta c.s. vordert - samengevat –
  • [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] te veroordelen tot (terug)betaling van een bedrag ter hoogte van € 25.133,14 bruto,
  • [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2] te veroordelen tot (terug)betaling van een bedrag van € 4.757,18 bruto,
  • [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 3] te veroordelen tot (terug)betaling van een bedrag van € 48.500,14 bruto,
  • [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te veroordelen tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.6.
Volta stelt dat het vanaf de overname van de onderneming(-en) de bedoeling was dat de persoonlijke toeslag zou worden afgebouwd door inkorting van het salarisindexeringsbedrag op de persoonlijke toeslag. Dat is abusievelijk niet gebeurd. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben dus onterecht vele jaren indexering gekregen van zowel salaris als persoonlijk toeslag. Er is al met al gedurende lange tijd onverschuldigd betaald: [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hadden geen recht op de indexering zonder inkorting op de persoonlijke toeslag. Volgens Volta is het redelijk om terug te gaan tot 1 januari 2019. Vanaf die datum wordt het te veel betaalde teruggevorderd.
3.7.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] voeren verweer en concluderen tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van Volta in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.Het geschil in zaaknummer 10961862 \ CV EXPL 24-1731

Vordering en verweer in conventie
4.1.
[eiser in coventie, verweerder in reconventie] vordert - samengevat –
  • een verklaring voor recht dat [eiser in coventie, verweerder in reconventie] met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022 aanspraak heeft op cao-verhogingen over de persoonlijke toeslag en dat de persoonlijke toeslag niet wordt verminderd,
  • veroordeling van Volta tot betaling van € 4.798,03 bruto,
  • veroordeling van Volta tot betaling van € 4.481,14 bruto per maand per 1 maart 2024, te vermeerderen met cao-verhogingen over basissalaris en toeslag,
  • de wettelijke verhoging,
  • de wettelijke rente,
  • een vergoeding van € 750,00 voor buitengerechtelijke werkzaamheden,
  • veroordeling van Volta in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
4.2.
[eiser in coventie, verweerder in reconventie] legt het volgende aan zijn vordering ten grondslag. Volgens [eiser in coventie, verweerder in reconventie] zijn door Volta bij de overgang van de onderneming (-en) het salaris en het salarisperspectief gegarandeerd. Volta heeft hier ook jarenlang gevolg aan gegeven door de persoonlijk toeslag en het salaris telkens te indexeren. Het per 1 januari 2022 in mindering brengen van de indexering van het salaris op de persoonlijke toeslag is in strijd met de CAO PLB. Het salaris bestaat uit het vaste salaris en de persoonlijke toeslag en daarover moet de indexering plaatsvinden. De wijziging van het functiehuis is voorts een ontoelaatbare eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden.
4.3.
Volta voert verweer. Volta concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser in coventie, verweerder in reconventie] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser in coventie, verweerder in reconventie] in de kosten van deze procedure. Volta erkent dat ten tijde van de overgang van de onderneming (-en) de salarissen zijn gegarandeerd. Deze garantie is bewerkstelligd door het lagere schaalsalaris bij Volta te verhogen met een persoonlijke toeslag. Het was daarbij van meet af aan de bedoeling dat de salarisindexering ingekort zou worden op de persoonlijke toeslag. Deze inkorting zou net zo lang plaats hebben moeten vinden totdat de hoogte van het salaris van collegae in dezelfde salarisklasse zou zijn bereikt. Abusievelijk is dat niet al vanaf de overname gebeurd maar pas per 1 januari 2022. Verder vindt Volta dat een persoonlijke toeslag niet behoort tot het salaris zodat de indexering niet over de persoonlijke toeslag moet plaatsvinden. Hoewel volgens Volta geen sprake is van een eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden leidt het niet aanpassen van de arbeidsvoorwaarden tot ongelijkheid en is de harmonisering van arbeidsvoorwaarden redelijk.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
Vordering en verweer in reconventie
4.5.
Volta c.s. vordert - samengevat –
• [eiser in coventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot (terug)betaling van een bedrag ter hoogte van
€ 27.217,84 bruto,
• [eiser in coventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling van de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
4.6.
Volta stelt dat het vanaf de overname van de onderneming de bedoeling was dat de persoonlijke toeslag zou worden afgebouwd door inkorting van het salarisindexeringsbedrag op de persoonlijke toeslag. Dat is abusievelijk niet gebeurd. [eiser in coventie, verweerder in reconventie] heeft dus onterecht vele jaren indexering gekregen van zowel salaris als persoonlijk toeslag. Er is al met al gedurende lange tijd onverschuldigd betaald: [eiser in coventie, verweerder in reconventie] had geen recht op de indexering zonder inkorting op de persoonlijke toeslag. Volgens Volta is het redelijk om terug te gaan tot 1 januari 2019. Vanaf die datum wordt het te veel betaalde teruggevorderd.
4.7.
[eiser in coventie, verweerder in reconventie] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van Volta in de proceskosten.
4.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling in beide zaken

Wettelijk kader
5.1.
De kantonrechter stelt voorop dat alle partijen het erover eens zijn dat in ieder individueel geval sprake is geweest van een overgang van onderneming. Volgens artikel 7:663 BW gaan door de overgang van een onderneming de rechten en verplichtingen die op dat tijdstip voor de werkgever in die onderneming voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst tussen hem en een daar werkzame werknemer van rechtswege over op de verkrijger.
5.2.
Artikel 7:663 BW – en de voorloper daarvan, artikel 1639bb (oud) BW – is in ons recht opgenomen ter implementatie van de EG-richtlijn 77/187 van 14 februari 1977, PbEG, L 61/26, naderhand vervangen door Richtlijn 98/50 van 29 juni 1998, PbEG, L 201/88, en nog later door Richtlijn 01/23/EG, PbEG, L 82/16. Deze richtlijnen strekken ertoe te verzekeren dat de werknemers bij een verandering in de persoon van het hoofd van de onderneming hun rechten behouden, door het mogelijk te maken dat zij op dezelfde voorwaarden als zij met de vervreemder waren overeengekomen, in dienst van de nieuwe werkgever blijven. Die bescherming is van openbare orde (HvJ-EG 10 februari 1988, NJ 1990, 423 (Daddy’s Dance Hall) en Hoge Raad 26 juni 2009, ECLI:NL:HR:2009:BH4043).
Verboden wijziging samenstelling en verslechtering arbeidsvoorwaarden bij overgang
5.3.
De rechten op salaris van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] zijn op grond van artikel 1639bb (oud) BW van rechtswege overgegaan op Volta. Volta was dus in beginsel gehouden om dat salaris aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] te blijven betalen na de overname.
5.4.
Volta heeft het salaris van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] bij de overgang gegarandeerd. Volta heeft het salaris bij de overname echter ‘opgeknipt’ in twee delen: een vast deel salaris en een persoonlijke toeslag. De bedoeling was volgens Volta om die persoonlijke toeslag af te bouwen door inkorting. Uit HvJ 12 november 1992 (JAR 1993/15: Watson/Rask) volgt dat de samenstelling van het loon bij de overgang niet gewijzigd mag worden zelfs niet als het totaalbedrag hetzelfde blijft. Volta heeft door de vergelijking van de salarissen bij de overgang van onderneming de samenstelling daarvan gewijzigd door toekenning van een basissalaris met een persoonlijke toeslag. Die wijziging van de samenstelling is in strijd met het dwingend recht dat geldt bij overname van ondernemingen. Niet alleen de samenstelling is gewijzigd maar ook de arbeidsvoorwaarden. Een deel van het salaris (de toelage) zou immers volgens Volta niet meer worden verhoogd maar worden afgebouwd met de stijgingen van het basissalaris. Deze verslechtering van de arbeidsvoorwaarden, immers een direct ingevoerde afbouwregeling, houdt verband met de overgang van onderneming en is dus eveneens in strijd met dwingend recht. Dat er niet alleen sprake is van een wijziging van de samenstelling van de salarisvoorwaarden maar ook van een verslechtering van arbeidsvoorwaarden is evident. Als [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] bij de overdragende onderneming(-en) waren gebleven was er immers geen sprake geweest van een afbouw van salaris of persoonlijke toeslag. Ook al zouden [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] in 1996 dan wel 1999 met een dergelijke wijziging en verslechtering hebben ingestemd dan nog mag Volta deze wijziging en verslechtering niet doorvoeren. Een werknemer kan immers geen afstand doen van de rechten die hij aan de dwingende bepalingen van de richtlijn ontleent, ook niet wanneer de nadelen die voor hem uit die afstand voortvloeien, worden gecompenseerd door zulke voordelen, dat hij er globaal gezien niet op achteruit gaat (HvJ-EG 10 februari 1988, NJ 1990, 423 (Daddy’s Dance Hall).
5.5.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] hadden op het moment van overgang dus recht op het salaris dat zij genoten bij de overdragende onderneming(-en). Eventuele afwijkende afspraken tussen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] en Volta zijn, gelet op het dwingende karakter van de regelgeving, niet geldig. Gesteld noch gebleken is dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] nog gebonden waren aan cao-bepalingen van de overdragende onderneming(-en) zodat de kantonrechter aanneemt dat de ENB-cao en de bedrijfs-cao Volta direct op de arbeidsverhoudingen van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en Volta van toepassing werden. Op basis van deze cao’s (en de latere cao PLB) was Volta verplicht om in de loop der jaren reguliere en generieke salarisverhogingen toe te kennen, hetgeen zij ook heeft gedaan. De door partijen gevoerde discussie over de vraag of een salarisverhoging alleen voor het vaste salaris of ook voor de persoonlijke toeslag geldt, is niet van belang. Hiervoor is immers al geoordeeld dat het gemaakte onderscheid tussen salaris en persoonlijke toeslag in strijd is met de wettelijke regels met betrekking tot de overgang van een onderneming. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] hebben dus achteraf bezien van het moment van overname af één vast salaris ontvangen en niet een salaris dat bestaat uit twee componenten (vergelijk: gerechtshof Amsterdam
7 januari 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:28).
Wijziging van arbeidsvoorwaarden na overname
5.6.
Voor zover de voorgestane wijziging van de arbeidsvoorwaarden van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] per 1 januari 2022 gezien moet worden als een eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden, geldt het volgende. Een verkrijgende onderneming kan de arbeidsovereenkomst met een werknemer na overname onder omstandigheden wijzigen. Dat kan echter alleen als het nationale recht een dergelijke wijziging toestaat en als de wijziging van de arbeidsovereenkomst geen verband houdt met de overgang van onderneming (zie: HvJEU, 6 november 2003, ECLI:EU:C:2003:594 (Martin/SBU)).
5.7.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] hebben niet met de wijziging ingestemd. Door Volta is in dat verband aangevoerd dat de OR met de wijziging heeft ingestemd, maar zonder nadere onderbouwing valt niet in te zien hoe dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] raakt. Verder is gesteld noch gebleken dat de arbeidsovereenkomsten van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] een eenzijdig wijzigingsbeding als bedoeld in artikel 7:613 BW bevatten. De kantonrechter dient de eenzijdige wijziging dan ook te beoordelen op grond van het op artikel 7:611 BW gebaseerde Stoof/Mammoet-criterium (Hoge Raad 11 november 2008, ECLI:NL:HR: 2008:BD1847). Uit dat arrest van de Hoge Raad vloeit voort dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] redelijkerwijs gehouden kunnen zijn een eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden te aanvaarden: als (1) er sprake is van gewijzigde omstandigheden waarin Volta, handelend als goed werkgever, redelijkerwijs aanleiding kan zien een wijzigingsvoorstel te doen, (2) dat voorstel als redelijk voorstel kwalificeert en (3) redelijkerwijs van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] gevergd kan worden het voorstel te aanvaarden. Dat zijn cumulatieve voorwaarden, wat betekent dat aan elk van de drie voorwaarden moet voldaan zijn.
5.8.
Aan de eerste van deze voorwaarden is niet voldaan. Volta heeft onvoldoende gesteld dat sprake is van gewijzigde omstandigheden die voor haar redelijkerwijs aanleiding voor het wijzigingsvoorstel zijn. Voor zover die gewijzigde omstandigheden gelegen zijn in de wens tot harmonisatie oordeelt de kantonrechter dat de voorgestelde wijziging alsdan verband houdt met de overgang van onderneming en dus in strijd is met dwingend recht (HvJEU, 6 november 2003, ECLI:EU:C:2003:594 (Martin/SBU)). [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] hebben immers een hoger loon dan andere vergelijkbare werknemers
omdatzij destijds zijn overgenomen. De wens tot harmonisatie houdt dan ook verband met de overname. Ook anderszins is de kantonrechter niet van dergelijke gewijzigde omstandigheden gebleken. De aangevoerde groeiende ongelijkheid tussen werknemers is geen gewijzigde omstandigheid en bovendien een kwestie die zichzelf in de komende paar jaar, gelet op het naderen van de pensioengerechtigde leeftijd door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] , zal oplossen. De kantonrechter ziet daarin geen aanleiding voor een eenzijdige wijziging van de primaire arbeidsvoorwaarden van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] . Dat betekent dat Volta, handelend als goed werkgever, redelijkerwijs geen aanleiding heeft een wijzigingsvoorstel te doen. Ten slotte wordt nog opgemerkt dat feitelijk geen voorstel door Volta is gedaan maar dat Volta de wijziging eenzijdig heeft doorgevoerd zonder [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [eiser in coventie, verweerder in reconventie] te benaderen voor instemming.
Conclusie in conventie in zaak met nummer 10961862 \ CV EXPL 24-1121
5.9.
Het bovenstaande betekent dat de arbeidsvoorwaarden van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ongewijzigd zijn gebleven. De hoofdvorderingen zullen dan ook worden toegewezen.
5.10.
De kantonrechter oordeelt over de vordering tot verstrekking van specificaties en jaaropgaven dat Volta op grond van artikel 7:626 BW verplicht is om aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] schriftelijke specificaties te verstrekken van het uitbetaalde loon. Volta heeft op dit punt geen verweer gevoerd. De kantonrechter wijst dit deel van de vordering dan ook toe. De kantonrechter ziet geen aanleiding om een dwangsom op te leggen omdat gesteld noch gebleken is dat Volta een veroordeling tot afgifte van loonspecificaties naast zich neer zal leggen.
5.11.
De gevorderde wettelijke verhoging op grond van artikel 7:625 BW wordt toegewezen met dien verstande dat het percentage van de verhoging wordt gematigd tot 15%.
5.12.
De gevorderde wettelijke rente wordt als niet onderbouwd weersproken en op de wet gegrond toegewezen zoals gevorderd.
5.13.
Ook ten aanzien van de buitengerechtelijke kosten is geen afzonderlijk verweer gevoerd. Het ter zake gevorderde bedrag van € 802,59 is in lijn met het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en dus toewijsbaar.
5.14.
Volta is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding € 139,42
- griffierecht € 248,00
- salaris gemachtigde € 1.086,00 (2 punten × € 543,00)
- nakosten € 135,00 (plus de kosten van betekening)
Totaal € 1.608,42.
5.15.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Conclusie in reconventie in zaak met nummer 10961862 \ CV EXPL 24-1121
5.16.
Het bovenstaande betekent dat Volta geen recht heeft op (terug-)betaling van de door haar gevorderde bedragen. De vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
5.17.
Omdat Volta in het ongelijk gesteld wordt, moet zij ook in reconventie de proceskosten betalen. De proceskosten van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in reconventie worden begroot op:
- salaris gemachtigde € 950,00 (2 punt × factor 0,5 × € 950,00)
Totaal € 950,00.
5.18.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Conclusie in conventie in zaak met nummer 11028719\ CV EXPL 24-1731
5.19.
Het bovenstaande betekent dat de arbeidsvoorwaarden van [eiser in coventie, verweerder in reconventie] ongewijzigd zijn gebleven. De hoofdvorderingen zullen dan ook worden toegewezen. Volta heeft geen verweer gevoerd tegen de hoogte van het gevorderde bedrag van € 4.798,03 bruto zodat dit bedrag zal worden toegewezen. Ook tegen de berekening van het salaris van € 4.481,14 bruto per 1 maart 2024 is geen verweer gevoerd zodat de kantonrechter uitgaat van de juistheid van dat bedrag.
5.20.
De gevorderde wettelijke verhoging op grond van artikel 7:625 BW wordt toegewezen met dien verstande dat het percentage van de verhoging wordt gematigd tot 15%.
5.21.
De gevorderde wettelijke rente wordt als niet onderbouwd weersproken en op de wet gegrond toegewezen zoals gevorderd.
5.22.
De kantonrechter volgt Volta niet in zijn verweer dat [eiser in coventie, verweerder in reconventie] geen aanspraak kan maken op buitengerechtelijke incassokosten. Voor het verschuldigd zijn van buitengerechtelijke incassokosten is alleen vereist dat daadwerkelijk incassowerkzaamheden hebben plaatsgevonden (Hoge Raad 13 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1405, r.o. 3.7.2). Aangezien de gemachtigde van [eiser in coventie, verweerder in reconventie] brieven heeft gestuurd staat vast dat (voldoende) buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De omstandigheid dat [eiser in coventie, verweerder in reconventie] wordt bijgestaan door een gemachtigde van DAS rechtsbijstand maakt ook niet dat hij geen aanspraak kan maken op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, aangezien alleen relevant is of er incassowerkzaamheden zijn verricht. Bovendien vermeldt de polis van rechtsbijstandsverzekeraars doorgaans dat een verzekerde verplicht is de eventueel ontvangen buitengerechtelijke incassokosten af te dragen aan de verzekeraar. Gelet op het voorgaande heeft [eiser in coventie, verweerder in reconventie] recht op een vergoeding voor de kosten van die werkzaamheden. Het ter zake gevorderde bedrag van € 750,00 is hoger dan het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten vermelde tarief. Voor toewijzing komt wel een bedrag van € 731,81 in aanmerking.
5.23.
Volta is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser in coventie, verweerder in reconventie] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding € 139,42
- griffierecht € 524,00
- salaris gemachtigde € 542,00 (2 punten × € 271,00)
- nakosten € 135,00 (plus de kosten van betekening)
Totaal € 1.340,42.
5.24.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
Conclusie in reconventie in zaak met 11028719\ CV EXPL 24-1731
5.25.
Het bovenstaande betekent dat Volta geen recht heeft op (terug-)betaling van het door haar gevorderde bedrag. De vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.
5.26.
Omdat Volta in het ongelijk gesteld wordt, moet zij ook in reconventie de proceskosten betalen. De proceskosten van [eiser in coventie, verweerder in reconventie] in reconventie worden begroot op:
- salaris gemachtigde € 271,00 (2 punt × factor 0,5 × € 271,00)
Totaal € 271,00.

6.De beslissing

De kantonrechter
In de zaak met nummer 10961862 \ CV EXPL 24-1121
in conventie
6.1.
veroordeelt Volta om met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022 alsnog het salaris van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] volledig te indexeren en volledig te blijven indexeren volgens de cao PLB,
6.2.
veroordeelt Volta om met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022 de reeds doorgevoerde inhoudingen op het salaris aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] terug te betalen,
6.3.
veroordeelt Volta om voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] eventuele tekorten wat betreft de overige salarisvoorwaarden met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022 aan eisers te betalen c.q. aan de betreffende fondsen/verzekeringsmaatschappijen af te dragen,
6.4.
veroordeelt Volta om aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gecorrigeerde loonstroken en jaaropgaven te verstrekken vanaf 1 januari 2022,
6.5.
veroordeelt Volta om aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te betalen de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 15% over het te weinig betaalde loon sedert 1 januari 2022,
6.6.
veroordeelt Volta om aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te betalen een bedrag van € 802,59 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten,
6.7.
veroordeelt Volta om aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] te betalen de wettelijke rente over het steeds maandelijks te weinig betaalde loon telkens vanaf datum opeisbaarheid tot de dag der algehele voldoening,
6.8.
veroordeelt Volta in de proceskosten van € 1.608,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Volta niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.9.
veroordeelt Volta tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.10.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
6.11.
wijst de vorderingen af,
6.12.
veroordeelt Volta in de proceskosten van € 950,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Volta niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.13.
veroordeelt Volta tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.14.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
In de zaak met nummer 11028719\ CV EXPL 24-1731
in conventie
6.15.
verklaart voor recht dat [eiser in coventie, verweerder in reconventie] met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2022 aanspraak heeft op cao-verhogingen over het salaris en dat het salaris niet mag worden verminderd met salaris of cao-verhogingen,
6.16.
veroordeelt Volta om aan [eiser in coventie, verweerder in reconventie] te betalen € 4.798,03 bruto,
6.17.
veroordeelt Volta om vanaf 1 maart 2024 € 4.481,14 bruto te betalen, vermeerderd met cao-verhogingen nadien,
6.18.
veroordeelt Volta om aan [eiser in coventie, verweerder in reconventie] te betalen de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 15% over het te weinig betaalde loon sedert 1 januari 2022,
6.19.
veroordeelt Volta om aan [eiser in coventie, verweerder in reconventie] te betalen de wettelijke rente over het te weinig betaalde loon en de wettelijke verhoging telkens vanaf datum opeisbaarheid tot de dag der algehele voldoening,
6.20.
veroordeelt Volta om aan [eiser in coventie, verweerder in reconventie] te betalen een bedrag van € 731,81 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten,
6.21.
veroordeelt Volta in de proceskosten van € 1.340,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Volta niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.22.
veroordeelt Volta tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119
BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.23.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
6.24.
wijst de vorderingen af,
6.25.
veroordeelt Volta in de proceskosten van € 271,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Volta niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.26.
verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.A. Swildens en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2025.