ECLI:NL:RBLIM:2025:3843
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering toeslag op grond van de Toeslagenwet wegens schending van de inlichtingenplicht
In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg op 24 april 2025, wordt de terugvordering van een toeslag op basis van de Toeslagenwet (TW) behandeld. De eiser, die een uitkering ontvangt op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), heeft de inkomsten van zijn echtgenote niet doorgegeven aan het Uwv. Hierdoor kwam het gezamenlijk inkomen boven het sociaal minimum, wat leidde tot de intrekking van de toeslag en een terugvordering van € 66.480,24 over de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 mei 2022. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van verjaring van de vordering, aangezien het Uwv pas in 2023 op de hoogte was van de gewijzigde inkomenssituatie. De rechtbank vindt de matiging van de terugvordering met 20% tot € 52.000,- door het Uwv niet onevenredig en verklaart het beroep van de eiser gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor wat betreft de hoogte van de terugvordering en stelt het terug te vorderen bedrag vast op € 52.000,-. Tevens wordt het Uwv veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de eiser.