ECLI:NL:RBLIM:2025:4909

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 mei 2025
Publicatiedatum
21 mei 2025
Zaaknummer
C/03/340792/ KG ZA 25/139
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad en gelijkheidsbeginsel in aanbestedingsprocedure voor herinrichting jachthaven Roerdelta

In deze zaak heeft Steelhaven B.V. een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Roermond. Steelhaven stelt dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld door haar niet te betrekken bij de planvorming voor de herinrichting van de jachthaven in Roerdelta, terwijl andere exploitanten wel zijn geraadpleegd. De gemeente heeft de aanbesteding voor de herinrichting van de haven uitgeschreven, maar Steelhaven vordert dat deze aanbesteding wordt stopgezet en dat zij dezelfde informatie en mogelijkheden krijgt als de andere exploitanten. De rechtbank oordeelt dat de gemeente in haar beleidsvrijheid is gebleven en niet onrechtmatig heeft gehandeld. De voorzieningenrechter stelt vast dat er geen bewijs is dat de gemeente de input van de andere exploitanten een-op-een heeft overgenomen of dat de selectiecriteria specifiek op hen zijn toegespitst. De vorderingen van Steelhaven worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/340792 / KG ZA 25-139
Vonnis in kort geding van 21 mei 2025
in de zaak van
STEELHAVEN B.V.,
te Roermond,
eisende partij,
hierna te noemen: Steelhaven,
advocaat: mr. L.W.J.P.F. Einig,
tegen
GEMEENTE ROERMOND,
te Roermond,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de Gemeente,
advocaat: mr. M.M. Fimerius en mr. G.A. van der Veen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 22
- de aanvullende producties 23 tot en met 30 van Steelhaven
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 35
- de mondelinge behandeling van 7 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van Steelhaven
- de pleitnota van de Gemeente
- de ter zitting genomen akte eiswijziging van Steelhaven.

2.De feiten

2.1.
Sinds 1984 wordt binnen de Gemeente Roermond gesproken over de herontwikkeling als woonwijk van de Roerdelta, zijnde het stuk stad gelegen tussen de Maas en de binnenstad van Roermond, waarbij als mijlpalen golden de Beleidsnota Gebied ten Westen van de Binnenstad (1987) en de Beleidsvisie Centrum in Zicht (1994).
2.2.
Steelhaven heeft sinds 26 november 1985 erfpachtrechten van drie percelen van de haven te Roermond verworven. In dat kader exploiteert Steelhaven sinds 12 december 1985 een jachthaven en botenopslag in de Steelhaven in Roermond, alsmede een gedeelte van de hier loodrecht op gelegen haven “La Bonne Aventure”. Daarnaast heeft Steelhaven destijds voor de huur van het havenwater in de haven La Bonne Aventure een huurovereenkomst met de Gemeente gesloten. Het erfpachtrecht betrof een recht voor bepaalde tijd (tot en met december 2018). Vanwege de herinrichting van -onder meer- de havens is het erfpachtrecht (ca. medio 2022) omgezet in een huurovereenkomst. Die huurovereenkomst is inmiddels geëindigd en daarvoor is een gebruiksovereenkomst in de plaats getreden, die een looptijd kent van 1 november 2024 tot en met 31 december 2025. Het havenwater dient uiterlijk op 31 oktober 2025 te zijn ontruimd.
2.3.
De Gemeente is eigenaar van de Steelhaven en de haven “La Bonne Aventure”.
2.4.
In 2001 is het Masterplan betreffende het gebied Roerdelta verschenen (productie 3 Gemeente). De centrale gedachte was een integrale ontwikkeling waarbij woon-, werk- en toeristische functies gecombineerd worden. In 2001 werd de jachthaven in de Roerdelta gebruikt door 4 exploitanten, te weten Nautilus, [naam VOF] , [naam 1] (exploiteert nu niet meer) en Steelhaven. Nautilus en [naam VOF] stelden ligplaatsen ter beschikking aan leden respectievelijk huurders en hadden vrij beperkte activiteiten op de wal, terwijl [naam 1] en Steelhaven (naast het exploiteren van ligplaatsen) over botenstallingen aan wal beschikten, waar in de winter wordt gestald en in de zomer wordt geparkeerd en onderhoud aan boten wordt gepleegd. In het Masterplan wordt beschreven dat het haventerrein ingrijpend gereconstrueerd moet worden en dat het grote ruimtebeslag van scheepsreparatie en winterberging problematisch is. Na input van (o.a.) Steelhaven hebben de opstellers van het Masterplan onderzocht of de landgebonden activiteiten van de watersportbedrijven konden worden ingepast, maar de conclusie was dat dit stedenbouwkundig een te hoge prijs zou hebben (productie 12 Gemeente).
2.5.
De herontwikkeling van het gebied bestaat uit drie fases:
  • fase 1: woningbouw en een aantal commerciële ruimtes. Deze fase is afgerond.
  • fase 2: woningbouw
  • fase 3: vernieuwing van de stadshaven.
Fases 2 en 3 zijn samengevoegd en worden integraal uitgevoerd.
2.6.
Steelhaven exploiteert thans 237 ligplaatsen en stalt daarnaast ruim 400 boten in de winter. Nautilus exploiteert thans 250 ligplaatsen en [naam VOF] 60.
2.7.
Bij brief van 26 februari 2008 heeft de Gemeente aan Steelhaven bericht dat in haar visie op de toekomstige ontwikkeling van het Roerdeltagebied in functionele en stedenbouwkundige zin geen plaats is voor het gebruik van de in erfpacht uitgegeven gronden en dat de Gemeente wil overgaan tot een andere invulling van de haven (productie 13 Gemeente).
2.8.
In de periode daarna hebben meerdere gesprekken tussen de Gemeente en Steelhaven plaatsgevonden, waarbij Steelhaven aangaf haar exploitatie in huidige vorm te willen voortzetten dan wel -als dat niet mogelijk is- financieel gecompenseerd te willen worden (productie 14 en 15 Gemeente).
2.9.
In 2013/2014 heeft de Gemeente adviesbureau Blue Progress gevraagd om een
programma van eisen op te stellen voor de haven om te bekijken welke
exploitatiemogelijkheden er in de toekomst zouden zijn.
2.10.
Bij brief van 3 oktober 2014 heeft Steelhaven op het Programma van eisen gereageerd (productie 3 Steelhaven).
2.11.
Bij brief van 30 november 2015 heeft de Gemeente -kort gezegd- nogmaals aan Steelhaven bevestigd dat er geen plaats is voor het huidige gebruik van de door de Gemeente in erfpacht uitgegeven gronden, dat Steelhaven zich voor het voortzetten van haar huidige bedrijfsvoering dient te richten op een andere locatie en dat er geen plaats meer zal zijn voor de activiteiten van Steelhaven in de huidige vorm (productie 16 Gemeente).
2.12.
Bij brief van 25 november 2016 heeft Steelhaven aan de Gemeente -kort gezegd- laten weten te betreuren dat er in het gewijzigde bestemmingsplan geen plaats meer is voor de ondernemingsactiviteiten van Steelhaven en dat de acceptatie van het voorstel van de Gemeente (inzake de beëindiging van de erfpacht) onverlet laat dat partijen overleg moeten plegen over de daarmee verband houdende vergoeding van schade en kosten (productie 17 Gemeente).
2.13.
Vanaf 15 december 2016 hebben Steelhaven en de Gemeente contact gehad over de financiële afwikkeling van de erfpacht (productie 18 Gemeente), waarbij op enig moment een verschil van inzicht tussen hen is ontstaan over de waardevergoedingsregeling. Hierover hebben partijen geprocedeerd (productie 19 Gemeente). Deze kwestie is inmiddels afgerond.
2.14.
In september 2019 werd op basis van onderzoeken (productie 21 Gemeente) duidelijk dat er een integraal ontwerp voor fase 2 en fase 3 moest komen. In die periode werd ook geconcludeerd dat een rendabele exploitatie van de jachthaven voor drie exploitanten niet mogelijk zou zijn, gezien de inkrimping van het aantal ligplaatsen en het verdwijnen van landgebonden activiteiten.
2.15.
Op 7 juni 2019 heeft de Gemeente een programma van eisen (productie 35 Gemeente) en in maart 2020 het Leidend Kader (productie 34 Gemeente) vastgesteld.
2.16.
Op 19 augustus 2022 is door KCAP Architects&Planners (hierna: KCAP) een scenariostudie voor fase 2 en 3 afgerond, waarin scenario’s A, B, en C worden geschetst (productie 23 Gemeente). Nautilus, [naam VOF] en Steelhaven hebben op deze scenarioschets gereageerd.
2.17.
Op 16 september 2022 heeft Waterrecreatie Advies BV in opdracht van de Gemeente het rapport ‘Advies exploitatie haven Roerdelta Fase 3 op basis Scenariostudie KCAP d.d. 19-08-2022’ uitgebracht. In dit rapport worden drie scenario’s (de scenario’s ‘A, B, en C’) onderzocht (productie 19 Steelhaven). Op 28 augustus 2020 is in het kader van dit advies een workshop georganiseerd, waaraan Nautilus en [naam VOF] hebben deelgenomen. In paragraaf 6.3 van het advies staat -voor zover thans van belang- het volgende:
“Tegen deze achtergrond hebben Waterrecreatie Advies en Royal HaskoningDHV (RHDHV) in 2020 onderzoek gedaan naar de mogelijke inrichting van het havenbekken Roerdelta Fase 3. Het havenbekken Fase 3 omvat alle ligplaatsen van RWV Nautilus, [naam VOF] en Jachthaven Het Steel incl. de landtong aan de Maas die eigendom is van de gemeente. De ligplaatsen van voorheen [naam 1] worden door [naam VOF] gepacht van SDK, de ontwikkelaar die Fase 2 realiseert. Alle pachtcontracten zijn verlopen dan wel opgezegd in afwachting van start bouw Fase 2. Het restaurant op de kop van de haven bij RWV Nautilus is eigendom van RWV Nautilus.
In 2019 en 2020 zijn gesprekken gevoerd met alle (actieve) havens die ligplaatsen aanbieden in Fase 3. Uit het overleg in 2020 bleek dat het onwaarschijnlijk was dat de Steelhaven als exploitant in de nieuwe situatie terug zou keren. Alle landfaciliteiten zouden namelijk vervallen en daarmee een belangrijke financiële drager voor Jachthaven Het Steel. Tot de landfaciliteiten behoorden vooral winterstalling en reparatie en onderhoud via en nabij de eigen botenlift.
Met RWV Nautilus en [naam VOF] Watersport is op 28 augustus 2020, tijdens een workshop bij de gemeente gesproken over een mogelijke (her)inrichting van het hele waterbekken inclusief een deel van de Steelhaven. Daaruit bleek een voorkeur om de haven in 3 delen te splitsen:
1. Een deel voor RWV Nautilus langs de landtong
2. Een deel voor [naam VOF] aan de kant van de stad voor Fase 1 en 2
3. Een passantenkom bij de ingang bij de Steelhaven voor grote boten
Het betekende een toegangskanaal midden door de haven. Tijdens de Workshop is ook gesproken over (drijvende) sanitaire voorzieningen en een brug over de haven. (…)”
2.18.
Steelhaven heeft bij brief van 7 november 2022 aan de Gemeente, in haar reactie op de scenariostudie van KCAP, onder meer laten weten dat zij zich, “
Zoals diverse keren reeds aangehaald”, voor de (mede)exploitatie van de jachthaven kandideert (productie 6 Steelhaven).
2.19.
In de raadsvergadering van 15 december 2022 heeft de gemeenteraad van de Gemeente unaniem ingestemd met een te ontwikkelen vierde scenario, te weten scenario D, voor de gebiedsontwikkeling Roerdelta fase 3. Deze variant leidt ertoe dat de opnieuw in te richten jachthaven zal komen te liggen in de huidige haven La Bonne Aventure en deels in de Steelhaven, zoals weergegeven in afbeelding 3.3 ‘Stedenbouwkundig plan, plankaart voorbeelduitwerking’ uit het stedenbouwkundig plan van de Gemeente (productie 5.1, p. 30 Gemeente, tevens bij pleitnota als A4 overgelegd door Steelhaven; hierna aan te duiden als: de Plankaart). In het collegevoorstel aan de raad is, voor zover thans van belang, vermeld (productie 2 Steelhaven):
“5. Inrichting en exploitatie haven
Het gekozen scenario voor de jachthaven biedt ruimte aan twee huurders. Het is de wens van het college en de raad om delen van de jachthaven opnieuw aan de twee huidige huurders in gebruik te geven.
Ten aanzien van de inrichting en exploitatie van de haven zijn verschillende opties mogelijk. Dit is afhankelijk van de mate van invloed en het voor de gemeente beschikbare budget.
Zowel in het geval van een aanbesteding bij de realisatie als bij het in gebruik geven van de haven via mededinging, is er sprake van spelregels die de mededinging dienen te waarborgen. Er dient sprake te zijn van een gelijk speelveld. Bij het in gebruik geven van de haven speelt het Didam-arrest een belangrijke rol (HR 26 november 2021, ECLI:NL:PHR:2021:243). Ten aanzien van een Europese aanbesteding gelden de reguliere
juridische risico's, die horen bij een Europese aanbesteding.
Bij een mededingingsprocedure, waarbij in het kader van transparantie een openbare publicatie dient plaats te vinden, kunnen partijen bezwaar maken.
Communicatie
In het kader van de scenario's hebben in de periode september-oktober diverse afstemmingsmomenten
plaatsgevonden met de betrokken stakeholders. Een overzicht is opgenomen in bijlage 2.
Bijlage 2 bij het voorstel betreft de “Bevindingen stakeholders en overzicht afstemmingsmomenten (samenvatting)”. Daaruit blijkt dat met de stakeholders ‘Haven exploitanten’ in het kader van het belang ‘Functionerende Haven’ op 20-09-2022, 21-09-2022, 3-10-2022, 6-10-2022, 11-10-2022, 19-10-2022, 2-11-2022 en 14-11-2022 afstemming heeft plaatsgevonden.
2.20.
Op 20 december 2022 heeft Steelhaven een Woo-verzoek (Wet open overheid) ingediend en verzocht om documenten waaruit blijkt dat voor de toekomstige exploitatie exclusief met Nautilus en [naam VOF] in gesprek wordt gegaan. Tevens heeft Steelhaven haar teleurstelling geuit dat de Gemeente enkel met Nautilus en [naam VOF] en niet met haar overleg voert over de toekomstige exploitatie (productie 5 Steelhaven).
2.21.
Nadat Steelhaven de in het kader van het Woo-verzoek opgevraagde stukken had ontvangen, heeft Steelhaven op 4 mei 2023 gesproken met de Gemeente. In het gespreksverslag staat het volgende (productie 7 Steelhaven):

3. Onderbouwing keuze van gemeente om slechts twee van de drie huurders te betrekken in de ontwikkeling van Roerdelta fase 3 in relatie tot vigerend beleid gemeente omtrent Didam arrest
Partijen verschillen van inzicht over positie en rechten op dit punt.
De heer [naam 2] [Steelhaven] geeft aan geen genoegen te nemen met deze opmerking. Hij heeft de Gemeente schriftelijk gevraagd om een beargumenteerde onderbouwing waarom WSV Nautilus en [naam VOF] wel in het overleg over de herinrichting van de haven (Roerdelta fase 3) betrokken worden en Steelhaven niet.
De heer [naam 2] geeft aan dat er geen sprake is van een onderscheidende positie om de volgende redenen:
(...)
De gemeente wil niet inhoudelijk op deze punten ingaan. De heer [naam 2] geeft aan dit zeer teleurstellend te vinden omdat juist deze vraag in zijn mail van 6 maart aan de gemeente aanleiding is geweest voor het huidige overleg. Hij vindt dan ook dat hij met dit overleg aan het lijntje gehouden wordt (…).”
2.22.
Bij brief van 2 oktober 2023 heeft Steelhaven de Gemeente verzocht haar op eenzelfde wijze als Nautilus en [naam VOF] te betrekken bij de planvorming voor en selectie van een nieuwe exploitant voor de ontwikkeling van de jachthaven in Roerdelta fase 3 en aangegeven op korte termijn hiertoe een uitnodiging te willen ontvangen (productie 8 Steelhaven). De Gemeente heeft hierop niet gereageerd.
2.23.
Op (onder meer) 13 december 2023, 29 februari 2024 en 4 april 2024 zijn informatieavonden door de Gemeente georganiseerd (productie 24, 25 en 26 Gemeente).
2.24.
Op 27 maart 2024 heeft Steelhaven -zoals zij zelf sub 33 van de dagvaarding stelt- een ‘noodkreet’ aan de Gemeente, in het bijzonder aan de gemeenteraad gestuurd (productie 9 Steelhaven), waarin zij -kort gezegd- aangeeft (i) niet te begrijpen waarom zij niet en Nautilus en [naam VOF] wel worden betrokken bij de planvorming met betrekking tot de herontwikkeling van de jachthavens, (ii) zonder resultaat herhaaldelijk bij de Gemeente om opheldering te hebben verzocht (iii) dat en waarom haar situatie gelijk te stellen is met die van de andere twee havenexploitanten en (iv) dat en waarom het niet is toegestaan (om alleen) Steelhaven te passeren bij de planvorming.
2.25.
Op 25 april 2024 heeft de gemeenteraad het Stedenbouwkundig plan (productie 5 Gemeente) en een Beeldkwaliteitsplan vastgesteld voor Roerdelta fase 2 (land) en fase 3 (haven). De beoogde ontwikkelingen zijn te volgen op een speciaal daartoe ingerichte website: [internetsite] . Het plan beoogt een integrale gebiedsontwikkeling tot stand te brengen, waarbij een geïntegreerde samenloop met dijkversterking (door Waterschap Limburg) is voorzien (producties 6, 7, 8 en 9 Gemeente). In dit plan zijn de visie en het raamwerk (p. 16 tot en met 20) opgenomen, hetgeen het uitgangspunt is voor de indeling van de ligplaatsen zoals weergegeven op de Plankaart (zie rov. 2.19).
2.26.
In het eerste kwartaal van 2025 kwamen Steelhaven geluiden ter ore dat de Gemeente een aanbesteding zou voorbereiden betreffende de realisatie van de herinrichting van onder meer de jachthaven(s) (sub 37 dagvaarding). Bij brief van 13 maart 2025 (productie 10 Steelhaven) heeft Steelhaven -kort gezegd- de Gemeente verzocht haar ook als gegadigde te betrekken bij de planvorming voor de nieuwe jachthaven en bij de selectie van een nieuwe exploitant:
“Steelhaven wenst nog steeds op eenzelfde wijze als de Roermondse Watersportvereniging Nautilus en [naam VOF] , te worden betrokken bij de planvorming voor en selectie van een nieuwe exploitant voor de ontwikkeling van de jachthaven in Roerdelta fase 3.
Steelhaven ziet echter dat al haar pogingen om er minnelijk met u uit te komen, zijn gestrand. Steelhaven begrijpt dit niet, omdat de oplossing simpel is: indien u Steelhaven eenvoudig had toegelaten tot de overleggen over de planvorming voor de ontwikkeling van de jachthaven in Roerdelta fase 3, dan was de thans al bijna drie jaar voortdurende discussie niet nodig geweest.
Middels deze weg sommeer ik u dan ook voor een allerlaatste maal om binnen 8 werkdagen na heden:
a. a) schriftelijk te bevestigen dat Steelhaven alsnog wordt toegelaten tot de overleggen over de planvorming voor de ontwikkeling van de jachthaven in Roerdelta fase 3, en;
b) toe te zeggen dat er bij de uitgifte van de jachthaven een non-discriminatoire procedure zal worden doorlopen waarbij aan Steelhaven gelegenheid wordt gegeven om mee te dingen. (...)”
2.27.
Bij brief van 2 april 2025 (productie 11 Steelhaven) heeft Steelhaven de Gemeente nogmaals gesommeerd binnen drie werkdagen te reageren en:
“a) schriftelijk te bevestigen dat (per direct) uitvoering wordt gegeven aan de sommaties van 13 maart 2025, zoals in deze brief herhaald (zie hierboven);
b) daadwerkelijk uitvoering te geven aan het voorgaande, in ieder geval door cliënte op kortst mogelijke termijn uit te nodigen voor een overleg over de herinrichting van de jachthaven;
c) schriftelijk te bevestigen dat de huidige aanbesteding betreffende (de realisatie van) de herinrichting van de jachthaven (Roerdelta fase 3) omgaand wordt gestaakt, zodat er - nádat invulling is gegeven aan de sommaties onder a) en b) - een nieuwe aanbesteding kan worden gevoerd op basis van (aanbestedings)stukken ter zake
waarvan cliënte (bij de voorbereiding) op gelijke wijze is behandeld als haar twee huidige mede-exploitanten;
d) de aanbestedingsstukken van voornoemde aanbesteding aan ondergetekende toe te zenden, waaronder in ieder geval de aanbestedingsleidraad (of vergelijkbaar document), de nota(’s) van inlichtingen en het bestek;
e) een motivering te verstrekken van (i) de gekozen aanbestedingsprocedure en (ii) de keuze voor de tot de aanbesteding toegelaten ondernemers, als bedoeld in artikel 1.4 van de Aanbestedingswet 2012, waarin voor het college een verplichting tot verstrekking van die informatie op eerste verzoek van enige ondernemer is opgenomen.”
Mocht binnen die termijn niet worden gereageerd, kondigde Steelhaven aan een kort geding
aanhangig te zullen maken.
2.28.
Bij afzonderlijke brief van 2 april 2025 (productie 12 Steelhaven) heeft Steelhaven een (nieuw) Woo-verzoek ingediend om inzage te verkrijgen in de aanbestedingsstukken van de aanbesteding voor de herinrichting van de haven(s).

3.Het geschil

3.1.
Steelhaven verzoekt (bij dagvaarding) de voorzieningenrechter om,
Bij mondelinge tussenuitspraak of bij tussenvonnis, uitvoerbaar bij voorraad en voor
zover mogelijk ex parte, als voorlopige voorziening voor de duur van het kort geding:
1. de Gemeente te verbieden tot definitieve gunning van de opdracht voor de herinrichting van de jachthaven(s) over te gaan, een en ander onder verbeurte van een direct opeisbare dwangsom van EUR 500.000,- althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, een en ander totdat in het onderhavige kort geding is beslist;
Bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
Primair
2. de Gemeente te gebieden Steelhaven per direct na betekening van het in deze te wijzen vonnis toe te laten tot de overleggen die worden gevoerd over de planvorming voor de herinrichting van de jachthavens (de Steelhaven en La Bonne Avonture) - op eenzelfde wijze als Nautilus en [naam VOF] ;
3. de Gemeente te gebieden om Steelhaven binnen twee weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis van dezelfde informatie en documentatie te voorzien over (de voorbereiding van) de herinrichting van de jachthaven(s) als Nautilus en [naam VOF] (vanaf de startfase van de voorbereiding van de herinrichting);
4. de Gemeente te gebieden Steelhaven dezelfde mogelijkheden te bieden als de mogelijkheden die Nautilus en [naam VOF] (vanaf de startfase van de voorbereiding van de herinrichting van de jachthaven(s)) zijn geboden tot het geven van input voor (de voorbereiding van) de herinrichting van de jachthaven(s) en die input op dezelfde wijze te verwerken c.q. behandelen als de input van Nautilus en [naam VOF] ;
5. de Gemeente te gebieden het planvormingsproces voor de herinrichting van de jachthavens de Steelhaven en La Bonne Aventure in die zin over te doen, dat de belangen van Steelhaven daarbij zorgvuldig worden meegewogen, waaronder het belang om haar decennialang bestaande onderneming te kunnen voortzetten en haar eigendommen in c.q. rondom het plangebied (de havens) te kunnen blijven exploiteren;
6. de Gemeente te gebieden het planvormingsproces voor de herinrichting van de jachthavens de Steelhaven en La Bonne Aventure in die zin over te doen, dat Steelhaven om input wordt gevraagd met betrekking tot de planvorming en die input ook in de planvorming wordt verwerkt;
7. de Gemeente te verbieden om de lopende aanbesteding voor de realisatie van de herinrichting van (onder meer) de jachthaven(s) voort te zetten;
8. de Gemeente te gebieden om de lopende aanbesteding voor de realisatie van de herinrichting van (onder meer) de jachthaven(s) te staken, gestaakt te houden en, indien en voor zover de Gemeente de opdracht nog in de markt wenst te zetten, eerst een nieuwe aanbesteding te organiseren nadat invulling is gegeven aan het gevorderde onder 2. tot en met 6., zodanig dat de nieuwe aanbesteding wordt gevoerd op basis van aangepaste documentatie waarin de input van Steelhaven (als bedoeld in de vorderingen onder 4. en 6.) is verwerkt, haar belangen zorgvuldig zijn meegewogen (als bedoeld in de vordering onder 5.) en zij een gelijke kans heeft (als Nautilus en [naam VOF] ) op verkrijging van een toekomstig gebruiksrecht (waaronder huur-, erfpacht- en/of exploitatierecht) voor de jachthaven;
9. de Gemeente te gebieden om een non-discriminatoire selectieprocedure te organiseren voor de uitgifte van de (toekomstige) gebruiksrechten (waaronder huur-, erfpacht- en/of exploitatierechten) ten aanzien van de jachthaven conform de eisen die daaraan in de Didam-arresten worden gesteld, zodanig dat ook Steelhaven daarnaar kan meedingen, indien en voor zover de Gemeente voornemens is de desbetreffende gebruiksrechten uit te geven;
10. te bepalen dat de Gemeente na betekening van het in dezen te wijzen vonnis een direct opeisbare dwangsom verbeurt ter hoogte van EUR 500.000,- per overtreding van het onder 2, of 3 gevorderde;
11. te bepalen dat de Gemeente een direct opeisbare dwangsom verbeurt ter hoogte van EUR 500.000,- per overtreding van het onder 4, 5, 6, 7, 8 of 9 gevorderde;
Subsidiair
12. in goede justitie te bepalen een passende maatregel die naar het oordeel van de
voorzieningenrechter recht doet aan de gegeven omstandigheden;
Zowel primair als subsidiair
13. de Gemeente te veroordelen in de kosten van deze procedure, daaronder begrepen de
nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en, indien voldoening binnen die termijn uitblijft, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis.
3.2.
De Gemeente voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang
4.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De rechter moet daarom eerst beoordelen of Steelhaven ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft.
4.2.
De Gemeente heeft -kort gezegd- aangevoerd dat Steelhaven geen spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, die erop gericht zijn om een lopende aanbestedingsprocedure te doorkruisen. Steelhaven is immers zelf geen inschrijver voor die aanbesteding. De aanbestedingsprocedure dient ter uitvoering van Roerdelta fase 3; de herinrichting van de jachthaven is in de lijn van het Stedenbouwkundig plan. Het belang van de Gemeente bij voortgang van het project is groot, terwijl Steelhaven al sinds 1985 weet dat zij haar locatie kan verliezen. Het staat Steelhaven vrij mee te dingen naar de havenfuncties die in het onderhavige gebied overblijven, aldus de Gemeente.
4.3.
De voorzieningenrechter volgt de Gemeente niet in haar verweer en is van oordeel dat Steelhaven, mede gelet op de op handen zijnde gunning voor de realisatie van de nieuw te ontwikkelen haven, waardoor de uitgangspunten voor de inrichting van die haven (in verdergaande mate) vast komen te liggen, voldoende aannemelijk heeft gemaakt een spoedeisend belang te hebben bij haar vorderingen.
Intrekking vordering (1)
4.4.
Ter zitting heeft Steelhaven het bij petitum onder (1) gevorderde ingetrokken en in zoverre haar eis verminderd.
Eiswijzigingen ter zitting
4.5.
Ter zitting is uitvoerig gesproken over het petitum zoals Steelhaven dat bij dagvaarding heeft geformuleerd. Ter zitting is gebleken dat de Gemeente de vorderingen (kort gezegd) aldus had opgevat, dat de planvorming voor de herinrichting van de jachthavens zag op het
gehele herinrichtingstrajectzoals dat in 2001 met het Masterplan is aangevangen. Steelhaven heeft bij het voordragen van de pleitaantekeningen en in de daarop volgende discussie verklaard dat dit niet het geval is: het gaat om de planvorming voor de herinrichting van de jachthavens vanaf 20 september 2022, in het bijzonder met betrekking tot de ligplaatsen, de bijbehorende voorzieningen, de toegang daartoe en de landtong (vallend in de rode cirkel van de bij pleitnota overgelegde Plankaart). Het gaat in het onderhavige geding niet om landgebonden activiteiten, zo verklaarde Steelhaven. Steelhaven verklaarde enkel te willen meepraten over de inrichting en exploitatie van de haven. In dat kader dient het gevorderde te worden begrepen, aldus Steelhaven. In reactie hierop heeft de Gemeente verklaard dat ze deze sterk gereduceerde vorderingen, die niet zien op landgebonden activiteiten, maar slechts op het gebied in de rode cirkel met betrekking tot de ligsteigers pas ter zitting voor het eerst helder heeft gekregen.
4.6.
Na de eerste termijn en de bespreking van de feiten ter zitting heeft de voorzieningenrechter de zitting geschorst en Steelhaven de gelegenheid gegeven om naar aanleiding van het tussen partijen gevoerde debat ter zitting haar vorderingen te wijzigen. Na hervatting heeft Steelhaven de akte eiswijziging genomen. De wijzigingen in die akte zijn geel gehighlight. Vervolgens heeft de Gemeente de eiswijzigingen doorgenomen en hiertegen bezwaar gemaakt: de geel gehighlighte eiswijzigingen zijn volgens de Gemeente afwijkend van hetgeen in eerste termijn is besproken en mede gelet op het tijdstip van indienen is het te laat voor de Gemeente om een gemotiveerde inhoudelijke reactie op de (niet besproken) eiswijzigingen te geven. Dit verweer van de Gemeente slaagt. De voorzieningenrechter zal de eiswijzigingen afwijzen en in het navolgende de vorderingen beoordelen zoals deze in het petitum van de dagvaarding zijn geformuleerd.
Inhoudelijk
4.7.
De voorzieningenrechter moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure
een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
4.8.
De voorzieningenrechter stelt vast dat Steelhaven tot en met 7 november 2022 (productie 6 Steelhaven) input heeft gegeven op de herinrichting van de haven. Gelet op het debat tussen partijen, bezien in het licht van het petitum, zal de voorzieningenrechter het gevorderde afwijzen voor zover dat ziet op de periode van 2002 tot en met 7 november 2022, aangezien de Gemeente gemotiveerd heeft aangevoerd dat Steelhaven toen wél betrokken was bij de planvorming, hetgeen Steelhaven niet heeft weersproken.
4.9.
Voor zover de vorderingen zien op de periode vanaf 8 november 2022 tot heden overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
4.10.
Steelhaven heeft -kort gezegd- het volgende ten grondslag gelegd aan haar vorderingen:
  • naast de verplichtingen op grond van de Didam-arresten is de Gemeente ook voorafgaand aan het uitgeven van schaarse rechten ertoe gehouden om het gelijkheidsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel te waarborgen;
  • door Steelhaven niet en Nautilus en [naam VOF] wel te betrekken in de voorfase en planvorming van de herinrichting van de haven handelt de Gemeente in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Van de in de Didam-arresten aangenomen uitzondering voor het geval dat er maar één serieuze gegadigde zou zijn is geen sprake (sub 54 en 55 dagvaarding);
  • de handelswijze van de Gemeente voldoet niet aan de eisen van de Didam-arresten: Nautilus en [naam VOF] hebben een voorsprong ten opzichte van Steelhaven nu zij input hebben kunnen geven, waardoor een
  • gelet op haar handelen pleegt de Gemeente een onrechtmatige daad jegens Steelhaven en schendt de Gemeente het zorgvuldigheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel nu zij (i) zich geen rekenschap heeft gegeven van de gerechtvaardigde belangen van Steelhaven, (ii) niet alle huidige exploitanten eenduidig en transparant heeft ingelicht over de voorwaarden voor heruitgifte van de jachthaven en (iii) niet heeft geïnventariseerd welke van de drie bestaande exploitanten geïnteresseerd waren in heruitgifte, om vervolgens die exploitanten van meet af gelijk te behandelen (sub 60 dagvaarding);
  • de Gemeente heeft de belangen van Steelhaven als zittende exploitant niet (voldoende) meegewogen, terwijl (i) de exploitatieplekken van Nautilus en [naam VOF] gehandhaafd blijven, (ii) het parkeren in de gekozen scenario D na herinrichting zal plaatsvinden bij de monding van de Roer, terwijl de huidige exploitatieplek van Steelhaven zich bevindt aan de andere zijde, (iii) parkeren naast de bij Steelhaven in eigendom zijnde hallen zou kunnen plaatsvinden, (iv) de steigers aan de stadszijde vanuit de terreinen van Steelhaven niet toegankelijk zijn, (v) het aantal ligplaatsen in de Steel (Steelhaven) waar Steelhaven thans exploiteert, sterk wordt beperkt, terwijl Steelhaven niet is gehoord, haar belangen niet zijn gekend en niet zijn meegewogen en (vi) de Steel (Steelhaven) in de nieuwe inrichting deels wordt gedempt en het maaiveld wordt verhoogd, zonder dat er een doorgang/overgang wordt gecreëerd naar de andere zijde van het terrein dat Steelhaven exploiteert en daardoor feitelijk de weg doorgesneden wordt tussen de stallingshallen van Steelhaven en het water, waardoor exploitatie van deze hallen vrijwel onmogelijk wordt (dagvaarding sub 61).
4.11.
De Gemeente heeft als verweer hiertegen -kort gezegd- aangevoerd dat zij nog in de fase van informatieverzameling en marktconsultatie is, waardoor de vorderingen van Steelhaven te vroeg zijn ingesteld; er is nog geen sprake van de “Didam-fase”.
4.12.
De door de Hoge Raad gewezen twee Didam-arresten (26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1778 en 15 november 2024, ECLI:NL:HR:2024:1661) houden in de kern het volgende in. Uit het Didam I-arrest volgt dat (op grond van het gelijkheidsbeginsel) een overheidslichaam dat het voornemen heeft een aan hem toebehorende onroerende zaak te verkopen, ruimte moet bieden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen naar deze onroerende zaak, indien (redelijkerwijs te verwachten is dat) er meerdere gegadigden zijn voor de aankoop. Het overheidslichaam zal daartoe, met inachtneming van de hem toekomende beleidsruimte, criteria moeten opstellen aan de hand waarvan de koper wordt geselecteerd. Deze criteria moeten objectief, toetsbaar en redelijk zijn. Ook moet het overheidslichaam, teneinde gelijke kansen te realiseren, een passende mate van openbaarheid verzekeren met betrekking tot de beschikbaarheid van de onroerende zaak, de selectieprocedure, het tijdschema en de toe te passen selectiecriteria. Het overheidslichaam moet hierover tijdig voorafgaand aan de selectieprocedure duidelijkheid scheppen door informatie over deze aspecten bekend te maken op zodanige wijze dat (potentiële) gegadigden daarvan kennis kunnen nemen. Ten slotte heeft de Hoge Raad een uitzondering op de hiervoor omschreven hoofdregel geformuleerd: de door middel van een selectieprocedure beoogde mededingingsruimte hoeft niet te worden geboden indien bij voorbaat vaststaat, of redelijkerwijs mag worden aangenomen, dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de aankoop.
In het Didam II-arrest heeft de Hoge Raad verduidelijkt dat de regels uit het Didam I-arrest ook van toepassing zijn op het handelen van de overheid in de periode voordat het Didam I-arrest werd gewezen en dat een overeenkomst die is gesloten in strijd met de Didam-regels op die grond niet nietig of vernietigbaar is, maar dat een overheidslichaam daardoor in beginsel wel onrechtmatig handelt jegens een (potentiële) gegadigde en op die grond (onder meer) schadeplichtig kan zijn jegens die gegadigde. Verder heeft de Hoge Raad in dit arrest (rov. 3.5.2) overwogen dat de Didam-regels de aan het overheidslichaam toekomende ruimte om ontwikkelingsplannen en ruimtelijke plannen vast te stellen in beginsel onverlet laten, maar dat op het moment dat zo’n plan leidt tot (het voornemen tot) verkoop van een onroerende zaak door het overheidslichaam, het overheidslichaam de Didam-regels zal moeten toepassen. Ook in het geval dat een overheidslichaam een plan heeft ontwikkeld waarin zakelijke (objectieve) voorwaarden zijn gesteld waaraan volgens hem slechts één partij zal kunnen voldoen, zal het overheidslichaam zich tijdig voorafgaand aan de verkoop aan deze regels moeten houden.
4.13.
Inmiddels blijkt uit de jurisprudentie dat de ‘Didam-criteria’ niet beperkt zijn tot de verkoop van onroerende zaken, maar ook gelden als de overheid gronden in erfpacht uitgeeft, onroerend goed verhuurt of grond ruilt. In zoverre valt de toekomstige uitgifte van de exploitatierechten van de haven door de Gemeente eveneens onder deze Didam-criteria, wat overigens tussen partijen niet in geschil is.
4.14.
De strekking van het betoog van Steelhaven is, naar de voorzieningenrechter begrijpt, dat de Gemeente reeds tijdens de planvorming inzake de inrichting van de haven is gehouden de Didam-regels toe te passen. De voorzieningenrechter volgt haar daarin niet. Zoals de Hoge Raad heeft overwogen in het Didam II-arrest (rov. 3.5.2) laten de Didam-regels de aan het overheidslichaam toekomende ruimte om ontwikkelingsplannen en ruimtelijke plannen vast te stellen onverlet. Met dergelijke besluitvorming is immers (vgl. de conclusie van de advocaat-generaal voor genoemd arrest [1] ) nog geen sprake van (daadwerkelijke) toedeling van schaarse rechten. Het enkele feit dat de Gemeente in deze fase van planvorming in het kader van het verzamelen van informatie en het consulteren van de markt overleg met Nautilus en [naam VOF] heeft (gehad), is op zichzelf -anders dan Steelhaven meent- niet onrechtmatig. Planvorming in het kader van gebiedsontwikkeling door de Gemeente kent een hoge mate van beleidsvrijheid en er bestaat in dat kader geen verplichting voor de Gemeente om
iedere potentiële gegadigdein deze fase te raadplegen. Niet is gebleken dat de Gemeente onzorgvuldig en/of onrechtmatig jegens Steelhaven heeft gehandeld door informatie te verzamelen en marktconsultaties te houden zonder Steelhaven hierbij expliciet te betrekken. Dit zou anders kunnen zijn als blijkt dat daardoor alle Didam-criteria volledig zijn toegespitst op een enkele potentiële gegadigde, maar ook dat is niet gebleken: Steelhaven heeft niet aannemelijk gemaakt dat de input die Nautilus en [naam VOF] hebben gegeven één op één in scenario D is verwerkt, te meer nu de Gemeente dit ter zitting expliciet heeft ontkent en heeft verklaard met meer stakeholders dan alleen Nautilus en [naam VOF] te hebben gesproken over een integrale herinrichting / herontwikkeling van de haven om tot een totaalplan te komen, waarbij het stedenbouwkundig plan (met Plankaart) leidend is. Steelhaven heeft evenmin aannemelijk gemaakt dat selectiecriteria volledig zijn toegespitst op dan wel toegeschreven naar Nautilus en [naam VOF] , maar is veelal uitgegaan van (speculatieve) veronderstellingen dienaangaande, hetgeen onvoldoende is om tot een toewijzing van haar vorderingen te kunnen komen. De in het collegevoorstel aan de gemeenteraad opgenomen wens om delen van de jachthaven opnieuw aan de twee huidige huurders in gebruik te geven (zie rov. 2.19) betreft naar het oordeel van de voorzieningenrechter nog geen voornemen tot gunning van exploitatierechten, te meer nu in datzelfde voorstel staat dat er verschillende opties mogelijk zijn ten aanzien van de inrichting en exploitatie van de haven en dat, met het oog op mededinging en een gelijk speelveld, de Didam-arresten een belangrijke rol spelen. Steelhaven heeft niet met feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt dat de Gemeente in dit stadium Nautilus en [naam VOF] ten onrechte heeft bevoordeeld en Steelhaven ten onrechte heeft benadeeld of dat eventuele selectie van Steelhaven als potentiële exploitant van de ligplaatsen in de heringerichte haven niet meer mogelijk zou zijn.
De stelling dat de Didam-regels reeds in deze fase van toepassing zijn, omdat de Gemeente al -met ingang van 15 december 2022 of eerder- een voornemen tot uitgifte heeft, volgt de voorzieningenrechter evenmin. De omstandigheid dat planvorming met betrekking tot een gebied -in dit geval de haven- onder meer meebrengt dat in de toekomst gebruiksrechten uitgegeven zullen worden, betekent niet dat reeds op dat moment sprake is van een concreet ‘voornemen tot uitgifte’ in de zin van de Didam-arresten. Voor zover Steelhaven heeft bedoeld te stellen dat er al een concreet voornemen tot uitgifte van de gebruiksrechten aan Nautilus en/of [naam VOF] ligt, heeft zij dit onvoldoende aannemelijk gemaakt. De voorzieningenrechter verwijst in dat verband naar hetgeen hierover in het voorgaande, onder verwijzing naar rov. 2.19, reeds is overwogen.
4.15.
Daarbij komt dat, anders dan Steelhaven ter zitting heeft verklaard, haar vorderingen -en de toelichting daarop in de dagvaarding- niet enkel betrekking hebben op de potentiële gunning van exploitatierechten (watergebonden activiteiten), maar ook verband houden met de landgebonden activiteiten die Steelhaven onderneemt (met name wat betreft de herinrichting van de parkeerplaatsen en het gebruik van de bij haar in eigendom zijnde hallen), waardoor de vorderingen een diffuus en innerlijk tegenstrijdig karakter krijgen.
4.16.
Ten slotte heeft de Gemeente ter zitting verklaard dat zij zich ervan bewust is dat zij, in overeenstemming met de regels uit de Didam-arresten, een openbare selectieprocedure ten behoeve van de gunning van de exploitatierechten dient te organiseren, waarbij het Steelhaven vrijstaat als gegadigde mee te dingen. Ook hieruit is af te leiden dat de onderhavige procedure door Steelhaven te voorbarig is geëntameerd, nu er nog geen sprake is van een dergelijke openbare Didam-selectieprocedure.
4.17.
Gelet op al het vooroverwogene zullen de vorderingen van Steelhaven worden afgewezen.
4.18.
Steelhaven zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in betaling van de proceskosten (inclusief nakosten), tot op heden aan de zijde van de Gemeente begroot op:
  • griffierecht € 688,00
  • salaris advocaat € 1.107,00
  • nakosten
de beslissing
Totaal € 1.973,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Steelhaven af,
5.2.
veroordeelt Steelhaven in de proceskosten van € 1.973,00, te betalen binnen veertien
dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Steelhaven niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. E.C.M. Hurkens en in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2025.
JC

Voetnoten

1.ECLI:PHR:2024:567, randnummer 5.10 e.v.