ECLI:NL:RBLIM:2025:5834
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Opzegging arbeidsovereenkomst tijdens proeftijd en discriminatie wegens handicap
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 16 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werkneemster, aangeduid als [verzoekster], en haar werkgever, aangeduid als [verweerder]. De werkneemster had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een proeftijd van twee maanden. Tijdens deze proeftijd heeft de werkneemster, die bekend is met ADHD, een paniekaanval gehad en is zij niet meer teruggekeerd naar haar werk. De werkgever heeft vervolgens de arbeidsovereenkomst opgezegd, wat de werkneemster als discriminatie beschouwde. Ze verzocht om schadevergoeding en betaling van een transitievergoeding, maar de kantonrechter heeft het verzoek afgewezen. De rechter oordeelde dat de werkgever in zijn recht stond om de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd op te zeggen en dat er geen bewijs was van discriminatie. De kantonrechter concludeerde dat de werkneemster geen belang meer had bij de toewijzing van de transitievergoeding, omdat deze inmiddels was betaald. Ook de andere verzoeken van de werkneemster, waaronder de schadevergoeding, werden afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan de werkgever, omdat de werkneemster grotendeels ongelijk kreeg.