Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in (voorwaardelijke) reconventie met producties 1 tot en met 13
2.De feiten
Tot de gebruikelijke kosten van de huishouding worden onder meer gerekend:
de kosten van het dagelijks levensonderhoud (boodschappen en dergelijke);
water- en energiekosten;
de kosten (met inbegrip van renten en kosten van geldleningen) van de aanschaf van inboedelgoederen en andere voor de gemeenschappelijke huishouding bestemde goederen, tenzij het goederen betreft die aan een partij in privé gaan toebehoren;
de kosten van stoffering van de gezamenlijke bewoonde woning(en);
de kosten van gezamenlijke vakanties;
de kosten van verzorging en opvoeding, waaronder begrepen kosten van kinderopvang, van kinderen die met beider toestemming in huis worden opgenomen, voorzover deze kosten niet ten laste van derden komen;
de kosten van vervoermiddelen die ten behoeve van de huishouding worden gebruikt, met inbegrip van de (extra) belasting die is verschuldigd als gevolg van de in artikel 3.20 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bedoelde bijtelling (bijtelling privé-gebruik auto) dan wel als gevolg van een van de werkgever ontvangen vergoeding voor het zakelijk gebruik van een privé-auto;
huur van de gezamenlijk bewoonde woning(en);
heffingen ter zake van het gebruik van registergoederen (waterschapslasten en dergelijke), een en ander voorzover betrekking hebbend op de gezamenlijk bewoonde woning(en) met toebehoren;
de uitgaven terzake van normaal onderhoud en verzekering van de gezamenlijk bewoonde woning(en) en de zich daarin bevindende inboedel.
In afwijking van het bepaalde in de leden 2 en 3 van dit artikel kunnen partijen – mits in onderling overleg en schriftelijk vastgelegd steeds voor een kalenderjaar of een gedeelte daarvan een andere (wijze van) verdeling van bepaalde of alle kosten van de huishouding overeenkomen en/of vastleggen dat bepaalde uitgaven niet als kosten van de huishouding worden aangemerkt.
Een partij, die over enig kalenderjaar meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan het aandeel dat ingevolge het vorenstaande voor haar rekening komt, heeft het recht om het teveel betaalde van de andere partij terug te vorderen; dit vorderingsrecht vervalt indien betaling of verrekening niet binnen één jaar na het einde van het desbetreffende kalenderjaar heeft plaatsgehad of schriftelijk is gevorderd.
Partijen zijn, voor zover zij niet anders overeenkomen, verplicht aan elkaar te vergoeden hetgeen aan het vermogen van de ene partij is onttrokken ten bate van het vermogen van de andere partij. Als onttrekking geldt ook de situatie, dat een partij een groter deel van de tegenprestatie voor een gezamenlijk goed voldoet dan waartoe hij verplicht is.
Een vordering als bedoeld in lid 1 is renteloos en wordt berekend naar de waarde op de dag van de onttrekking met inachtneming van het nominaliteitsbeginsel, alles tenzij uit een regeling in deze akte iets anders voortvloeit of partijen schriftelijk iets anders overeenkomen.
Het recht op vergoeding vervalt, onverminderd het bepaalde in artikel 1 lid 5, indien betaling of verrekening niet binnen vijf jaar na de onttrekking heeft plaatsgehad of schriftelijk is gevorderd, tenzij partijen het vergoedingsrecht schriftelijk hebben vastgelegd.”
Voor de toepassing van dit samenlevingscontract wordt onder “inkomen” verstaan het besteedbaar inkomen, waarmee wordt bedoeld het inkomen, verminderd met de daarover verschuldigde belastingen, inhoudingen en heffingen en met de kosten die redelijkerwijze moeten worden gemaakt voor de verwerving van het inkomen.
Indien de samenleving anders dan door overlijden eindigt, heeft ieder der partijen het recht om gedurende drie maanden te wonen in de door hen tezamen bewoonde woning.
De goederen welke aan partijen gezamenlijk toebehoren worden door partijen verdeeld met toepassing van de beginselen van redelijkheid en billijkheid, (…). Tenzij in deze overeenkomst anders is bepaald of uit de mate waarin ieder der partijen tot de goederen is gerechtigd anders voortvloeit geschiedt de veredeling bij helfte.
3.Het geschil
4.De beoordeling
ankrekening