Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de pleitnota van Maasvallei,
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
2 september 2025.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 2 september 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woningstichting Maasvallei Maastricht en twee gedaagden. De zaak betreft een geschil over de eigendom van een strook grond die door de gedaagden in gebruik is genomen. Maasvallei vorderde ontruiming van de strook, die volgens hen tot hun eigendom behoort, en stelde dat de gedaagden onrechtmatig gebruik maken van deze grond. De gedaagden voerden aan dat zij de strook door bevrijdende verjaring in eigendom hebben verkregen, omdat zij deze al meer dan 20 jaar in bezit hebben. De rechtbank oordeelde dat Maasvallei onvoldoende bewijs had geleverd dat de gedaagden te kwader trouw handelden. De primaire vordering tot ontruiming werd afgewezen, evenals de subsidiaire vordering tot schadevergoeding. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van onrechtmatig handelen door de gedaagden, en dat het beroep op verjaring van de gedaagden slaagde. Maasvallei werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden.