ECLI:NL:RBLIM:2025:8888
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een woning op grond van artikel 13b Opiumwet wegens aangetroffen harddrugs in de schuur
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg op 16 september 2025 uitspraak gedaan over de sluiting van een woning voor de duur van drie maanden op basis van artikel 13b van de Opiumwet. De eiser, huurder van de woning, was het niet eens met de sluiting en betwistte de noodzaak en evenredigheid van deze maatregel. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester op goede gronden tot sluiting was overgegaan, aangezien er in de schuur bij de woning 62 kg heroïne was aangetroffen, wat een aanzienlijke hoeveelheid harddrugs is. De rechtbank stelde vast dat er een zodanige relatie bestond tussen de woning en de schuur dat deze als één geheel moesten worden beschouwd. De burgemeester had de bevoegdheid om de woning te sluiten, en de sluiting was noodzakelijk om de openbare orde te herstellen en het woon- en leefklimaat in de omgeving te beschermen. De rechtbank concludeerde dat het beroep van de eiser ongegrond was, en dat de burgemeester de sluiting van de woning terecht had aangemerkt als noodzakelijk en evenredig.