ECLI:NL:RBLIM:2025:9800

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 september 2025
Publicatiedatum
9 oktober 2025
Zaaknummer
ROE 24/173
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldigverklaring rijbewijs wegens drugsmisbruik na medisch onderzoek

In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, gedaan op 18 september 2025, wordt het beroep van eiser tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs behandeld. Eiser, die na medisch onderzoek niet rijgeschikt is bevonden, heeft zijn rijbewijs ongeldig verklaard gekregen door de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. De rechtbank beoordeelt of deze beslissing terecht is. Eiser heeft in het verleden meerdere keren positief getest op cannabis/THC, wat heeft geleid tot de conclusie van drugsmisbruik door een psychiater. De rechtbank concludeert dat de diagnose op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en dat er voldoende aanwijzingen zijn voor drugsmisbruik. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet ongeschikt is om een motorvoertuig te besturen en dat de diagnose onterecht is gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is. Eiser krijgt geen gelijk en het griffierecht wordt niet teruggegeven.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 24/173

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 september 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,

(gemachtigde: mr. J.H.M. Verstraten),
en
de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, verweerder,
(gemachtigde: mr. J.A. Launspach).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de beslissing van verweerder om het rijbewijs van eiser ongeldig te verklaren, omdat eiser na medisch onderzoek ter zake niet rijgeschikt is gebleken.
2. Bij het besluit van 23 mei 2022 heeft verweerder (onder meer) het rijbewijs van eiser ongeldig verklaard. Met het primaire besluit van 28 september 2023 heeft verweerder besloten dat het rijbewijs van eiser ongeldig blijft. Eiser heeft tegen dat besluit bezwaar gemaakt. Bij het bestreden besluit van 11 december 2023 is verweerder, naar aanleiding van het bezwaar van eiser, bij de ongeldigverklaring van het rijbewijs gebleven.
3. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. Verweerder heeft op het beroep van eiser gereageerd met een verweerschrift.
4. De rechtbank heeft het beroep van eiser op 4 september 2025 op zitting behandeld. Eiser en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.

Beoordeling door de rechtbank

5. De rechtbank beoordeelt of verweerder het rijbewijs van eiser terecht ongeldig heeft verklaard. De rechtbank doet dit aan de hand van de door eiser in deze procedure aangevoerde argumenten, de zogenoemde beroepsgronden.
6. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen en welke gevolgen dit heeft.
7. De rechtbank is uitgegaan van de volgende feiten en omstandigheden. De politie heeft op 30 december 2021 een speekseltest bij eiser afgenomen. Eiser testte positief op cannabis/THC (28 microgram THC bij een grenswaarde van 3,0 microgram). Daarnaast werden een cannabisgeur, bloeddoorlopen ogen en sloom gedrag werden waargenomen.
De politie heeft daarvan mededeling gedaan aan verweerder.
7.1.
Op 2 mei 2022 heeft de politie opnieuw een speekseltest bij eiser afgenomen. Eiser testte wederom positief op cannabis/THC (17 microgram THC). Daarnaast werden vergrote pupillen en sloom gedrag waargenomen. Verweerder heeft naar aanleiding daarvan geen (nieuwe c.q. andere) maatregel(en) aan eiser opgelegd.
7.2.
Op 23 mei 2022 heeft verweerder vervolgens het rijbewijs van eiser geschorst, alsook een onderzoek naar de rijgeschiktheid van eiser opgelegd. Nadat eiser de daarmee verband houdende kosten niet (tijdig) heeft voldaan, heeft verweerder het rijbewijs van eiser ongeldig verklaard per 12 juli 2022.
7.3.
Op 12 december 2022 heeft het eerste onderzoek naar de rijgeschiktheid van eiser plaatsgevonden. De betreffende psychiater heeft (onder meer) in zijn rapportage van
23 december 2022 geconcludeerd dat sprake is van een (lichte) stoornis in het gebruik van middelen op het moment van onderzoek en dat eiser (daardoor) niet in staat is te achten een rijbewijs te hebben volgens de Regeling eisen geschiktheid 2000 (de Regeling). Op
24 april 2023 en 9 juni 2023 heeft een tweede onderzoek plaatsgevonden. De betreffende psychiater heeft in zijn rapportage van 14 september 2023 geconcludeerd dat sprake is (geweest) van drugsmisbruik in de zin van de wet, zodat eiser niet in staat is te achten een rijbewijs te hebben volgens de Regeling. De psychiater heeft de stopdatum vastgesteld op
20 februari 2023. Verweerder heeft naar aanleiding daarvan het primaire besluit van
28 september 2023 genomen, alsook het bestreden besluit van 11 december 2023.
Procesbelang
8. De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of eiser procesbelang heeft bij de behandeling van zijn beroep nu hij inmiddels weer in het bezit is van een geldig rijbewijs. Procesbelang is namelijk aanwezig als het resultaat dat eiser nastreeft daadwerkelijk kan worden bereikt en het realiseren van dat resultaat voor hem feitelijk betekenis kan hebben. De gemachtigde van eiser heeft ter zitting aangevoerd dat eiser zich op het standpunt stelt dat het rijbewijs ten onrechte ongeldig is verklaard, waardoor eiser schade heeft geleden. In het geval van een gegrond beroep zal eiser zich dan ook beraden over een aansprakelijkstelling en eventuele schadeprocedure. De rechtbank acht dit voldoende om aan te nemen dat eiser procesbelang heeft bij het door hem ingestelde beroep.
Heeft de psychiater de conclusie “drugsmisbruik in ruime zin” kunnen stellen?
9. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet ongeschikt is om een motorvoertuig te besturen. Eiser acht in dat kader allereerst van belang dat hij in mei 2022 door de politie werd staandegehouden omdat hij in een opvallende auto reed. Enkel vanwege een eerdere overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeersweg 1994 (Wvw) -en dus zonder enige (andere) aanleiding op dat moment- werd een speekseltest afgenomen. Het rijgedrag van eiser was dus normaal, zodat zijn (on)geschiktheid niet op basis daarvan kan worden beoordeeld. De conclusie dat eiser ongeschikt is om een motorvoertuig te besturen kan, aldus eiser, ook niet worden gebaseerd op basis van het rapport van de psychiater van
14 september 2023. Het rapport vertoont naar de wijze van totstandkoming dan wel de inhoud namelijk zodanige gebreken, doordat de diagnose “drugsmisbruik in ruime zin” enkel gebaseerd is op de anamnese in combinatie met een verhoogd drugsgehalte in het bloed van eiser. Hetgeen in strijd is met de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 24 april 2019, waaruit volgt dat er sprake moet zijn van meerdere aanwijzingen die de diagnose ondersteunen. [1] Daarvan is in dit geval geen sprake, zodat de diagnose “drugsmisbruik in ruime zin” dan ook ten onrechte is gesteld.
10. Uit de door eiser genoemde uitspraak van de Afdeling van 24 april 2019 [2] -die overigens ziet op alcoholmisbruik- volgt dat een psychiater de conclusie dat sprake is van “alcoholmisbruik in ruime zin” niet uitsluitend kan baseren op een anamnese in combinatie met een sterk verhoogd ademalcoholgehalte. De betrouwbaarheid van de anamnestische gegevens in de keuringssituatie is namelijk laag, omdat de bestuurder in kwestie het rijbewijs normaal gesproken wil behouden. Daarnaast is het ademalcoholgehalte steeds een momentopname. De diagnose kan daarom alleen worden gesteld als er sprake is van meerdere (andere) aanwijzingen die die diagnose ondersteunen. Die aanwijzingen kunnen onder meer worden gevonden in de omstandigheden van de aanhouding, waaronder contextuele zaken of observaties van de verbalisanten die zijn genoteerd in het proces-verbaal, zoals het (relatief) ontbreken van intoxicatieverschijnselen tijdens de aanhouding. Daarnaast is het goed of langdurig kunnen functioneren met hoge promillages alcohol een aanwijzing voor alcoholtolerantie en daarmee voor de aanwezigheid van problemen met het gebruik van alcohol c.q. alcoholmisbruik. In dat verband kan worden gedacht aan het kunnen besturen van een auto onder invloed van hoge promillages alcohol.
Uit de uitspraak van de Afdeling van 13 september 2023 volgt dat de hiervoor genoemde uitspraak over de diagnose “alcoholmisbruik in ruime zin” ook geldt voor de diagnose “drugsgebruik in ruime zin”. [3] De Afdeling heeft in deze uitspraak verder verduidelijkt dat uit de uitspraak van 24 april 2019 niet mag worden afgeleid dat een diagnose door een psychiater nimmer kan worden gebaseerd op alleen de anamnese (en een bloedonderzoek). In het geval een betrokkene in zijn (betrouwbaar te achten) verklaring(en) bevestigt dat sprake is van drugsmisbruik, is dat juist bijzonder waardevol en kan die verklaring dan ook worden gebruikt als basis voor de psychiatrische conclusie van drugsmisbruik.
11. Volgens de rapportage van 14 september 2023 is bij eiser sprake van “drugsmisbruik in ruime zin”. De rechtbank stelt vast dat die diagnose voornamelijk gebaseerd is op de anamnese van eiser. Voor het overige heeft de psychiater in het rapport namelijk geen bijzonderheden vermeld. De rechtbank stelt echter ook vast dat in de anamnese uitgebreid is ingegaan op het drugsgebruik van eiser voorafgaand aan de laatste overtreding, alsook het drugsgebruik van eiser 12 maanden voorafgaand aan die overtreding en op mogelijke kenmerken van een stoornis in drugsgebruik gedurende die periode. De psychiater heeft naar aanleiding daarvan geconcludeerd dat er in het geval van eiser aanwijzingen zijn voor een stoornis in het gebruik van drugs. Uit de beschouwing (op pagina’s 11 en 12 van het rapport) blijkt dat de psychiater daarvoor (onder meer) van belang acht dat er sprake is (geweest) van controleverlies, doordat eiser vaak in grotere hoeveelheden of gedurende langere tijd dan het plan was drugs gebruikte. Daarnaast is er sprake (geweest) van onttrekkingssymptomen na het staken of minderen van het drugsgebruik, zoals slaapproblemen en zweten. Verder acht de psychiater van belang dat het drugsgebruik werd ingegeven door andere dan (alleen) recreatieve redenen, namelijk om beter te kunnen slapen en uit verveling. Daarnaast gaf het gebruik eiser rust in het hoofd. De frequentie van het drugsgebruik duidt bovendien (eerder) op problematisch gebruik en het feit dat eiser zich, met de hoeveelheid THC van 17, niet “high” voelde, op tolerantie. Eiser is -tot slot- al eerder als bestuurder van een motorvoertuig aangehouden en toen is ook gebleken dat hij drugs had gebruikt. Hetgeen duidt op een patroon. Al deze omstandigheden tezamen vormen aanwijzingen voor de diagnose “drugsmisbruik in ruime zin”, aldus de psychiater. De rechtbank ziet in de rapportage van de psychiater en hetgeen eiser daarover heeft aangevoerd geen aanwijzingen dat eiser te rooskleurig over zijn drugsgebruik zou hebben verklaard. De verklaring(en) van eiser zijn dan ook betrouwbaar en duiden bovendien op misbruik. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de psychiater de anamnestische gegevens van eiser mocht gebruiken als basis voor zijn diagnose en dat de diagnose niet ten onrechte is gesteld. Datzelfde geldt voor het rapport van de psychiater van 23 december 2022. Te meer nu ook nog sprake is van andere aanwijzingen, die de diagnose “drugsmisbruik in ruime zin” ondersteunen, zoals het feit dat de politie eiser tweemaal in een periode van zes maanden heeft aangehouden, eiser op beide momenten onder invloed was van cannabis/THC én op het moment van de eerste aanhouding een cannabisgeur, bloeddoorlopen ogen en sloom gedrag werden waargenomen en op het moment van de tweede aanhouding vergrote pupillen en sloom gedrag. Daarnaast is gebleken dat het gehalte THC in het bloed van eiser beide keren ruim hoger was dan de grenswaarde. Dat eiser de tweede keer werd aangehouden vanwege een opvallende auto en de registratie van de eerdere overtreding (en dus niet vanwege intoxicatieverschijnselen en/of afwijkend rijgedrag op dat moment), maakt het hiervoor overwogene niet anders. Het (relatief) ontbreken van intoxicatieverschijnselen en normaal rijgedrag op het moment dat een betrokkene drugs heeft gebruikt, vormt -zoals onder 10. al genoemd- namelijk ook een aanwijzing die de diagnose ondersteunt. [4] Eisers beroepsgrond slaagt dus niet.
Is het rapport van de psychiater op zorgvuldige wijze tot stand gekomen?
12. Subsidiair stelt eiser dat de conclusies van de psychiater in de rapportage van
14 september 2023 gebaseerd zijn op onzorgvuldig onderzoek en bovendien onjuist zijn. Het tweede deel van het onderzoek (op 9 juni 2023) heeft namelijk hooguit vijftien minuten geduurd en van problematisch, zwaar of overmatig gebruik c.q. het gebruik van grote hoeveelheden drugs gedurende langere tijd en/of mislukte stoppogingen is nooit sprake geweest. Eiser is op 20 februari 2023 volledig gestopt met het gebruiken van drugs. Ter onderbouwing daarvan verwijst eiser naar het laboratorium-/bloedonderzoek van 22 mei 2023 (eiser testte toen negatief op cannabis/THC). Daarnaast merkt eiser op dat cannabis/THC gedurende twee maanden in het bloed aanwezig blijft. Dat eiser op het moment van een eerder bloedonderzoek op 15 maart 2023 nog positief testte op cannabis/THC doet aan de stopdatum dus niet af. De psychiater (en verweerder) hadden die testresultaten (dus) ook niet mogen betrekken, te meer omdat aan eiser (mondeling) werd meegedeeld dat het betreffende bloedonderzoek niet (meer) geldig zou zijn.
13. De rechtbank overweegt dat naar vaste rechtspraak een besluit tot ongeldigverklaring van een rijbewijs bij de diagnose “misbruik” niet in stand kan worden gelaten, als de daaraan ten grondslag gelegde rapportage naar inhoud en de wijze van totstandkoming gebreken vertoont, inhoudelijk tegenstrijdig is of anderszins onvoldoende concludent is, zodanig dat het bestuursorgaan zich daar niet op had mogen baseren.
13.1.
Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling wordt onder drugsmisbruik verstaan de psychiatrische diagnose, gebaseerd op alle klinische relevante gegevens en/of de DSM-IV-TR classificatie drugsmisbruik en/of drugsafhankelijkheid. [5] Eveneens volgens vaste rechtspraak van de Afdeling kan de bestuursrechter zich niet inhoudelijk over de diagnose drugsmisbruik uitlaten. [6] Het is niet aan de bestuursrechter en ook niet aan verweerder om te beoordelen of voor het psychiatrisch oordeel voldoende feitelijke grondslag bestaat. Dit laat evenwel onverlet dat verweerder zich ervan moet vergewissen dat de aan hem uitgebrachte rapportage zorgvuldig tot stand is gekomen en inhoudelijk niet tegenstrijdig of anderszins niet of niet voldoende concludent is. Dat kan door de bestuursrechter worden getoetst.
14. De rechtbank is -anders dan eiser- van oordeel dat het rapport van de psychiater van 14 september 2023 op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en inhoudelijk niet tegenstrijdig of anderszins niet of niet voldoende concludent is. De rechtbank ziet in hetgeen eiser daarover heeft aangevoerd geen aanleiding voor het oordeel dat de psychiater de antwoorden van eiser verkeerd heeft begrepen of verkeerd heeft opgeschreven en/of dat eiser onvoldoende gelegenheid zou hebben gekregen om over een en/of ander te verklaren. Een medisch specialist, zoals een psychiater, moet in staat worden geacht verklaringen op een juiste manier uit te vragen en in een rapport te verwerken en eiser heeft tegenover de psychiater verklaard dat hij gemiddeld vier á vijf keer per week één tot anderhalve joint per dag rookte. Hetgeen door de psychiater gekwalificeerd kán worden als een grote hoeveelheid, gedurende langere tijd. Voor wat betreft de mislukte stoppogingen is van belang dat daarover in de rapportage vermeld staat dat sprake is (geweest) van een persisterende wens óf vergeefse pogingen, zodat van dat laatste geen sprake hoeft te zijn geweest. De rechtbank acht in dat kader voorts van belang dat de psychiater geen belang heeft bij het vermelden van onjuistheden in de rapportage, zodat daarvan in beginsel ook niet wordt uitgegaan. De rechtbank volgt eiser ook niet in zijn stelling dat er getwijfeld moet worden aan de zorgvuldigheid van de het onderzoek en de procedure omdat de psychiater eiser maar hooguit tien tot vijftien minuten heeft gesproken en eiser niet vrij zou hebben laten verklaren. Het is de rechtbank namelijk niet gebleken dat de psychiater daardoor geen goed onderzoek heeft kunnen doen. Verweerder heeft dan ook naar het oordeel van de rechtbank het rapport van de psychiater aan het ongeldig verklaren van eisers rijbewijs ten grondslag mogen leggen. Eisers beroepsgrond slaagt dus niet.

Conclusie en gevolgen

15. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat verweerder het rijbewijs van eiser ongeldig mocht verklaren. Eiser krijgt dus geen gelijk. Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.D. Kock, rechter, in aanwezigheid van
mr. S.C. Mellendijk-Leinders, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 18 september 2025
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op: 18 september 2025

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

4.Zie de uitspraak van de Afdeling van 24 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1339.
5.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 8 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2019.
6.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 20 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3525.