ECLI:NL:RBMID:2006:AY9130
Rechtbank Middelburg
- Kort geding
- N. van der Ploeg - Hogervorst
- Rechtspraak.nl
Uitleg testament en erfgenaamschap in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Middelburg, stond de uitleg van een testament centraal. De eiseres, wonende te Domburg, had gedaagde, eveneens wonende te Domburg, aangesproken op basis van de bepalingen in het testament van erflaatster. De rechtbank diende te beoordelen of de bewoordingen in artikel II en III van het testament duidelijk waren. De rechtbank concludeerde dat artikel II niet anders kon worden gelezen dan dat gedaagde tot enig erfgenaam was benoemd, onder de last die in artikel III werd omschreven. De rechtbank oordeelde dat gedaagde bij aanvaarding van de nalatenschap de keuze had uit twee opties: ofwel in de woning gaan wonen en het bedrijf voortzetten door eiseres, ofwel de woning vervreemden, waarbij deze eerst aan eiseres moest worden aangeboden. De rechtbank vond dat gedaagde, door in de woning te gaan wonen en het pension aan eiseres te verhuren, voldeed aan de last van het testament. Hierdoor was gedaagde niet verplicht om de woning met pension eerst aan eiseres aan te bieden in het geval van verkoop. De vordering van eiseres werd afgewezen, en zij werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het geding. Het vonnis werd uitgesproken op 20 september 2006.