Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[Veroordeelde],
werkstrafvoor de duur van 84 uren, te vervangen door hechtenis voor de duur van 42 dagen indien de veroordeelde deze straf niet naar behoren verricht.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 januari 2014 uitspraak gedaan in een vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf. De veroordeelde, geboren in Marokko in 1982, had een voorwaardelijke gevangenisstraf van 16 weken opgelegd gekregen, waarvan 14 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die vroeg om omzetting van een gevangenisstraf van 42 dagen in een werkstraf van 84 uren, beoordeeld. Tijdens de zitting op 10 januari 2014 zijn de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman gehoord. De rechtbank heeft gelet op de inhoud van het dossier, waaronder adviezen van de Reclassering Nederland, en heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich niet heeft gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke straf waren verbonden. De rechtbank heeft besloten om de voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken ten uitvoer te leggen, maar in plaats daarvan een taakstraf van 84 uren op te leggen. De rechtbank heeft hierbij artikel 14g van het Wetboek van Strafrecht in acht genomen. De beslissing is genomen met het oog op de bereidheid van de veroordeelde om een werkstraf uit te voeren, ondanks dat hij op dat moment nog geen werk had. De rechtbank heeft de beslissing ter openbare zitting uitgesproken, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren.