AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Poging tot diefstal door inklimming met oplegging van ISD-maatregel
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 januari 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 29 oktober 2013 heeft geprobeerd in te breken in twee woningen in Utrecht. De verdachte, geboren in 1973 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van poging tot diefstal door middel van inklimming. Tijdens de zitting op 10 januari 2014 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie vorderde dat de feiten wettig en overtuigend bewezen werden verklaard, terwijl de verdediging betoogde dat het bewijs niet sluitend was, omdat er geen fotoconfrontatie had plaatsgevonden en de politie niet naar andere verdachten had gezocht.
De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en de aangiften van benadeelden in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich op verdachte wijze had gedragen door over muren te klimmen en in woningen te kijken, wat voldoende bewijs opleverde voor de poging tot diefstal. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en legde de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) op voor de duur van twee jaar. De rechtbank motiveerde deze beslissing door te verwijzen naar de ernst van de feiten, de recidive van de verdachte en de noodzaak van behandeling voor zijn verslaving en psychiatrische problemen. De rechtbank concludeerde dat de veiligheid van personen en goederen het opleggen van de ISD-maatregel eiste, en dat er binnen het ISD-traject mogelijkheden voor behandeling zouden zijn.
Voetnoten
1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende proces-verbaal, nummer PL091A 2013246305, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering (pagina 1 tot en met 31). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [benadeelde 1], pagina 17.
3.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [benadeelde 2], pagina 30.
4.Het proces-verbaal van aangifte, gedaan door [benadeelde 2], pagina 31.
5.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige], pagina 22.
6.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige], pagina 23.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 24.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 20.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 21.
10.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 27.
11.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 19.