ECLI:NL:RBMNE:2015:3489
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Stapels-Wolfrat
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om maatschappelijke opvang op grond van de Wmo voor staatloze eiseres
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 8 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een staatloze eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. De eiseres had verzocht om opvang op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), maar haar verzoek werd afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres niet rechtmatig in Nederland verblijft en dat er een vrijheidsbeperkende maatregel op haar van toepassing is. Dit heeft geleid tot de afwijzing van haar aanvraag voor maatschappelijke opvang.
De rechtbank heeft het procesverloop uiteengezet, waarbij de eiseres in beroep ging tegen het besluit van 28 oktober 2014, waarin haar bezwaar ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft de feiten vastgesteld, waaronder het feit dat de eiseres feitelijk opvang heeft in een vrijheidsbeperkende locatie (VBL). De rechtbank heeft overwogen dat, ondanks de kwetsbare situatie van de eiseres, de afwijzing van de aanvraag op goede gronden is gedaan, omdat er geen aanspraak bestaat op maatschappelijke ondersteuning indien er een andere voorziening beschikbaar is.
De rechtbank heeft ook de relevante rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in overweging genomen, die stelt dat er geen aanspraak op maatschappelijke opvang bestaat als de vreemdeling gebruik kan maken van een specifieke feitelijke voorziening. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de eiseres in dit geval niet in aanmerking komt voor de gevraagde opvang, omdat zij al in een VBL verblijft en de maatregel niet is opgeheven. De rechtbank heeft het beroep van de eiseres ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.