ECLI:NL:RBMNE:2015:5900

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 juni 2015
Publicatiedatum
6 augustus 2015
Zaaknummer
16-659858-14
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak betreffende verwerving en bezit van kinderporno

In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1973, heeft de rechtbank Midden-Nederland op 19 juni 2015 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het verwerven en in bezit hebben van kinderporno in de periode van 4 tot en met 11 augustus 2012 en op 17 februari 2013, beide in Amersfoort. Tijdens de zitting op 5 juni 2015 was de verdachte aanwezig en werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. E. Osinga. De officier van justitie vorderde vrijspraak voor feit 1, maar achtte feit 2 wettig en overtuigend bewezen op basis van tapinformatie en getuigenverklaringen. De verdediging pleitte voor vrijspraak van beide feiten, onder andere vanwege ondeugdelijke gegevens en de mogelijkheid van hacking van de computer van de verdachte.

De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte daadwerkelijk kinderporno had verworven of in bezit had gehad. De rechtbank stelde vast dat er aanwijzingen waren dat er vanaf het IP-adres van de verdachte kinderpornografisch materiaal was geüpload, maar dat het niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte dit had gedaan. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van beide ten laste gelegde feiten. De rechtbank benadrukte het recht van elke verdachte op een behandeling binnen een redelijke termijn en concludeerde dat er geen reden was voor niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. De beslissing werd genomen in het belang van een eerlijke behandeling van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/659858-14
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 19 juni 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1973] te [geboorteplaats] ,
wonende [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 5 juni 2015. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. E. Osinga, advocaat te Arnhem.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
ten aanzien van feit 1:
in de periode van 4 tot en met 11 augustus 2012 in Amersfoort kinderporno heeft verworven of in zijn bezit heeft gehad;
ten aanzien van feit 2:
op 17 februari 2013 in Amersfoort kinderporno heeft verworven of in zijn bezit heeft gehad.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig en deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten.
De verdediging heeft de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bepleit, omdat – kort gezegd – de redelijke termijn is overschreden en sprake is van gebrekkig onderzoek, waarbij er direct is uitgegaan van de schuld van verdachte.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat een overschrijding van de redelijke termijn niet automatisch leidt tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, maar in het uiterste geval dient te worden verdisconteerd in de strafmaat.
De rechtbank stelt voorop dat elke verdachte recht heeft op een behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn. Deze in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) neergelegde waarborg strekt ertoe te voorkomen dat een verdachte onnodig lang onder de dreiging van een strafvervolging zou moeten leven. In de Nederlandse rechtspraak is aanvaard hetgeen de Hoge Raad in zijn arrest van 17 juni 2008 [1] heeft geformuleerd, namelijk dat overschrijding van de redelijke termijn niet leidt tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de strafvervolging, ook niet in uitzonderlijke gevallen. De Hoge Raad stelt als regel dat overschrijding van de redelijke termijn wordt gecompenseerd door vermindering van de straf die zou zijn opgelegd indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden. De rechtbank ziet in de gestelde overschrijding van de redelijke termijn geen reden om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren.
Hetgeen door de verdediging is aangevoerd over het gebrekkig onderzoek maakt dit niet anders. De rechtbank is van oordeel dat dit, wat hier verder van zij, niet tot het oordeel zal kunnen leiden dat sprake is geweest van een ernstige schending van de beginselen van een goede procesorde waarbij doelbewust dan wel met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekort gedaan. Gelet hierop wordt evenmin toegekomen aan een vermindering van de straf.
De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de raadsman en is van oordeel dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging van verdachte.
Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft tot vrijspraak van feit 1 gerekwireerd, nu zij met onvoldoende zekerheid kan vaststellen wanneer en hoeveel kinderporno er is geüpload. Zij acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen, gelet op met name de informatie uit de tap, de verklaring van getuige [getuige] en het proces-verbaal van 27 juni 2014, waarin 42 afbeeldingen worden aangemerkt als kinderporno.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van beide feiten bepleit, nu er – kort gezegd – sprake is van ondeugdelijke gegevens in het dossier, de mogelijkheid bestaat dat de computer van verdachte gehackt is, er geen kinderpornografisch materiaal op de gegevensdragers van verdachte is aangetroffen, verdachte voor een aantal momenten waarop geüpload zou zijn via het IP-adres van de computer(s) in het huis van de verdachte, een alibi heeft en het onmogelijk is dat twee IP-adressen op hetzelfde moment worden gebruikt, zoals kennelijk zou zijn gebeurd, gezien de inhoud van het dossier.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt ten aanzien feit 1 en feit 2 dat er op grond van het dossier aanwijzingen zijn dat er vanaf het IP-adres dat is toegekend aan het computernetwerk in het huis waar verdachte woont, kinderpornografisch materiaal is geüpload. Voorts zijn er enkele aanwijzingen dat het verdachte zelf zou (kunnen) zijn geweest die dit materiaal heeft geüpload. Echter, niet is met voldoende zekerheid vast te stellen dat het daadwerkelijk verdachte is geweest die het kinderpornografisch materiaal heeft geüpload. Het dossier bevat daartoe onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De rechtbank spreekt verdachte om die reden vrij van beide ten laste gelegde feiten.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart niet bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en
spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.A. Gerritse, voorzitter,
mr. K.J. Veenstra en mr. E.C.A. Bakker, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.M. van de Kamp, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 juni 2015.
BIJLAGE: de tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 04 augustus 2012 tot en met 11 augustus 2012 te Amersfoort, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
- ( een) afbeelding(en), te weten (in totaal) 143 foto's en/of
- ( een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en)
heeft verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
art. 240b Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 17 februari 2013 te Amersfoort, in elk geval in Nederland,
- 42 foto's, althans een aantal afbeelding(en), en/of
- ( een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en)
heeft verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in een omgeving en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
art. 240b Wetboek van Strafrecht