4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 2
De rechtbank is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat het plegen van de fietsendiefstallen, het helen en het omkatten van fietsen zijn verricht in het kader van een zodanig gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband dat kan worden gesproken van een criminele organisatie in de zin van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht.
Voor duurzaamheid of bestendigheid is een zeker tijdsverloop van het samenwerkingsverband een aanwijzing. De rechtbank is echter onvoldoende gebleken van deze duurzaamheid. Uit het dossier volgt dat op 1 juli 2016 in de woning een fiets is aangetroffen waarvan aangifte van diefstal op 26 september 2011 was gedaan. Van de overige fietsen ter zake waarvan aangifte van diefstal is gedaan, dateren de diefstallen echter van 17 juni 2016 en daarna. Bovendien heeft de eigenaar van de woning waar de fietsen zijn aangetroffen op 4 juli 2016 verklaard dat hij rond 14 juni 2016 binnenin de woning is geweest en daar op dat moment en evenmin vóór die tijd bijzonderheden heeft aangetroffen. Volgens hem moeten de fietsen de laatste dagen daar zijn gestald. Op 1 juli 2016 is de politie binnengevallen en zijn de fietsen in de woning aangetroffen. Dit alles biedt onvoldoende aanknopingspunt voor de vaststelling dat een eventuele organisatie al op 26 september 2011 of anderszins (ruim) voor 17 juni 2016 beschikking heeft gehad over de eerder genoemde fiets. De rechtbank gaat aldus uit van een maximale pleegperiode van omstreeks 17 juni tot en met 1 juli 2016. Op basis van dit korte tijdsbestek kan niet worden gesproken van een duurzaam samenwerkingsverband, zodat de verdachte van het onder 2 ten laste gelegde feit zal worden vrijgesproken.
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1
-Ten aanzien van de twee diefstallen op 1 juli 2016 te Harderwijk
De verdachte heeft de twee diefstallen op 1 juli 2016 te Harderwijk bekend en de verdediging heeft ten aanzien van deze feiten geen vrijspraak bepleit. Onder deze omstandigheden zal de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met onderstaande opsomming van de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van het eerste streepje
-de bekennende verklaring van de verdachte;
-het proces-verbaal van bevindingen;
Ten aanzien van het tweede streepje
-de bekennende verklaring van de verdachte;
-het proces-verbaal van bevindingen;
-het proces-verbaal van aangifte door [aangever 1] .
-Ten aanzien van de twee diefstallen op 18 december 2016 te Waddinxveen
Op 18 december 2016 te 13:52 uur is aangifte gedaan door [aangever 2] . Zij is de eigenaar van een zwarte Gazelle dames fiets, voorzien van cognac kleurige handsvaten en zadel. Op haar bagagedrager is een zwart kinderzitje bevestigd.
Op 18 december 2016 heeft zij haar fiets omstreeks 09:25 uur neergezet in het fietsenrek voor de kerk aan de Sterrelaan 1 te Waddinxveen. Zij heeft haar fiets afgesloten en de sleutel uit het slot gehaald. (…) Omstreeks 11:25 uur kwam zij de kerk uit en liep richting het fietsenhok. In het fietsenhok zag zij dat haar fiets was weggenomen. (…) Omstreeks 12:00 uur zag zij op de hoek van de Joke Smithoeve met de Jacobshoeve, haar fiets staan. (…) Terwijl zij de sleutel in het slot stak en heen en weer bewoog, zag zij dat haar slot niet open ging. Zij vermoedde dat de personen die haar fiets hadden weggenomen, haar slot hadden vernield.
Ook [aangever 3] heeft aangifte gedaan van diefstal van zijn fiets van het merk Gazelle type Ultimate. Op 18 december 2016 heeft hij zijn fiets omstreeks 09:25 uur neergezet in het fietsenrek voor de kerk, gevestigd op Sterrelaan 1 te Waddinxveen. Hij heeft zijn fiets afgesloten en de sleutel uit het slot gehaald. Hij is hierna bij de kerk naar binnen gegaan. Omstreeks 11:25 uur kwam hij de kerk uit en liep hij richting het fietsenhok. In het fietsenhok zag hij dat zijn fiets was weggenomen. (…) Omstreeks 12:00 uur zag hij op de hoek van de Joke Smithoeve met de Jacobshoeve, zijn fiets staan. (…) Terwijl hij de sleutel in het slot stak en heen en weer bewoog, zag hij dat zijn slot niet open ging. Hij vermoedde dat de personen die zijn fiets hadden weggenomen, zijn slot hadden vernield.
Op 18 december 2016 omstreeks 10:30 uur zag verbalisant [verbalisant 1] twee mannen lopen ter hoogte van het kerkgebouw gelegen aan de Sterrenlaan 1 te Waddinxveen. (…) Het viel verbalisant op dat beide personen constant om zich heen aan het kijken waren, waarbij zij meerdere keren in de richting van de gestalde fietsen keken.
Verbalisant zag dat beide personen ieder gebukt stonden bij een fiets en hier kennelijk handelingen bij verrichtten ter hoogte van de achterzijde van de fietsen. (…) Hij zag dat beide personen ieder op een fiets stapten en wegreden in de richting de Mina Druckerhoeve. Hij zag dat een van de fietsen voorzien was van een zwartkleurig kinderzitje bevestigd op de achterzijde van deze fiets. (…) Later zag hij op de Mina Druckerhoeve de verdachten lopen op het trottoir komende uit de richting van de Zuidplaslaan en gaande in de richting van het Zonnehof. Verbalisant herkende beide verdachten direct als de personen die de fietsen eerder bij het kerkgebouw hadden weggenomen.
Op 18 december 2016 omstreeks 11:13 uur werd verbalisant gebeld door een medewerker van politie Waddinxveen. Hij hoorde deze medewerker zeggen dat er een mogelijke verdachte was staande gehouden op de Visserhoeve te Waddinxveen. (…) Verbalisant zag bij deze politiemedewerkers een persoon staan die hij direct herkende als NN1. Hij herkende NN1 aan zijn jas en zijn opvallende smalle gezicht. Verbalisant zag dat NN1 hierna werd aangehouden.
Verbalisant [verbalisant 2] hoorde via de portofoon van een collega dat de twee verdachten zich hadden opgesplitst en zich vermoedelijk ophielden in de buurt van de Zuidplaslaan in Waddinxveen. (…) Omstreeks 11.10 uur reed hij op de Kuyperhoeve in Waddinxveen en zag in de verte dat een jongen in zijn richting kwam lopen die voldeed aan het signalement van een van de twee personen. Hij zag dat de jongen zijn kant op keek, zichtbaar schrok, zich omdraaide en van verbalisant wegrende de wijk in. Vervolgens is verbalisant snel achter de jongen aangefietst en heeft verder gezocht naar de persoon. (…)
De melder en tevens getuige herkende de staande gehouden persoon als de verdachte van de fietsendiefstal. Vervolgens is verdachte [verdachte] aangehouden.
Op grond hiervan acht de rechtbank de diefstal bewezen van de twee fietsen op 1 juli 2016 in Harderwijk en de twee fietsen op 18 december 2016 te Waddinxveen. Aldus zal verdachte worden vrijgesproken van de heling van deze fietsen zoals ten laste gelegd onder 1.
-Ten aanzien van de heling van de fietsen, aangetroffen in/rondom de bungalow te Bunschoten-Spakenburg
Collega [A] kende verdachte ambtshalve en wist verbalisanten te vertellen dat verdachte verbleef op [camping] gelegen aan de [adres] te Bunschoten-Spakenburg, bungalow [nummer] . Verbalisanten zijn op 1 juli 2016 naar [camping] gegaan. Op het terrein van de bungalow stond een onafgesloten schuur waarvan de deur op een kier stond. Verbalisanten zagen dat er in deze schuur minstens tien fietsen opeengestapeld lagen en dat het vrij nieuwe fietsen waren die alle voorzien waren van nieuwe sloten. (…) Naast de fietsen in de schuur werden ook in de bungalow zelf en in een aanhanger die op het perceel stond nog tientallen fietsen aangetroffen..Hiervan waren de sturen in de lengterichting gedraaid, zadels er af en de trappers gedemonteerd. Overal lag ook gereedschap.Tevens lagen in de bungalow tientallen stickers met vermoedelijk valse framenummers, tientallen (lege) verpakkingen met fietssloten en meerdere valse sleutels (lopers).
De stickers met framenummers zijn later onderzocht. Gezien dat er meerdere stickers waren met het zelfde framenummer en het lettertype afweek van de originele framenummers, waren de stickervellen met framenummers vals.
Tevens zagen verbalisanten in de woning veel attributen liggen die thuis horen op fietsen zoals fietstassen, jasbeschermers en zadels. Verbalisanten hadden dan ook het vermoeden dat de bungalow gebruikt werd voor het omkatten van fietsen. Hierbij worden kenmerkende attributen verwijderd, de sloten vervangen en de originele framestickers vervangen door valse.
Alle inbeslaggenomen fietsen zijn onderzocht op merk, kleur, bijzonderheden enz. Uit dit onderzoek zijn in totaal 17 aangiften gevonden. Groot probleem bij het onderzoek was het feit, dat uit de meeste fietsen het framenummer was verwijderd. Het originele framenummer is een papieren sticker waarover heen gelakt is. Op veel aangetroffen fietsen was reeds een valse sticker geplakt op de plek, waar de originele sticker had gezeten. De 17 aangiftes van de fietsen, waarvan een eigenaar is gevonden, zijn in het dossier opgenomen.
De bungalow bestond uit twee slaapkamers. In beide slaapkamers lag een matras op de grond. In de gehele woning lag overal op de grond rondslingerende kleding, schoenen en tassen met kleding.
In de bungalow lagen van verschillende personen diverse persoonlijke spullen waaronder verschillende brieven, zoals een brief van het UWV aan [verdachte] van 23 juni 2016,
een brief van [naam incassobureau] aan [verdachte] d.d. 24 juni 2016, aanmaningen van het CJIB aan [verdachte] d.d. 19 april 2016 en 23 april 2016. Ook het identiteitsbewijs van [verdachte] lag in de bungalow.
Overwegingen ten aanzien van de heling van de fietsen, aangetroffen in/rondom de bungalow te Bunschoten-Spakenburg
Een groot aantal gestolen fietsen is omstreeks 1 juli 2016 aangetroffen in/ rondom de bungalow. Uit de bovengenoemde bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat verdachte (geregeld) in de bungalow verbleef. In de bungalow zijn meerdere, recente poststukken van verdachte aangetroffen. Bovendien is ook het identiteitsbewijs van verdachte daar aangetroffen, iets waarover je in beginsel dagelijks beschikt. De rechtbank acht het dan ook niet aannemelijk dat verdachte op een ander adres woonde dan de [adres] in Bunschoten-Spakenburg. Verdachte heeft in eerste instantie verklaard dat hij zou verblijven op [recreatieoord] te Lunteren. Navraag bij receptionisten van deze camping, waarbij foto’s zijn getoond van verdachte, leidde ertoe dat beide receptionisten verdachte niet herkende noch stond verdachte ingeschreven op de camping.
Nu verdachte aldus (geregeld) verbleef in de bungalow heeft hij dus de beschikkingsmacht over de gestolen fietsen gehad. Gelet op de omstandigheden waaronder deze fietsen zijn aangetroffen, moet verdachte hebben geweten dat deze fietsen waren gestolen.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich omstreeks 1 juli 2016 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van opzetheling van een groot aantal fietsen. De ruime periode, zoals ten laste is gelegd, kan naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen worden. Hieruit volgt dat niet geoordeeld kan worden dat verdachte van het helen een gewoonte heeft gemaakt.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 3
De verdachte heeft het ten laste gelegde onder 3 bekend en de verdediging heeft ten aanzien van dit feit geen vrijspraak bepleit. Onder deze omstandigheden zal de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met onderstaande opsomming van de bewijsmiddelen:
-de bekennende verklaring van de verdachte;
-het proces-verbaal van bevindingen.
-het proces-verbaal van bevindingen.