In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 oktober 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres], een verkoopster, en haar werkgever, Catch Mode B.V. De zaak betreft de vraag of Catch Mode een beroep kan doen op de Overbruggingsregeling transitievergoeding voor kleine werkgevers na de opzegging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelt dat Catch Mode niet voldoet aan de voorwaarden van de Overbruggingsregeling, omdat de waarde van de vlottende activa op 31 december 2015 niet kleiner is dan de kortlopende schulden. Catch Mode had eerder een ontslagvergunning aangevraagd bij het UWV, maar het UWV had vastgesteld dat Catch Mode niet aan de voorwaarden voldeed voor de Overbruggingsregeling. De kantonrechter concludeert dat Catch Mode niet kan aantonen dat de dividenduitkering aan de moedermaatschappij als een kortlopende schuld moet worden aangemerkt. Hierdoor komt Catch Mode geen beroep toe op de Overbruggingsregeling en is zij verplicht om de volledige transitievergoeding van € 10.903,-- aan [eiseres] te betalen, minus het reeds uitbetaalde bedrag van € 1.327,44. De kantonrechter wijst ook andere verzoeken van [eiseres] toe, waaronder de betaling van openstaande vakantiedagen en buitengerechtelijke kosten.