ECLI:NL:RBMNE:2018:5534
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Loonsanctie en re-integratie-inspanningen in het kader van de Wet WIA
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over een loonsanctie. De eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.M. Lammers-Sigterman, had beroep ingesteld tegen het besluit van het UWV, dat op 27 maart 2018 het bezwaar van eiseres tegen een eerder besluit ongegrond had verklaard. Dit eerdere besluit betrof de weigering om de loondoorbetalingsverplichting van eiseres te bekorten, nadat een ex-werknemer zich arbeidsongeschikt had gemeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de arbeidsdeskundige van het UWV onvoldoende inzichtelijk had gemaakt dat er geen mogelijkheden waren voor de ex-werknemer in het eerste spoor van re-integratie. De rechtbank oordeelde dat de eiseres niet voldoende had aangetoond dat zij aan haar re-integratieverplichtingen had voldaan, en dat het UWV terecht de loonsanctie had opgelegd. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep en concludeerde dat de eiseres niet had aangetoond dat er een deugdelijke grond was voor het niet voldoen aan de re-integratie-inspanningen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.